Overzicht recente wetteksten
BS 26.10.02
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : (*)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet.
HOOFDSTUK II. - Recht op palliatieve zorg
Art. 2. Elke patiënt heeft recht op palliatieve zorg bij de begeleiding van
het levenseinde.
Een voldoende ruim aanbod van palliatieve zorg en de criteria voor de
terugbetaling van die zorg door de sociale zekerheid moeten er borg voor staan
dat dit soort zorg voor alle ongeneeslijk zieke patiënten even toegankelijk is,
binnen het geheel van het zorgaanbod. Onder palliatieve zorg wordt verstaan :
het geheel van zorgverlening aan patiënten waarvan de levensbedreigende ziekte
niet langer op curatieve therapieën reageert. Voor de begeleiding van deze
patiënten bij hun levenseinde is een multidisciplinaire totaalzorg van
essentieel belang, zowel op het fysieke, psychische, sociale als morele vlak.
Het belangrijkste doel van de palliatieve zorg is deze zieke en zijn naasten een
zo groot mogelijke levenskwaliteit en maximale autonomie te bieden. Palliatieve
zorg is erop gericht de kwaliteit van het resterende leven van deze patiënt en
nabestaanden te waarborgen en te optimaliseren.
HOOFDSTUK III. - Verbetering van het aanbod van palliatieve zorg
Art. 3. De Koning bepaalt de erkennings-, programmatie- en
financieringsnormen voor de kwalitatieve ontwikkeling van de palliatieve zorg
binnen het geheel van het zorgaanbod.
Art. 4. Om het in de artikelen 2 en 3 beschreven doel te bereiken, leggen de
ministers die bevoegd zijn voor Sociale Zaken en voor Volksgezondheid
dienaangaande een jaarlijks vooruitgangsrapport, als wezenlijk onderdeel van hun
beleidsnota, voor aan de wetgevende Kamers.
Art. 5. De Koning neemt, binnen een termijn van drie maanden vanaf de dag
waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, de nodige
maatregelen om de uitwerking te coördineren van een aan de noden aangepaste
palliatieve zorg.
Art. 6. De Koning neemt de maatregelen die nodig zijn om de
gezondheidswerkers die in de uitoefening van hun functie geconfronteerd worden
met de problematiek van het levenseinde, de steun van een team voor palliatieve
zorg te bieden, alsook begeleidingsmogelijkheden en in de verzorgingsstructuur
georganiseerde spreektijd en -ruimte.
Art. 7. Elke patiënt heeft recht op informatie over zijn gezondheidstoestand
en de mogelijkheden van de palliatieve zorg. De behandelende arts deelt die
informatie mee in de vorm en in de bewoordingen die hij passend acht, rekening
houdend met de toestand van de patiënt, diens wensen en begripsvermogen.
Behoudens spoedgevallen, is voor alle onderzoeken of behandelingen steeds de
vrije en geïnformeerde toestemming van de patiënt vereist.
Art. 8. De noden inzake palliatieve zorg en de kwaliteit van de gevonden
oplossingen worden geregeld geëvalueerd door een evaluatiecel die de Koning
opricht binnen het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis
Pasteur.
Dit evaluatieverslag wordt om de twee jaar aan de wetgevende Kamers voorgelegd.
De Koning ziet erop toe dat de beroepsorganisaties van de palliatieve
zorgverleners bij deze evaluatie worden betrokken.
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen
Art. 9. Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967
betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische
beroepen en de geneeskundige commissies wordt vervangen als volgt :
« Artikel 1. De geneeskunst omvat de geneeskunde, de tandheelkunde inbegrepen,
uitgeoefend ten aanzien van menselijke wezens, en de artsenijbereidkunde, onder
hun preventief, curatief, continu en palliatief voorkomen. »
Art. 10. In artikel 21quinquies , § 1, a) , van hetzelfde koninklijk besluit,
worden tussen de woorden « het herstel van de gezondheid » en de woorden « of
hem bij het sterven te begeleiden », de woorden « de handelingen van palliatieve
zorg te verrichten » ingevoegd.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed
en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 14 juni 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu,
Mevr. M. AELVOET
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
_______
Nota
(1) Zie :
Stukken van de Senaat :
2-246 -1999/2000 :
Nr. 1 : Wetsvoorstel van de dames Vanlerberghe, Nagy, De Roeck, Leduc en de
heren Mahoux en Monfils.
2-246 - 2000/2001 :
Nrs. 2 en 3 : Amendementen.
Nr. 4 : Advies van de Raad van State.
Nr. 5 : Verslag.
Nr. 6 : Tekst aangenomen door de verenigde commissies.
Nr. 7 : Bijlage.
2-246 - 2001/2002 :
Nr 8 : Amendementen.
Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer
van volksvertegenwoordigers.
Handelingen van de Senaat :
23, 24 en 25 november 2001.
KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Stukken :
Doc 50 1489/(2001/2002) :
001 : Ontwerp overgezonden door de Senaat.
002 tot 004 : Amendementen.
005 : Verslag.
006 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter
bekrachtiging voorgelegd.
Doc 50 82/30 : Beslissingen van de overlegcommissie.
Zie ook :
Integraal verslag :
15 en 18 mei 2002.
(*) Artikel 81 van de Grondwet.