Overzicht recente wetteksten
BS 18.10.02 Ed.2
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE |
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de
verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut
rechtspersoonlijkheid wordt verleend
Art. 2. Het opschrift van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen
zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut
rechtspersoonlijkheid wordt verleend, wordt vervangen als volgt : « Wet
betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen
zonder winstoogmerk en de stichtingen ».
Art. 3. De Nederlandse tekst van het opschrift van titel I van dezelfde wet
wordt vervangen als volgt :
« Titel I. - Verenigingen zonder winstoogmerk ».
Art. 4. Voor artikel 1 van dezelfde wet wordt het volgende opschrift
ingevoegd :
« Hoofdstuk I. - Belgische verenigingen zonder winstoogmerk ».
Art. 5. Artikel 1 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Artikel 1. - De zetel van een Belgische vereniging zonder winstoogmerk, in dit
hoofdstuk « vereniging » genoemd, is gevestigd in België.
De vereniging geniet rechtspersoonlijkheid, onder de voorwaarden omschreven in
dit hoofdstuk.
De vereniging zonder winstoogmerk is die, welke niet nijverheids- of
handelszaken drijft en welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan haar leden
te verschaffen. »
Art. 6. Artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 28 juni 1984
en 30 juni 2000, wordt vervangen als volgt :
« Art. 2. - De statuten van een vereniging vermelden ten minste :
1° de naam, voornamen, woonplaats, geboortedatum en -plaats van iedere stichter,
of ingeval het een rechtspersoon betreft, de naam, de rechtsvorm en het adres
van de zetel;
2° de naam en het adres van de zetel van de vereniging, alsook de vermelding van
het gerechtelijk arrondissement waaronder zij ressorteert;
3° het minimumaantal leden, dat niet minder mag zijn dan drie;
4° de precieze omschrijving van het doel of van de doeleinden waarvoor zij is
opgericht;
5° de voorwaarden en de formaliteiten betreffende toetreding en uittreding van
de leden;
6° de bevoegdheden van de algemene vergadering en de wijze van bijeenroeping
ervan, alsook de wijze waarop haar beslissingen aan de leden en aan derden ter
kennis worden gebracht;
7° a) de wijze van benoeming, ambtsbeëindiging en afzetting van de bestuurders,
de omvang van hun bevoegdheden en de wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel
alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college, en de duur van hun mandaat;
b) in voorkomend geval, de wijze van benoeming, ambtsbeëindiging en afzetting
van de personen gemachtigd de vereniging overeenkomstig artikel 13, vierde lid,
te vertegenwoordigen, de omvang van hun bevoegdheden en de wijze waarop zij die
uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college;
c) in voorkomend geval, de wijze van benoeming, ambtsbeëindiging en afzetting
van de personen aan wie het dagelijks bestuur van de vereniging is opgedragen
overeenkomstig artikel 13bis , eerste lid, de omvang van hun bevoegdheden en de
wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als
college;
d) in voorkomend geval, de wijze van benoeming van de commissarissen;
8° het maximumbedrag van de bijdragen of van de stortingen ten laste van de
leden;
9° de bestemming van het vermogen van de vereniging ingeval zij wordt ontbonden,
welk vermogen tot een belangenloze doelstelling moet worden aangewend;
10° de duur van de vereniging ingeval zij niet voor onbepaalde tijd is
aangegaan.
Deze statuten worden bij authentieke of bij onderhandse akte vastgesteld. In dat
laatste geval moeten zij in afwijking van artikel 1325 van het Burgerlijk
Wetboek, slechts in twee originelen worden opgesteld. »
Art. 7. In dezelfde wet wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende :
« Art. 2bis . - Onverminderd de artikelen 3, § 2, en 11, gaan de leden in die
hoedanigheid geen enkele persoonlijke verplichting aan inzake de verbintenissen
die de vereniging aangaat. »
Art. 8. In dezelfde wet wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidende :
« Art. 2ter . - De statuten van de vereniging kunnen bepalen onder welke
voorwaarden derden die een band hebben met de vereniging als toegetreden lid van
de vereniging kunnen worden beschouwd. De rechten en plichten van de leden
omschreven in deze wet zijn niet van toepassing op de toegetreden leden. Hun
rechten en plichten worden bepaald door de statuten. »
Art. 9. Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 3. - § 1. De vereniging bezit rechtspersoonlijkheid vanaf de dag dat haar
statuten, de akten betreffende de benoeming van de bestuurders en in voorkomend
geval van de personen gemachtigd om de vereniging overeenkomstig artikel 13,
vierde lid, te vertegenwoordigen worden neergelegd overeenkomstig artikel
26novies , § 1.
De akten betreffende de benoeming van de bestuurders en de personen gemachtigd
om de vereniging te vertegenwoordigen bevatten de vermeldingen bedoeld in
artikel 9.
§ 2. Niettemin kunnen in naam van de vereniging reeds verbintenissen worden
aangegaan vooraleer zij rechtspersoonlijkheid bezit. Tenzij anders is
overeengekomen, zijn de personen die, in welke hoedanigheid ook, dergelijke
verbintenissen aangaan, persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk indien de
vereniging binnen twee jaar na het onststaan van de verbintenis geen
rechtspersoonlijkheid heeft verkregen en zij bovendien de verbintenissen niet
heeft overgenomen binnen zes maanden na het verkrijgen van de
rechtspersoonlijkheid. Verbintenissen overgenomen door de vereniging worden
geacht door haar te zijn aangegaan vanaf het ontstaan van die verbintenissen. »
Art. 10. In dezelfde wet wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende :
« Art. 3bis . - De nietigheid van een vereniging kan alleen in de hiernavolgende
gevallen worden uitgesproken :
1° wanneer de statuten de vermeldingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2° en
4°, niet bevatten;
2° wanneer één van de doeleinden waarvoor zij is opgericht, strijdig is met de
wet of met de openbare orde. »
Art. 11. In dezelfde wet wordt een artikel 3ter ingevoegd, luidende :
« Art. 3ter. - Onverminderd artikel 26novies , §§ 2 en 3, heeft de nietigheid
gevolgen te rekenen van de dag waarop zij is uitgesproken.
De beslissing waarbij de nietigheid van een vereniging wordt uitgesproken,
brengt de vereffening van de vereniging mee overeenkomstig artikel 19.
Onverminderd de gevolgen van het feit dat zij zich in vereffening bevindt, doet
de nietigheid van de vereniging geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van haar
verbintenissen of van die welke ten aanzien van haar zijn aangegaan. »
Art. 12. Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 4. - Een besluit van de algemene vergadering is vereist voor :
1° de wijziging van de statuten;
2° de benoeming en de afzetting van de bestuurders;
3° de benoeming en de afzetting van de commissarissen en het bepalen van hun
bezoldiging ingeval een bezoldiging wordt toegekend;
4° de kwijting aan de bestuurders en de commissarissen;
5° de goedkeuring van de begroting en van de rekening;
6° de ontbinding van de vereniging;
7° de uitsluiting van een lid;
8° de omzetting van de vereniging in een vennootschap met een sociaal oogmerk;
9° alle gevallen waarin de statuten dat vereisen. »
Art. 13. Artikel 5 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 5. - De algemene vergadering wordt door de raad van bestuur
bijeengeroepen in de gevallen bepaald bij de wet of de statuten of wanneer ten
minste één vijfde van de leden het vraagt. »
Art. 14. In artikel 6 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen
aangebracht :
1° In de Franse tekst worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) Het eerste lid wordt vervangen als volgt :
« Tous les membres sont convoqués à l'assemblée générale au moins huit jours
avant celle-ci. L'ordre du jour est joint à cette convocation. Toute proposition
signée d'un nombre de membres au moins égal au vingtième est portée à l'ordre du
jour. »
b) In het tweede lid wordt het woord « associés » vervangen door het woord «
membres » en het woord « associé » door het woord « membre ».
2° De Nederlandse tekst wordt vervangen als volgt :
« Alle leden worden ten minste acht dagen tevoren voor de algemene vergadering
opgeroepen. De agenda wordt bij de oproepingsbrief gevoegd. Elk voorstel,
ondertekend door ten minste één twintigste van de leden, wordt op de agenda
gebracht.
De leden kunnen zich op de algemene vergadering laten vertegenwoordigen door een
ander lid of, zo de statuten het toelaten, door een persoon die geen lid is. »
Art. 15. Artikel 7, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Op de algemene vergadering heeft ieder lid een gelijk stemrecht en worden de
besluiten genomen bij meerderheid van de stemmen van de aanwezige of
vertegenwoordigde leden, behalve in de gevallen waarin de wet of de statuten
anders bepalen. »
Art. 16. Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 8. - Over een statutenwijziging kan de algemene vergadering alleen op
geldige wijze beraadslagen en besluiten wanneer de wijzigingen uitdrukkelijk
zijn vermeld in de oproeping en wanneer ten minste twee derde van de leden op de
vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Een wijziging kan alleen worden aangenomen met een meerderheid van twee derde
van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.
Wanneer de wijziging evenwel betrekking heeft op het doel of op de doeleinden
waarvoor de vereniging is opgericht, kan zij alleen worden aangenomen met een
meerderheid van vier vijfde van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde
leden.
Ingeval op de eerste vergadering minder dan twee derde van de leden aanwezig of
vertegenwoordigd zijn, kan een tweede vergadering worden bijeengeroepen, die
geldig kan beraadslagen en besluiten alsook de wijzigingen aannemen met de
meerderheden bedoeld in het tweede of het derde lid ongeacht het aantal
aanwezige of vertegenwoordigde leden. De tweede vergadering mag niet binnen
vijftien dagen volgend op de eerste vergadering worden gehouden. »
Art. 17. Artikel 9 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 9. - De akten betreffende de benoeming of de ambtsbeëindiging van de
bestuurders, van de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen, van de
commissarissen en van de personen gemachtigd om de vereniging te
vertegenwoordigen vermelden hun naam, hun voornamen, hun woonplaats, hun
geboortedatum en plaats of, ingeval het rechtspersonen betreft, hun naam, hun
rechtsvorm, hun BTW-identificatienummer en hun zetel.
De akten betreffende de benoeming van de bestuurders, van de personen aan wie
het dagelijks bestuur is opgedragen en van de personen gemachtigd om de
vereniging te vertegenwoordigen vermelden bovendien de omvang van hun
bevoegdheden en de wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel allen, ofwel
gezamenlijk, ofwel als college. »
Art. 18. Artikel 10 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 28 juni 1984
en gewijzigd bij de wet van 30 juni 2000, wordt vervangen als volgt :
« Art. 10. - Op de zetel van de vereniging wordt door de raad van bestuur een
register van de leden gehouden. Dit register vermeldt de naam, voornamen en
woonplaats van de leden of, ingeval het een rechtspersoon betreft, de naam, de
rechtsvorm en het adres van de zetel. Bovendien moeten alle beslissingen
betreffende de toetreding, uittreding of uitsluiting van leden door toedoen van
de raad van bestuur in dat register worden ingeschreven binnen acht dagen nadat
hij van de beslissing in kennis is gesteld.
Alle leden kunnen op de zetel van de vereniging het register van de leden
raadplegen, alsmede alle notulen en beslissingen van de algemene vergadering,
van de raad van bestuur en van de personen, al dan niet met een bestuursfunctie,
die bij de vereniging of voor rekening ervan een mandaat bekleden, evenals alle
boekhoudkundige stukken van de vereniging. De Koning bepaalt de nadere regels
waaronder dit inzagerecht wordt uitgeoefend. »
Art. 19. Artikel 11 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 11. - Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere
stukken die uitgaan van verenigingen zonder winstoogmerk, vermelden de naam van
de vereniging, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden « vereniging
zonder winstoogmerk » of door de afkorting « v.z.w. », en het adres van de zetel
van de vereniging.
Eenieder die in naam van een vereniging meewerkt aan een in het eerste lid
vermeld stuk waarop één van deze vermeldingen niet is aangebracht kan
persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de
verbintenissen die de vereniging krachtens dit stuk heeft aangegaan. »
Art. 20. Artikel 12 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 12. - Elk lid van een vereniging is vrij uit te treden door het indienen
van zijn ontslag bij de raad van bestuur. Onverminderd artikel 2, eerste lid,
5°, kan een lid dat zijn bijdrage niet betaalt, worden geacht ontslag te nemen.
De uitsluiting van een lid kan slechts door de algemene vergadering worden
uitgesproken met een meerderheid van twee derde van de stemmen van de aanwezige
of vertegenwoordigde leden.
Een lid dat ontslag neemt of dat wordt uitgesloten, heeft geen aanspraak op het
bezit van de vereniging en kan betaalde bijdragen niet terugvorderen, tenzij de
statuten anders bepalen. »
Art. 21. Artikel 13 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 13. - De raad van bestuur bestaat uit ten minste drie personen. Als
evenwel maar drie personen lid zijn van de vereniging, bestaat de raad van
bestuur uit slechts twee personen. Het aantal bestuurders moet in elk geval
altijd lager zijn dan het aantal personen dat lid is van de vereniging.
De raad van bestuur bestuurt de vereniging en de vertegenwoordigt haar in en
buiten rechte. Alle bevoegdheden die de wet niet uitdrukkelijk verleent aan de
algemene vergadering, worden toegekend aan de raad van bestuur.
De statuten kunnen de bevoegdheden die op grond van het vorige lid aan de raad
van bestuur worden toegekend, beperken. Deze beperkingen, alsook de
taakverdeling die de bestuurders eventueel zijn overeengekomen, kunnen niet aan
derden worden tegengeworpen, zelfs niet indien zij zijn bekendgemaakt.
De bevoegdheid om de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen, kan
evenwel op de wijze bepaald in de statuten worden opgedragen aan één of meer
personen, al dan niet bestuurder of lid die ofwel alleen, ofwel gezamenlijk,
ofwel als college optreden. Deze beslissing is tegenwerpbaar aan derden onder de
voorwaarden bepaald in artikel 26novies , § 3. »
Art. 22. In dezelfde wet wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidende :
« Art. 13bis . - Het dagelijks bestuur van de vereniging, alsook de
vertegenwoordiging van de vereniging wat dat bestuur aangaat, mogen op de wijze
bepaald in de statuten worden opgedragen aan één of meer personen, al dan niet
bestuurder of lid, die ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college
optreden.
Deze beslissing is tegenwerpbaar aan derden onder de voorwaarden bepaald in
artikel 26novies , § 3. Beperkingen van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid zijn
evenwel niet tegenwerpbaar aan derden. »
Art. 23. Artikel 14 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 november
1997, wordt vervangen als volgt :
« Art. 14. - De vereniging is aansprakelijk voor de fouten die kunnen worden
toegerekend aan haar aangestelden of aan de organen waardoor zij handelt. »
Art. 24. In dezelfde wet wordt een artikel 14bis ingevoegd, luidende :
« Art. 14bis . - Onverminderd artikel 26septies gaan de bestuurders geen enkele
persoonlijke verplichting aan inzake de verbintenissen die de vereniging
aangaat. »
Art. 25. Artikel 15 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 maart 1954
en bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, wordt vervangen als volgt :
« Art. 15. - De personen die met het dagelijks bestuur zijn belast, gaan geen
enkele persoonlijke verplichting aan inzake de verbintenissen die de vereniging
aangaat. »
Art. 26. Artikel 16 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 16. - Met uitzondering van handgiften, behoeft elke gift onder de
levenden of bij testament aan een vereniging machtiging door de Koning.
Machtiging is evenwel niet vereist voor de aanneming van giften waarvan de
waarde niet hoger is dan 100.000 EUR.
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt op één januari van ieder jaar
aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober van
het voorbije jaar. Het indexcijfer van oktober 2001 geldt als basis.
De aanpassing van het bedrag geschiedt volgens de volgende formule : het nieuwe
bedrag is gelijk aan het basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer,
gedeeld door het indexcijfer dat als basis wordt genomen. Het resultaat wordt
naar het volgende tiende afgerond.
Het aangepaste bedrag wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad , uiterlijk
op 15 december van elk jaar.
De machtiging kan alleszins niet worden verleend indien de vereniging niet
voldaan heeft aan de artikelen 3 en 9, of als zij, in schending van artikel
26novies , haar jaarrekening, vanaf haar oprichting of althans van de laatste
tien boekjaren, niet ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg heeft
neergelegd. »
Art. 27. Artikel 17 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 17. - § 1. Ieder jaar en ten laatste binnen zes maanden na
afsluitingsdatum van het boekjaar, legt de raad van bestuur de jaarrekening van
het voorbije boekjaar, opgemaakt overeenkomstig dit artikel, alsook de begroting
van het volgende boekjaar, ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.
§ 2. De verenigingen voeren een vereenvoudigde boekhouding die ten minste
betrekking heeft op de mutaties in contant geld of op de rekeningen,
overeenkomstig een door de Koning vastgesteld model.
§ 3. De verenigingen houden evenwel hun boekhouding en maken hun jaarrekening
op overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot
de boekhouding van de ondernemingen, wanneer bij de afsluiting van het boekjaar,
met betrekking tot ten minste twee van de volgende drie criteria de onderstaande
cijfers op hen van toepassing zijn :
1° het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 5 voltijdse werknemers
ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het
koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van
sociale documenten;
2° in totaal 250.000 EUR aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten, exclusief de
belasting over de toegevoegde waarde;
3° een balanstotaal van 1.000.000 EUR.
De Koning past de verplichtingen die voor verenigingen voortvloeien uit de
voornoemde wet van 17 juli 1975 aan de bijzondere aard van hun werkzaamheden en
hun wettelijk statuut aan. De Koning kan bovenvermelde bedragen aanpassen aan de
evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.
§ 4. De §§ 2 en 3 zijn niet van toepassing op verenigingen die wegens de aard
van hun hoofdactiviteit onderworpen zijn aan bijzondere, uit een wetgeving of
een overheidsreglementering voortvloeiende regels betreffende het houden van hun
boekhouding en betreffende hun jaarrekening, voor zover zij minstens
gelijkwaardig zijn aan die bepaald op grond van deze wet.
§ 5. De verenigingen moeten één of meer commissarissen belasten met de
controle van de financiële toestand, van de jaarrekening en van de
regelmatigheid in het licht van de wet en van de statuten, van de verrichtingen
die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld wanneer het aantal
tewerkgestelde werknemers, gemiddeld over het jaar, het equivalent van 100
voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden
krachtens het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het
bijhouden van sociale documenten te boven gaat, of wanneer de vereniging bij de
afsluiting van het boekjaar met betrekking tot ten minste twee van de volgende
drie criteria de onderstaande cijfers te boven gaat :
1° het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 50 voltijdse werknemers
ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het
voormelde koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978;
2° in totaal 6.250.000 EUR aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten, exclusief
de belasting over de toegevoegde waarde;
3° een balanstotaal van 3.125.000 EUR.
De commissarissen worden door de algemene vergadering benoemd onder de leden,
natuurlijke personen of rechtspersonen, van het Instituut van bedrijfsrevisoren.
De Koning kan bovenvermelde bedragen aanpassen aan de evolutie van het
indexcijfer van de consumptieprijzen.
§ 6. Binnen dertig dagen na de goedkeuring ervan door de algemene vergadering
wordt de jaarrekening van de verenigingen bedoeld in § 3 door de bestuurders
neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Overeenkomstig het voorgaande lid worden gelijktijdig neergelegd :
1° een stuk met de naam en voornaam van de bestuurders en in voorkomend geval
van de commissarissen die in functie zijn;
2° in voorkomend geval, het verslag van de commissarissen.
De Koning bepaalt de nadere regels volgens welke en de voorwaarden waaronder de
in het eerste en het tweede lid bedoelde stukken moeten worden neergelegd,
alsmede het bedrag en de wijze van betaling van de kosten van de openbaarmaking.
De neerlegging wordt alleen aanvaard indien de op grond van dit lid vastgestelde
bepalingen worden nageleefd.
Binnen vijftien werkdagen na de aanvaarding van de neerlegging wordt daarvan
melding gemaakt in een door de Nationale Bank van België aangelegd bestand op
een drager en volgens de nadere regels die de Koning vaststelt. De tekst van de
vermelding wordt door de Nationale Bank van België neergelegd ter griffie van de
burgerlijke rechtbank die het dossier van de vereniging als bedoeld in artikel
26novies aanlegt en wordt bij dat dossier gevoegd.
De Nationale Bank van België reikt aan degenen die er, zelfs schriftelijk, om
vragen, een afschrift in de door de Koning vastgestelde vorm uit, hetzij van
alle stukken die haar op grond van het eerste en het tweede lid worden
overgezonden, hetzij van de stukken als bedoeld in het eerste en het tweede lid
die haar worden overgezonden en betrekking hebben op de met name genoemde
verenigingen en op bepaalde jaren. De Koning stelt het bedrag vast dat aan de
Nationale Bank van België moet worden betaald voor de verkrijging van de in dit
lid bedoelde afschriften.
De griffies van de rechtbanken ontvangen van de Nationale Bank van België
kosteloos en onverwijld een afschrift van alle stukken bedoeld in het eerste en
het tweede lid in de vorm die door de Koning is vastgesteld.
De Nationale Bank van België is bevoegd om, volgens de nadere regels die door de
Koning zijn vastgesteld, algemene en anonieme statistieken op te maken en bekend
te maken over het geheel of een gedeelte van de gegevens vervat in de stukken
die haar met toepassing van het eerste en het tweede lid worden overgezonden. »
Art. 28. Artikel 18 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 18. - De rechtbank kan op verzoek van een lid, van een belanghebbende
derde of van het openbaar ministerie de ontbinding uitspreken van een vereniging
die :
1° niet in staat is haar verbintenissen na te komen;
2° haar vermogen of de inkomsten uit dat vermogen voor een ander doel aanwendt
dan die waarvoor zij is opgericht;
3° in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, of in strijd handelt met
de wet of de openbare orde;
4° gedurende drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan de verplichting
om een jaarrekening neer te leggen overeenkomstig artikel 26novies , § 1, tweede
lid, 5°, tenzij de ontbrekende jaarrekeningen worden neergelegd vooraleer de
debatten worden gesloten;
5° minder dan drie leden telt.
De rechtbank kan de vernietiging van de betwiste handeling uitspreken ook indien
zij de eis tot ontbinding afwijst. »
Art. 29. Artikel 19 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 19. - In geval van ontbinding van een vereniging door de rechtbank
benoemt deze, onverminderd artikel 19bis , één of meer vereffenaars die, na
aanzuivering van het passief, de bestemming van het actief vaststellen.
Deze bestemming kan geen andere zijn dan die bepaald in de statuten of, bij
ontstentenis van enige statutaire bepaling daaromtrent, besloten door de
algemene vergadering die de vereffenaars bijeenroepen. Bij ontstentenis van een
bepaling in de statuten of van een besluit van de algemene vergadering geven de
vereffenaars aan het actief een bestemming die zoveel mogelijk overeenkomt met
het doel waarvoor de vereniging is opgericht.
De leden, de schuldeisers en het openbaar ministerie kunnen bij de rechtbank
beroep instellen tegen het besluit van de vereffenaars. »
Art. 30. In dezelfde wet wordt een artikel 19bis ingevoegd, luidende :
« Art. 19bis . - De vordering tot ontbinding op grond van artikel 18, eerste
lid, 4°, kan slechts worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van
dertien maanden te rekenen van de afsluiting van het derde boekjaar.
De rechtbank die deze ontbinding uitspreekt, kan hetzij tot de onmiddellijke
afsluiting van de vereffening beslissen, hetzij de vereffeningswijze bepalen en
één of meer vereffenaars aanwijzen. Wanneer de vereffening is beëindigd, brengen
de vereffenaars verslag uit aan de rechtbank, waarbij hij of zij, in voorkomend
geval, aan de rechtbank een overzicht voorleggen van de waarden van de
vereniging en van het gebruik ervan.
De rechtbank spreekt de afsluiting van de vereffening uit.
De Koning bepaalt welke procedure moet worden gevolgd voor de consignatie van de
activa die de vereniging zouden toebehoren en wat er met die activa moet
gebeuren ingeval nieuwe passiva aan het licht komen. »
Art. 31. Artikel 20 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 20. - De algemene vergadering kan de ontbinding van de vereniging alleen
uitspreken onder dezelfde voorwaarden als die welke betrekking hebben op de
wijziging van het doel of de doeleinden van de vereniging.
Artikel 8, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. »
Art. 32. In artikel 21 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen
aangebracht :
1° In de Franse tekst van het tweede lid vervallen de woorden « ou sur
l'homologation d'une décision de l'assemblée générale ».
2° De Nederlandse tekst wordt vervangen als volgt :
« Art. 21. - Tegen een vonnis waarbij de ontbinding van een vereniging of de
nietigverklaring van een van haar handelingen wordt uitgesproken, kan hoger
beroep worden ingesteld.
Hetzelfde geldt voor een vonnis dat uitspraak doet over het besluit van de
vereffenaar of de vereffenaars. »
Art. 33. Artikel 22 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 22. - In geval van ontbinding van een vereniging door de algemene
vergadering, wordt de bestemming van het actief, bij ontstentenis van statutaire
bepalingen, vastgesteld door de algemene vergadering of door de vereffenaars,
overeenkomstig artikel 19, tweede lid.
De vereffening geschiedt door één of meer vereffenaars die hun opdracht
vervullen hetzij overeenkomstig de statuten, hetzij krachtens een besluit van de
algemene vergadering, hetzij, bij ontstentenis daarvan, krachtens een
rechterlijke beslissing die door enige belanghebbende of door het openbaar
ministerie kan worden gevorderd. »
Art. 34. Artikel 23 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 23. - Elke beslissing van de rechter, van de algemene vergadering of van
de vereffenaars betreffende de ontbinding of de nietigheid van de vereniging, de
vereffeningsvoorwaarden, de benoeming en de ambtsbeëindiging van de
vereffenaars, de afsluiting van de vereffening en de bestemming van het actief
wordt binnen een maand na de dagtekening ervan neergelegd overeenkomstig artikel
26novies , § 1.
De akten betreffende de benoeming en de ambtsbeëindiging van de vereffenaars
vermelden hun naam, voornamen en woonplaats, of, ingeval het rechtspersonen
betreft, hun naam, rechtsvorm en zetel.
Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken die
uitgaan van een vereniging in verband waarmee een beslissing tot ontbinding is
genomen, vermelden de naam van de vereniging, onmiddellijk voorafgegaan of
gevolgd door de woorden « vereniging zonder winstoogmerk in vereffening » of
door de afkorting en de woorden « v.z.w. in vereffening ».
Eenieder die in naam van een dergelijke vereniging meewerkt aan een in het
vorige lid vermeld stuk waarop één van deze vermeldingen niet is aangebracht kan
persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de
verbintenissen die de vereniging krachtens dit stuk heeft aangegaan. »
Art. 35. De Nederlandse tekst van artikel 24 van dezelfde wet wordt vervangen
als volgt :
« Art. 24. - Het actief kan slechts worden aangewend na aanzuivering van het
passief. »
Art. 36. In artikel 25 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen
aangebracht :
« 1° het eerste lid wordt opgeheven;
2° in het tweede lid wordt het woord « Zij » vervangen door de woorden « De
bestemming van het actief »;
3° in de Franse tekst van het derde lid worden de woorden « cette publication »
vervangen door de woorden « la publication de la décision relative à
l'affectation de l'actif »;
4° in de Nederlandse tekst wordt het derde lid vervangen als volgt :
« De vordering van de schuldeisers verjaart door verloop van vijf jaar te
rekenen van de bekendmaking van de beslissing betreffende de bestemming van het
actief. »
Art. 37. Artikel 26 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
« Art. 26. - Elke vordering ingesteld door een vereniging die de formaliteiten
omschreven in de artikelen 10, 23 en 26novies , § 1, tweede lid, 5°, niet in
acht heeft genomen, wordt opgeschort. De rechter bepaalt een termijn waarbinnen
de vereniging moet voldoen aan deze verplichtingen. Indien de vereniging niet
binnen die termijn aan deze verplichtingen voldoet, is de vordering niet
ontvankelijk. »
Art. 38. In titel I van dezelfde wet wordt, na artikel 26septies , een
hoofdstuk II ingevoegd, luidende :
« Hoofdstuk II. - Buitenlandse verenigingen zonder winstoogmerk
Art. 26octies . - § 1. Op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg wordt
een dossier gehouden voor iedere vereniging zonder winstoogmerk die op geldige
wijze in het buitenland is opgericht overeenkomstig de wet van de Staat waartoe
zij behoort en die in België een centrum van werkzaamheden opent in het
arrondissement. Ingeval een dergelijke vereniging in België verscheidene centra
van werkzaamheden opent, wordt het dossier gehouden op de griffie van de
rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waarin een van die centra
gevestigd is, zulks naar keuze van de vereniging. In dat geval vermeldt de
vereniging in haar akten en in haar briefwisseling de plaats waar haar dossier
wordt gehouden.
Dit dossier bevat :
1° de statuten van de vereniging;
2° het adres van de zetel van de vereniging, de opgave van de doeleinden en van
de activiteiten, het adres van de centra van werkzaamheden alsook de naam ervan
ingeval die niet overeenstemt met de naam van de vereniging;
3° de akten betreffende de benoeming van de personen gemachtigd om de vereniging
ten aanzien van derden te verbinden en haar in rechte te vertegenwoordigen voor
de activiteiten van de centra van werkzaamheden, alsook de akten betreffende de
benoeming van de personen belast met het dagelijks bestuur; deze akten bevatten
de gegevens bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid.
De wijzigingen in de stukken en gegevens bedoeld in het vorige lid worden
eveneens neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg en bewaard in
het dossier.
De stukken bedoeld in deze paragraaf moeten met het oog op de neerlegging ervan
worden opgesteld of vertaald in de taal of in een van de officiële talen van de
rechtbank waar het dossier wordt gehouden.
§ 2. De personen bedoeld in § 1, tweede lid, 3°, dragen jegens derden
dezelfde aansprakelijkheid als degenen die een Belgische vereniging zonder
winstoogmerk besturen. Zij zijn aansprakelijk voor het vervullen van de in dit
artikel bepaalde formaliteiten inzake bekendmaking.
§ 3. De artikelen 17, §§ 2 tot 6, en 26novies , § 1, tweede lid, 5°, zijn van
toepassing op de centra van werkzaamheden bedoeld in § 1. Voor de toepassing van
deze bepalingen worden alle Belgische centra van werkzaamheden samen van een
zelfde buitenlandse vereniging beschouwd als een afzonderlijke vereniging zonder
winstoogmerk voor de berekening van de drempels en worden de personen bedoeld in
§ 1, tweede lid, 3°, gelijkgesteld met de bestuurders.
§ 3. Niettemin kunnen in naam van de stichting verbintenissen worden
aangegaan vooraleer zij rechtspersoonlijkheid bezit. Tenzij anders is
overeengekomen zijn zij die in enigerlei hoedanigheid dergelijke verbintenissen
aangaan, daarvoor persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk behalve wanneer de
stichting binnen twee jaar na het ontstaan van de verbintenis
rechtspersoonlijkheid heeft verkregen en zij bovendien die verbintenissen binnen
zes maanden na verkrijging van de rechtspersoonlijkheid heeft overgenomen.
Verbintenissen overgenomen door de stichting worden geacht van hun ontstaan door
de stichting te zijn aangegaan.
Art. 30. - § 1. In geval van een private stichting moet elke wijziging van de
gegevens vermeld in artikel 28, 3° en 5° tot 8°, bij authentieke akte worden
vastgesteld.
§ 2. In geval van een stichting van openbaar nut moet elke wijziging van de
gegevens vermeld in artikel 28, 3° en 5° tot 8°, door de Koning worden
goedgekeurd. Andere wijzigingen aan de statuten moeten worden meegedeeld aan de
minister die bevoegd is voor Justitie of zijn vertegenwoordiger en door één van
hen worden aanvaard onder de voorwaarden en binnen de grenzen bepaald in deze
wet.
§ 3. Indien ongewijzigde handhaving van de statuten gevolgen zou hebben die
de stichter bij de oprichting redelijkerwijze niet kan hebben gewild en de
personen die gemachtigd zijn de statuten te wijzigen, zulks nalaten, kan de
rechtbank van eerste aanleg op verzoek van ten minste één bestuurder of op
vordering van het openbaar ministerie de statuten wijzigen. Zij waakt erover
daarbij zo min mogelijk van de bestaande statuten af te wijken.
Art. 31. - § 1. Op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg wordt een
dossier gehouden voor iedere private stichting die in het arrondissement haar
zetel of zetel van werkzaamheden in de zin van artikel 45 heeft. Ingeval een
zelfde stichting in België meerdere zetels van werkzaamheden heeft geopend, kan
de neerlegging gebeuren op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het
arrondissement waarin één van de zetels is gevestigd, zulks naar keuze van de
stichting. In dat geval moet de stichting bedoeld in artikel 45 in haar akten en
in haar briefwisseling de plaats vermelden waar haar dossier wordt gehouden.
§ 2. Op de Federale Overheidsdienst Justitie wordt een dossier gehouden voor
iedere stichting van openbaar nut.
§ 3. In het dossier worden neergelegd :
- de statuten en hun wijzigingen;
- de gecoördineerde tekst van de statuten na hun wijziging;
- de akten betreffende de benoeming, de afzetting en de ambtsbeëindiging van de
bestuurders en, in voorkomend geval, van de personen gemachtigd om de stichting
te vertegenwoordigen; deze akten verduidelijken de omvang van de bevoegdheden
van die personen, alsook de wijze waarop zij deze uitoefenen;
- de jaarrekening van de stichting, opgemaakt overeenkomstig artikel 37;
- de beslissingen en akten betreffende de omzetting van een private stichting in
een stichting van openbaar nut die overeenkomstig artikel 44 tot stand komen;
- de beslissingen en akten betreffende de ontbinding en de vereffening van de
stichting.
§ 4. Op kosten van de belanghebbenden worden bekendgemaakt in de bijlagen tot
het Belgisch Staatsblad :
- de statuten en hun wijzigingen;
- de akten betreffende de benoeming, de afzetting en de ambtsbeëindiging van de
bestuurders en, in voorkomend geval, van de personen gemachtigd om de stichting
te vertegenwoordigen; deze akten verduidelijken de omvang van de bevoegheden van
die personen, alsook de wijze waarop zij deze uitoefenen;
- de beslissingen en akten betreffende de omzetting van een private stichting in
een stichting van openbaar nut die overeenkomstig artikel 44 tot stand komen;
- de beslissingen en akten betreffende de ontbinding en de vereffening van de
stichting.
§ 5. De Koning bepaalt de voorwaarden en de nadere regels voor de
samenstelling van het dossier en de wijze waarop het kan worden geraadpleegd.
§ 6. De akten, documenten en beslissingen waarvan de neerlegging krachtens
deze titel is voorgeschreven, kunnen slechts aan derden worden tegengeworpen
vanaf de dag van neerlegging of indien ook de bekendmaking ervan krachtens deze
titel is voorgeschreven, vanaf de dag van bekendmaking ervan in de bijlage tot
het Belgisch Staatsblad , behalve indien de stichting aantoont dat die derden
voor dat tijdstip van die stukken kennis hadden.
De derden kunnen zich evenwel op de akten, documenten en beslissingen beroepen
die niet zijn neergelegd of bekendgemaakt.
In geval van tegenstrijdigheid tussen de neergelegde tekst en die bekendgemaakt
in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad , kan deze laatste niet aan derden
worden tegengeworpen. Zij kunnen zich erop evenwel beroepen, tenzij de stichting
aantoont dat zij kennis hadden van de neergelegde tekst.
Art. 32. - § 1. Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en
andere stukken die uitgaan van een stichting moeten de naam ervan vermelden,
onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden « private stichting » of «
stichting van openbaar nut », alsook het adres van de zetel ervan.
Eenieder die in naam van een stichting meewerkt aan een in het eerste lid
vermeld stuk waarop een van deze vermeldingen niet is aangebracht kan
persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de
verbintenissen die de stichting krachtens dit stuk heeft aangegaan.
§ 2. Alleen de stichtingen die overeenkomstig de bepalingen van deze titel
geldig zijn opgericht, mogen de naam « stichting van openbaar nut » of « private
stichting » voeren. Bij niet naleving van deze vereiste door een entiteit die al
dan niet rechtspersoonlijkheid bezit, kan elke belanghebbende een vordering tot
naamswijziging instellen bij de rechtbank van eerste aanleg van het
arrondissement waar die entiteit haar zetel heeft.
Artikel 26novies , § 1, vierde en vijfde lid, en §§ 2 en 3, zijn van
overeenkomstige toepassing op de centra van werkzaamheden bedoeld in § 1.
Artikel 16 is van overeenkomstige toepassing op giften aan buitenlandse
verenigingen zonder winstoogmerk.
§ 4. De rechtbank kan op verzoek van het openbaar ministerie of van enige
belanghebbende de sluiting gelasten van een centrum van werkzaamheden waarvan de
activiteiten op ernstige wijze strijdig zijn met de statuten van de vereniging
waarvan het afhangt, of strijdig zijn met de wet of met de openbare orde. De
beslissing tot sluiting van het centrum van werkzaamheden wordt door de
vereniging binnen een maand neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste
aanleg waar het dossier wordt gehouden.
§ 5. Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken
die uitgaan van een centrum voor werkzaamheden vermelden de naam en het adres
ervan alsook de naam en het adres van de zetel van de vereniging waarvan het
afhangt. Eenieder die in naam van een centrum van werkzaamheden meewerkt aan een
akte waarop deze vermeldingen niet zijn aangebracht, kan persoonlijk
aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de
verbintenissen die het centrum van werkzaamheden krachtens die akte heeft
aangegaan.
§ 6. Elke vordering ingesteld door een centrum van werkzaamheden of door de
vereniging waarvan dat centrum afhangt, wordt opgeschort indien het centrum of
de vereniging de formaliteiten omschreven in dit artikel niet in acht heeft
genomen. De rechter bepaalt een termijn waarbinnen aan de verplichtingen moet
voldaan zijn. Indien het centrum of de vereniging binnen die termijn niet
voldoet aan de verplichtingen is de vordering niet ontvankelijk. »
Art. 39. In titel I van dezelfde wet wordt na artikel 26octies een hoofdstuk
III ingevoegd, luidende :
« Hoofdstuk III. - Openbaarmakingsformaliteiten.
Art. 26novies. - § 1. Op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg wordt een
dossier gehouden voor iedere Belgische vereniging zonder winstoogmerk, in dit
hoofdstuk « vereniging » genoemd, die haar zetel heeft in het arrondissement.
Dit dossier bevat :
1° de statuten van de vereniging;
2° de akten betreffende de benoeming of de ambtsbeëindiging van de bestuurders,
van de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen, van de personen
gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen en van de commissarissen;
3° een kopie van het register van de leden;
4° de beslissingen betreffende de nietigheid of de ontbinding van de vereniging,
de vereffening ervan en de benoeming en de ambtsbeëindiging van de vereffenaars,
bedoeld in artikel 23, eerste lid; de rechterlijke beslissingen moeten slechts
bij het dossier worden gevoegd als zij in kracht van gewijsde zijn gegaan of
uitvoerbaar zijn bij voorraad;
5° de jaarrekening van de vereniging, opgemaakt overeenkomstig artikel 17;
6° de wijzigingen in de in 1°, 2°, 4° en 5°, bedoelde akten, stukken en
beslissingen;
7° de gecoördineerde tekst van de statuten na de wijzigingen ervan.
Wanneer wijzigingen optreden in de samenstelling van de vereniging wordt een
bijgewerkte ledenlijst neergelegd binnen één maand te rekenen van de verjaardag
van de neerlegging van de statuten.
De Koning bepaalt de wijze waarop het dossier moet worden aangelegd en de
vergoeding die daarvoor wordt aangerekend aan de vereniging en die niet hoger
mag zijn dan de reële kostprijs. Hij kan erin voorzien dat de stukken bedoeld in
het tweede lid kunnen worden neergelegd en gereproduceerd in de door Hem
bepaalde vorm. Onder de voorwaarden bepaald door de Koning, hebben kopieën
dezelfde bewijskracht als originele stukken en kunnen deze in de plaats ervan
worden gesteld. De Koning kan eveneens toestaan dat de gegevens van het dossier
die Hij bepaalt, op geautomatiseerde wijze worden verwerkt. Hij kan toestaan dat
de gegevensbestanden met elkaar in verbinding worden gebracht. Hij stelt in
voorkomend geval daarvoor de nadere regels vast.
Eenieder kan met betrekking tot een bepaalde vereniging kosteloos kennis nemen
van de neergelegde stukken. Tegen betaling van de griffierechten kan, op
mondelinge of schriftelijke aanvraag, een volledig of gedeeltelijk afschrift
ervan worden verkregen. Deze afschriften worden eensluidend verklaard met het
origineel, tenzij de aanvrager van deze formaliteit afziet.
§ 2. De akten, stukken en beslissingen bedoeld in § 1, tweede lid, 1°, 2° en
4°, en de wijzigingen ervan, worden, op kosten van de betrokkenen, bij
uittreksel bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad .
Het uittreksel vermeldt :
1° voor de statuten of hun wijziging, de gegevens bedoeld in artikel 2, eerste
lid;
2° voor de akten betreffende de benoeming en de ambtsbeëindiging van de
bestuurders, de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen, de
personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen en de commissarissen,
de gegevens bedoeld in artikel 9;
3° voor de rechterlijke beslissingen en de beslissingen van de algemene
vergadering of de vereffenaars betreffende de nietigheid of de ontbinding van de
vereniging of de vereffening, de auteur, de datum en het dispositief van de
beslissing;
4° voor de akten en beslissingen betreffende de benoeming en de ambtsbeëindiging
van de vereffenaars, de gegevens bedoeld in artikel 23, tweede lid.
De Koning wijst de ambtenaren aan die de akten, de stukken of beslissingen in
ontvangst nemen en bepaalt de vorm waarin en de voorwaarden waaronder zij moeten
worden neergelegd en bekendgemaakt. De bekendmaking moet binnen dertig dagen na
de neerlegging plaatsvinden op straffe van schadevergoeding ten laste van de
ambtenaren aan wie het verzuim of de vertraging te wijten is.
§ 3. De akten, de stukken en de beslissingen die krachtens deze titel moeten
worden neergelegd, kunnen aan derden slechts worden tegengeworpen vanaf de dag
van neerlegging ervan of, indien zij naar luid van deze titel ook moeten worden
bekendgemaakt, vanaf de dag van bekendmaking ervan in de bijlagen tot het
Belgisch Staatsblad , behalve indien de vereniging aantoont dat die derden reeds
kennis ervan hadden. Derden kunnen zich niettemin beroepen op akten, stukken en
beslissingen die niet zijn neergelegd of bekendgemaakt. Die akten, stukken en
beslissingen kunnen met betrekking tot handelingen verricht voor de
eenendertigste dag volgend op de bekendmaking, niet worden tegengeworpen aan
derden die aantonen dat zij onmogelijk kennis ervan hadden kunnen hebben.
In geval van tegenstrijdigheid tussen de neergelegde tekst en die bekendgemaakt
in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad , kan deze laatste niet aan derden
worden tegengeworpen. Zij kunnen zich evenwel erop beroepen tenzij de vereniging
aantoont dat zij van de neergelegde tekst kennis hadden. »
Art. 40. Titel II van dezelfde wet, bestaande uit de artikelen 27 tot 43,
wordt vervangen als volgt :
« Titel II. - De stichtingen
Art. 27. - Een stichting wordt opgericht door een rechtshandeling van één of
meer natuurlijke personen of rechtspersonen waarbij een vermogen wordt aangewend
ter verwezenlijking van een bepaald belangenloos doel. De stichting mag geen
stoffelijk voordeel verschaffen aan de stichters, de bestuurders, of enig ander
persoon, behalve, in dit laatste geval, indien dit kadert in de verwezenlijking
van het belangenloos doel.
De stichting kent geen leden noch vennoten.
De stichting moet op straffe van nietigheid bij authentieke akte worden
opgericht. Zij bezit rechtspersoonlijkheid onder de voorwaarden omschreven in
deze titel. De notaris moet na onderzoek de naleving van de bepalingen van deze
titel bevestigen.
Een stichting kan worden erkend als zijnde van openbaar nut indien zij gericht
is op de verwezenlijking van een werk van filantropische, levensbeschouwelijke,
religieuze, wetenschappelijke, artistieke, pedagogische of culturele aard.
Stichtingen die zijn erkend als zijnde van openbaar nut dragen de naam «
stichting van openbaar nut ». De andere stichtingen dragen de naam « private
stichting ».
Art. 28. - De statuten van een stichting vermelden ten minste :
1° de naam, voornamen, woonplaats, geboortedatum en -plaats van de stichters of,
ingeval het een rechtspersoon betreft, de naam, de rechtsvorm en het adres van
de zetel;
2° de naam van de stichting;
3° de precieze omschrijving van het doel of de doeleinden waarvoor zij is
opgericht, alsook de activiteiten die zij beoogt om die doeleinden te bereiken;
4° het adres van de zetel van de stichting, die in België gevestigd moet zijn;
5° a) de wijze van benoeming, van afzetting en van ambtsbeëindiging van de
bestuurders, de omvang van hun bevoegdheden en de wijze waarop zij deze
uitoefenen;
b) in voorkomend geval, de wijze van benoeming, van afzetting en van
ambtsbeëindiging van de personen gemachtigd om de stichting overeenkomstig
artikel 34, § 4, te vertegenwoordigen, de omvang van hun bevoegdheden en de
wijze waarop zij deze uitoefenen;
c) in voorkomend geval, de wijze van benoeming, van afzetting en van
ambtsbeëindiging van de personen aan wie overeenkomstig artikel 35 het dagelijks
bestuur van de stichting is opgedragen, de omvang van hun bevoegdheden en de
wijze waarop zij deze uitoefenen;
d) in voorkomend geval, de wijze van benoeming van de commissarissen;
6° de bestemming van het vermogen van de stichting bij ontbinding, dat tot een
ideëel doel moet worden aangewend. De statuten kunnen evenwel erin voorzien dat,
wanneer het belangenloos doel van de stichting is verwezenlijkt, de stichter of
zijn rechthebbenden een bedrag gelijk aan de waarde van de goederen of de
goederen zelf terugnemen die de stichter aan de verwezenlijking van dat doel
heeft besteed;
7° de voorwaarden waaronder de statuten kunnen worden gewijzigd;
8° de wijze van regeling van belangenconflicten.
Art. 29. - § 1. De private stichting verkrijgt rechtspersoonlijkheid vanaf de
dag dat haar statuten en de akten betreffende de benoeming van de bestuurders
worden neergelegd in het dossier bedoeld in artikel 31, § 1.
§ 2. De statuten van een stichting van openbaar nut worden meegedeeld aan de
minister die bevoegd is voor Justitie met het verzoek rechtspersoonlijkheid te
verlenen en de statuten goed te keuren. De stichting van openbaar nut verkrijgt
rechtspersoonlijkheid op de datum van het koninklijk besluit waarbij zij wordt
erkend.
- een entiteit die al dan niet rechtspersoonlijkheid bezit, kan elke
belanghebbende een vordering tot naamswijziging instellen bij de rechtbank van
eerste aanleg van het arrondissement waar die entiteit haar zetel heeft.
Art. 33. - Met uitzondering van de handgift behoeft elke gift onder de
levenden of bij testament aan een stichting machtiging door de Koning.
Machtiging is evenwel niet vereist voor de aanneming van giften waarvan de
waarde niet hoger is dan 100.000 EUR.
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt op één januari van elk jaar aangepast
aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober van het
voorbije jaar. Het indexcijfer van oktober 2001 geldt als basis.
De aanpassing van het bedrag geschiedt volgens de volgende formule : het nieuwe
bedrag is gelijk aan het basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer,
gedeeld door het indexcijfer dat als basis wordt genomen. Het resultaat wordt
naar het volgende tiende afgerond.
Het aangepaste bedrag wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad uiterlijk
op 15 december van elk jaar.
De machtiging kan alleszins niet worden verleend indien de stichting niet
voldaan heeft aan de artikelen 31 en 45.
Art. 34. - § 1. De stichting wordt bestuurd door een raad van bestuur
bestaande uit minstens drie leden. Hij is bevoegd om alle handelingen te
verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van de doeleinden van
de stichting.
§ 2. De leden van de raad van bestuur oefenen hun ambt collegiaal uit.
In uitzonderlijke gevallen, wanneer de dringende noodzakelijkheid en het belang
van de stichting zulks vereisen, kunnen de besluiten van de raad van bestuur,
ingeval de statuten dat toestaan, worden genomen bij schriftelijk akkoord van de
bestuurders.
§ 3. De leden van de raad van bestuur kunnen overeenkomen de taken onderling te
verdelen. Deze verdeling kan niet aan derden worden tegengeworpen, zelfs indien
zij is bekendgemaakt.
§ 4. De raad van bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte als
eiser of als verweerder. De statuten kunnen echter aan één of meer bestuurders
de bevoegdheid verlenen om alleen of gezamenlijk de stichting te
vertegenwoordigen. Zodanige bepaling kan overeenkomstig artikel 31, § 6, aan
derden worden tegengeworpen. De statuten kunnen aan deze bevoegdheid beperkingen
aanbrengen, maar deze beperkingen kunnen niet aan derden worden tegengeworpen,
zelfs indien zij zijn bekendgemaakt.
Art. 35. - Het dagelijks bestuur van de stichting, alsook de
vertegenwoordiging van de stichting wat dat bestuur aangaat mogen op de wijze
bepaald in de statuten worden opgedragen aan één of meer personen, al dan niet
bestuurders, die alleen of gezamenlijk optreden.
Hun benoeming, afzetting en bevoegdheden worden geregeld door de statuten.
Beperkingen van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid ten aanzien van het dagelijks
bestuur kunnen aan derden echter niet worden tegengeworpen, zelfs indien zij
zijn bekendgemaakt.
De bepaling dat het dagelijks bestuur wordt opgedragen aan één of meer personen
die alleen of gezamenlijk optreden, kan aan derden worden tegengeworpen onder de
voorwaarden bepaald in artikel 31, § 6.
Art. 36. - De stichting is aansprakelijk voor fouten die kunnen worden
toegerekend aan haar aangestelden of aan de organen waardoor zij handelt.
De bestuurders en de personen belast met het dagelijks bestuur gaan in die
hoedanigheid geen enkele persoonlijke verplichting aan inzake de verbintenissen
van de stichting. Zij zijn alleen verantwoordelijk voor de vervulling van hun
opgedragen taak en voor de fouten in hun bestuur.
Art. 37. - § 1. Ieder jaar en ten laatste binnen zes maanden na de
afsluitingsdatum van het boekjaar maakt de raad van bestuur de jaarrekening van
het voorbije boekjaar op, overeenkomstig dit artikel, alsook de begroting van
het volgende boekjaar.
§ 2. Stichtingen voeren een vereenvoudigde boekhouding overeenkomstig een
model vastgesteld door de Koning, die ten minste betrekking heeft op de mutaties
in contant geld of op de rekeningen.
§ 3. Stichtingen houden evenwel een boekhouding en maken hun jaarrekening op
overeenkomstig de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de
ondernemingen indien zij bij de afsluiting van het boekjaar minstens twee van de
drie hiernavolgende drempels bereiken :
1° een jaargemiddelde van 5 personen uitgedrukt in voltijdse equivalenten die
zijn ingeschreven in het personeelsregister gehouden overeenkomstig het
koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van
sociale documenten;
2° totale ontvangsten van 250.000 EUR, exclusief de belasting over de
toegevoegde waarde, met uitzondering van buitengewone ontvangsten;
3° een balanstotaal van 1.000.000 EUR.
De Koning past de verplichtingen die voor deze stichtingen voortvloeien uit
voornoemde wet van 17 juli 1975 aan, rekening houdende met de bijzondere aard
van hun activiteiten en hun wettelijk statuut.
De Koning kan de bovenvermelde bedragen aanpassen aan de evolutie van het
indexcijfer van de consumptieprijzen.
§ 4. De §§ 2 en 3 zijn niet van toepassing op stichtingen die wegens de aard
van hun hoofdactiviteit onderworpen zijn aan bijzondere, uit een wetgeving of
overheidsreglementering voortvloeiende regels betreffende het houden van hun
boekhouding en betreffende hun jaarrekeningen voor zover deze regels minstens
gelijkwaardig zijn aan die voorzien op grond van deze wet.
§ 5. De stichtingen moeten de controle op hun financiële toestand, op de
jaarrekening en op de regelmatigheid ten aanzien van de wet en de statuten van
de in de jaarrekening weer te geven verrichtingen, aan één of meer
commissarissen opdragen indien het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer
dan 100 bedraagt, uitgedrukt in voltijdse equivalenten of indien de stichting
minstens twee van de volgende drie criteria overschrijdt :
1° een jaargemiddelde van 50 tewerkgestelde personen uitgedrukt in voltijdse
equivalenten die zijn ingeschreven in het personeelsregister gehouden
overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het
bijhouden van sociale documenten;
2° totale ontvangsten van 6.250.000 EUR, exclusief de belasting over de
toegevoegde waarde, met uitzondering van buitengewone ontvangsten;
3° een balanstotaal van 3.125.000 EUR.
De commissarissen worden benoemd door de raad van bestuur onder de leden,
natuurlijke personen of rechtspersonen, van het Instituut der bedrijfsrevisoren.
De Koning kan de bovenvermelde bedragen aanpassen aan de evolutie van het
indexcijfer van de consumptieprijzen.
§ 6. Binnen dertig dagen na de goedkeuring ervan door de raad van bestuur
wordt de jaarrekening van de private stichtingen bedoeld in § 3 door de
bestuurders neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Overeenkomstig het voorgaande lid worden gelijktijdig neergelegd :
1° een stuk met de naam en voornaam van de bestuurders en in voorkomend geval
van de commissarissen die in functie zijn;
2° in voorkomend geval, het verslag van de commissarissen.
De Koning bepaalt de nadere regels volgens welke en de voorwaarden waaronder de
in het eerste en het tweede lid bedoelde stukken moeten worden neergelegd,
alsmede het bedrag en de wijze van betalig van de kosten van de openbaarmaking.
De neerlegging wordt slechts aanvaard indien de op grond van dit lid
vastgestelde bepalingen worden nageleefd.
Binnen vijftien werkdagen na de aanvaarding van de neerlegging wordt daarvan
melding gemaakt in een door de Nationale Bank van België aangelegd bestand op
een drager en volgens de nadere regels die de Koning vaststelt. De tekst van de
vermelding wordt door de Nationale Bank van België overgezonden aan de griffie
van de rechtbank van eerste aanleg die het dossier van de private stichting
bedoeld in artikel 31, § 3, aanlegt en wordt bij dat dossier gevoegd.
De Nationale Bank van België reikt aan degenen die er, zelfs schriftelijk, om
vragen, een afschrift in de door de Koning vastgestelde vorm uit, hetzij van
alle stukken die haar op grond het eerste en het tweede lid worden overgezonden,
hetzij van de stukken bedoeld in het eerste en het tweede lid die haar worden
overgezonden en betrekking hebben op de met name genoemde private stichtingen en
op bepaalde jaren. De Koning stelt het bedrag vast dat aan de Nationale Bank van
België moet worden betaald voor de verkrijging van de in dit lid bedoelde
afschriften.
De griffies van de rechtbanken ontvangen van de Nationale Bank van België
kosteloos en onverwijld een afschrift van alle stukken bedoeld in het eerste en
het tweede lid in de vorm die door de Koning is vastgesteld.
De Nationale Bank van België is bevoegd om, volgens de nadere regels die door de
Koning zijn vastgesteld, algemene en anonieme statistieken op te maken en bekend
te maken over het geheel of een gedeelte van de gegevens vervat in de stukken
die haar op grond van het eerste en tweede lid worden overgezonden.
Art. 38. - Elke vordering ingesteld door een stichting die de formaliteiten
omschreven in artikel 31 niet in acht heeft genomen, wordt opgeschort. De
rechter bepaalt een termijn waarbinnen de stichting moet voldoen aan haar
verplichtingen. Ingeval de stichting nalaat zulks binnen die termijn te doen, is
de vordering niet ontvankelijk.
Art. 39. - Alleen de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar
de stichting haar zetel heeft, kan op verzoek van een stichter of van een van
zijn rechthebbenden, van één of meer bestuurders of van het openbaar ministerie
de ontbinding uitspreken van een stichting :
1° waarvan de doeleinden zijn verwezenlijkt;
2° die niet meer in staat is de doeleinden na te streven waarvoor zij is
opgericht;
3° die haar vermogen of de inkomsten uit dat vermogen voor andere doeleinden
aanwendt dan het doel waarvoor zij is opgericht;
4° die in ernstige mate in strijd handelt met haar statuten, of in strijd
handelt met de wet of de openbare orde;
5° die gedurende drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan de
verplichting om een jaarrekening neer te leggen overeenkomstig artikel 31, § 3,
tenzij de ontbrekende jaarrekeningen worden neergelegd voor de sluiting van de
debatten;
6° waarvan de duur ten einde is gekomen.
Zelfs indien de rechtbank de vordering tot ontbinding afwijst, kan zij de
vernietiging van de betwiste handeling uitspreken.
Art. 40. - § 1. De rechtbank die de ontbinding uitspreekt, kan hetzij tot de
onmiddellijke afsluiting van de vereffening beslissen, hetzij de
vereffeningswijze bepalen en één of meer vereffenaars aanwijzen. Na afloop van
de vereffening brengen de vereffenaars verslag uit bij de rechtbank, waarbij een
overzicht van de waarden van de stichting en van het gebruik ervan, alsmede het
voorstel van bestemming wordt voorgelegd. De rechtbank verleent toestemming om
de goederen te bestemmen met inachtneming van de statuten.
De rechtbank spreekt de afsluiting van de vereffening uit.
§ 2. De vordering tot ontbinding op grond van artikel 39, eerste lid, 5°, kan
slechts worden ingesteld na verloop van een termijn van zeven maanden te rekenen
van de afsluiting van het derde boekjaar.
Art. 41. - De bestemming van het actief mag de rechten van de schuldeisers
niet schaden.
De vordering van de schuldeisers verjaart na vijf jaar vanaf de bekendmaking van
de beslissing betreffende de bestemming van het actief.
Art. 42. - Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere
stukken uitgaande van een stichting die het voorwerp is geweest van een
beslissing tot ontbinding, vermelden de naam van de stichting, onmiddellijk
voorafgegaan of gevolgd door de woorden « private stichting in vereffening » of
« stichting van openbaar nut in vereffening ».
Eenieder die namens een stichting in vereffening meewerkt aan een in het eerste
lid vermelde stuk waarop deze vermelding niet is aangebracht, kan persoonlijk
aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de
verbintenissen daarin door de stichting aangegaan.
Art. 43. - De rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar de
stichting haar zetel heeft, kan de afzetting uitspreken van bestuurders die
blijk hebben gegeven van kennelijke nalatigheid, die de verplichtingen welke hen
door de wet of de statuten zijn opgelegd niet nakomen of die goederen van de
stichting aanwenden in strijd met hun bestemming of voor een doel in strijd met
de statuten, met de wet of met de openbare orde.
In dat geval benoemt de rechtbank de nieuwe bestuurders overeenkomstig de
statuten.
Art. 44. - § 1. Iedere private stichting kan bij authentieke akte en mits
goedkeuring van de Koning worden omgevormd in een stichting van openbaar nut
overeenkomstig de bepalingen van deze titel. Die omvorming brengt geen wijziging
mee in de rechtspersoonlijkheid van de stichting.
§ 2. Aan de akte worden toegevoegd :
1° een toelichtend verslag opgesteld door de raad van bestuur;
2° een staat van de activa en passiva van de stichting die niet meer dan drie
maanden voordien is vastgesteld;
3° een verslag over die staat waarin inzonderheid wordt vermeld of daarin de
toestand van de stichting op volledige, getrouwe en juiste wijze is weergegeven,
en dat is opgesteld door een bedrijfsrevisor of door een accountant ingeschreven
op het tableau van de externe accountants van het Instituut der accountants en
aangewezen door de raad van bestuur.
De akte wordt gevoegd bij het dossier bedoeld in artikel 31 en bekendgemaakt
overeenkomstig § 4 van dezelfde bepaling.
Art. 45. - Stichtingen die op geldige wijze in het buitenland zijn opgericht
overeenkomstig de wet van de Staat waartoe zij behoren, kunnen in België een
zetel van werkzaamheden openen. Een zetel van werkzaamheden is een duurzame
inrichting zonder afzonderlijke rechtspersoonlijkheid waarvan de activiteiten in
overeenstemming zijn met het doel van de stichting. Die stichtingen moeten
artikel 31, § 1 en §§ 3 tot 6 in acht nemen. »
Art. 41. In dezelfde wet wordt na titel II, een titel III ingevoegd, bestaande
uit de artikelen 46 tot 58, luidende :
« Titel III. - Internationale verenigingen zonder winstoogmerk
Art. 46. - Onder de voorwaarden en binnen de grenzen bepaald in deze wet,
kan, door de Koning, rechtspersoonlijkheid worden verleend aan verenigingen
toegankelijk voor Belgen en vreemdelingen, die hun zetel in België hebben en die
een niet-winstgevend doel van internationaal nut nastreven, voor zover hun doel
of hun activiteiten niet strijdig zijn met de wet of met de openbare orde.
Een internationale vereniging zonder winstoogmerk is die welke niet nijverheids-
of handelszaken drijft en welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan haar
leden te verschaffen.
Art. 47. - § 1. Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en
andere stukken uitgaande van een internationale vereniging zonder winstoogmerk
waaraan rechtspersoonlijkheid is verleend, moeten de naam ervan vermelden,
onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden « internationale vereniging
zonder winstoogmerk » of door de afkorting « IVZW », alsook het adres van de
zetel ervan.
§ 2. Alleen de internationale verenigingen zonder winstoogmerk die
overeenkomstig de bepalingen van deze titel of onder de wet van 25 oktober 1919
tot verlening van de rechtspersoonlijkheid aan de internationale verenigingen
met menslievend, godsdienstig, wetenschappelijk, artistiek of pedagogische doel,
geldig zijn opgericht, mogen de naam « internationale vereniging zonder
winstoogmerk » voeren. Bij niet naleving van deze vereiste door een entiteit die
al dan niet rechtspersoonlijkheid bezit, kan elke belanghebbende een vordering
tot naamswijziging instellen bij de rechtbank van eerste aanleg van het
arrondissement waar die entiteit haar zetel heeft.
Art. 48. - De statuten moeten volgende gegevens vermelden :
1° de naam van de internationale vereniging zonder winstoogmerk en het adres van
haar zetel;
2° de precieze omschrijving van het doel of de doeleinden waarvoor zij is
opgericht, alsook de activiteiten die zij beoogt om dat doel of die doeleinden
te bereiken;
3° de voorwaarden en de formaliteiten betreffende toetreding en uittreding van
de leden en, in voorkomend geval, van de leden van de verschillende categorieën;
4° de rechten en verplichtingen van de leden en, in voorkomend geval, van de
leden van de verschillende categorieën;
5° de bevoegdheden van het algemeen leidinggevend orgaan van de internationale
vereniging zonder winstoogmerk, en de wijze van bijeenroeping en van
besluitvorming ervan, alsook de voorwaarden waaronder haar beslissingen aan de
leden ter kennis worden gebracht;
6° de bevoegdheden van het bestuursorgaan van de internationale vereniging
zonder winstoogmerk, en de wijze van bijeenroeping en van besluitvorming ervan,
de wijze van benoeming, van ambtsbeëindiging en van afzetting van de
bestuurders, hun mimimumaantal, de duur van hun mandaat, de omvang van hun
bevoegdheden en de wijze waarop zij deze uitoefenen, alsook de wijze van
aanwijzing van de personen bevoegd om de vereniging te verbinden tegenover
derden en haar in handelingen en in rechtsvorderingen te vertegenwoordigen;
7° de voorwaarden voor statutenwijziging, voor ontbinding en vereffening van de
vereniging en de bestemming van het vermogen van de internationale vereniging
zonder winstoogmerk. Bij ontbinding moet dit tot een belangenloos doel worden
aangewend.
Deze statuten worden bij authentieke of bij onderhandse akte vastgesteld. In
dat laatste geval volstaan twee originelen, niettegenstaande het bepaalde in
artikel 1325 van het Burgerlijk Wetboek.
Art. 49. - De internationale vereniging zonder winstoogmerk is aansprakelijk
voor fouten die kunnen worden toegerekend aan haar aangestelden en aan de
organen waardoor zij handelt.
De bestuurders en de dagelijkse bestuurders zijn niet persoonlijk verbonden door
de verbintenissen van de internationale vereniging zonder winstoogmerk. Zij zijn
alleen verantwoordelijk voor de vervulling van de hun opgedragen taak en
aansprakelijk voor de tekortkomingen in hun bestuur.
De leden gaan in deze hoedanigheid geen enkele persoonlijke verplichting aan
inzake de verbintenissen die de internationale vereniging zonder winstoogmerk
aangaat.
Art. 50. - § 1. De statuten worden meegedeeld aan de minister die bevoegd is
voor Justitie met het verzoek rechtspersoonlijkheid te verlenen en de statuten
goed te keuren.
De internationale vereniging zonder winstoogmerk verkrijgt rechtspersoonlijkheid
op de datum van het koninklijk besluit waarbij zij wordt erkend.
§ 2. Niettemin kunnen in naam van de internationale vereniging zonder
winstoogmerk verbintenissen worden aangegaan vooraleer zij rechtspersoonlijkheid
bezit. Tenzij anders is overeengekomen, zijn zij die in enigerlei hoedanigheid
dergelijke verbintenissen aangaan, daarvoor persoonlijk en hoofdelijk
aansprakelijk, behalve wanneer de internationale vereniging zonder winstoogmerk
binnen twee jaar na het ontstaan van de verbintenis rechtspersoonlijkheid heeft
verkregen en zij bovendien die verbintenissen binnen zes maanden na verkrijging
van de rechtspersoonlijkheid heeft overgenomen. Verbintenissen overgenomen door
de internationale vereniging zonder winstgevend doel worden geacht van het begin
af door de internationale vereniging zonder winstoogmerk te zijn aangegaan.
§ 3. Elke wijziging van de gegevens vermeld in artikel 48, eerste lid, 2°,
moet door de Koning worden goedgekeurd. Andere wijzigingen aan de statuten
moeten worden meegedeeld aan de minister die bevoegd is voor Justitie of aan
zijn vertegenwoordiger en door één van hen worden aanvaard onder de voorwaarden
en binnen de grenzen bepaald in deze wet.
Art. 51. - § 1. Op de Federale Overheidsdienst Justitie wordt een dossier
gehouden voor iedere internationale vereniging zonder winstoogmerk bedoeld in de
artikelen 46 en 58.
§ 2. Worden neergelegd in dat dossier :
- de statuten en hun wijzigingen;
- de gecoördineerde tekst van de statuten na hun wijziging;
- de akten betreffende de benoeming, de afzetting en de ambtsbeëindiging van de
bestuurders en, in voorkomend geval, van de personen gemachtigd om de
internationale vereniging zonder winstoogmerk te vertegenwoordigen; deze akten
vermelden de naam, de voornamen, de woonplaats of, ingeval het een rechtspersoon
betreft, de naam, de rechtsvorm en de zetel, en vermelden de omvang van de
bevoegdheden van die personen, alsook de wijze waarop zij deze uitoefenen;
- de beslissingen die de ontbinding en de vereffening van de internationale
vereniging zonder winstoogmerk vaststellen;
- de jaarrekening van de internationale vereniging zonder winstoogmerk opgesteld
overeenkomstig artikel 53.
§ 3. Worden op kosten van de belanghebbenden bekendgemaakt in de bijlagen tot
het Belgisch Staatsblad :
- de statuten en hun wijzigingen;
- de akten betreffende de benoeming, de afzetting en de ambtsbeëindiging van de
bestuurders en, in voorkomend geval, van de personen gemachtigd om de
internationale vereniging zonder winstoogmerk te vertegenwoordigen; deze akten
verduidelijken de omvang van de bevoegheden van die personen, alsook de wijze
waarop zij deze uitoefenen;
- de beslissingen betreffende de ontbinding en de vereffening van de
internationale vereniging zonder winstoogmerk.
§ 4. De Koning bepaalt de voorwaarden en de wijze van samenstelling van het
dossier en de wijze waarop het kan worden geraadpleegd.
§ 5. De akten, documenten en beslissingen waarvan de neerlegging krachtens
deze titel is voorgeschreven, kunnen aan derden niet worden tegengeworpen dan
vanaf de dag dat zij zijn neergelegd of, indien ook de bekendmaking ervan
krachtens deze titel is voorgeschreven, vanaf de dag dat zij in de bijlagen tot
het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt, tenzij indien de internationale
vereniging zonder winstoogmerk aantoont dat die derden er tevoren kennis van
hadden.
Derden kunnen zich niettemin beroepen op akten, documenten en beslissingen
die nog niet neergelegd of bekendgemaakt zijn.
In geval van tegenstrijdigheid tussen de neergelegde tekst en die welke in de
bijlagen tot het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt is, kan deze laatste niet
worden tegengeworpen aan derden. Die derden kunnen er zich echter wel op
beroepen, tenzij de internationale vereniging zonder winstoogmerk aantoont dat
zij kennis hadden van de neergelegde tekst.
Art. 52. - Elke vordering ingesteld door internationale verenigingen zonder
winstoogmerk die de formaliteiten omschreven in artikel 51 niet in acht hebben
genomen, wordt opgeschort. De rechter bepaalt een termijn waarin de
internationale vereniging zonder winstoogmerk deze verplichtingen moet nakomen.
Ingeval de internationale vereniging zonder winstoogmerk nalaat zulks binnen die
termijn te doen, is de vordering niet ontvankelijk.
Art. 53. - § 1. Ieder jaar maakt het bestuursorgaan de jaarrekening van het
voorbije boekjaar op, overeenkomstig dit artikel, alsook de begroting van het
volgende boekjaar. Het algemeen leidinggevend orgaan keurt de jaarrekening en de
begroting tijdens zijn eerstvolgende vergadering goed.
§ 2. Internationale verenigingen zonder winstoogmerk voeren een
vereenvoudigde boekhouding, overeenkomstig een model vastgesteld door de Koning,
die ten minste betrekking heeft op mutaties in contant geld of op de rekeningen.
§ 3. Internationale verenigingen zonder winstoogmerk houden evenwel een
boekhouding en maken hun jaarrekeningen op overeenkomstig de bepalingen van de
wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen indien zij bij de
afsluiting van het boekjaar ten minste twee van de drie hiernavolgende drempels
bereiken :
1° een jaargemiddelde van 5 werknemers, uitgedrukt in voltijdse equivalenten die
zijn ingeschreven in het personeelsregister gehouden overeenkomstig het
koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van
sociale documenten;
2° totale ontvangsten van 250.000 EUR, exclusief de belasting over de
toegevoegde waarde, met uitzondering van buitengewone ontvangsten;
3° een balanstotaal van 1.000.000 EUR.
De Koning past de verplichtingen die voor deze internationale verenigingen
zonder winstoogmerk voortvloeien uit voornoemde wet van 17 juli 1975 aan,
rekening houdend met de bijzondere aard van hun activiteiten en hun wettelijk
statuut. De Koning kan de bovenvermelde bedragen aanpassen aan de evolutie van
het indexcijfer van de consumptieprijzen.
§ 4. De §§ 2 en 3 zijn niet van toepassing op internationale verenigingen
zonder winstoogmerk die wegens de aard van hun hoofdactiviteit onderworpen zijn
aan bijzondere regels betreffende het houden van hun boekhouding en betreffende
hun jaarrekening voor zover deze regels minstens gelijkwaardig zijn aan die
voorzien op grond van deze wet.
§ 5. De internationale verenigingen zonder winstoogmerk moeten de controle op
hun financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid, ten aanzien
van de wet en de statuten, van de in de jaarrekening weer te geven
verrichtingen, aan één of meer commissarissen opdragen indien het jaargemiddelde
100 werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten te boven gaat of indien de
IVZW ten minste twee van de volgende criteria overschrijdt :
1° een jaargemiddelde van 50 personen uitgedrukt in voltijdse equivalenten die
zijn ingeschreven in het personeelsregister gehouden overeenkomstig het
koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van
sociale documenten;
2° totale ontvangsten van 6.250.000 EUR, exclusief de belasting over de
toegevoegde waarde, met uitzondering van buitengewone ontvangsten;
3° een balanstotaal van 3.125.000 EUR.
De commissarissen worden benoemd door het bestuursorgaan onder de leden,
natuurlijke personen of rechtspersonen, van het Instituut der bedrijfsrevisoren.
De Koning kan de bovenvermelde bedragen aanpassen aan de evolutie van het
indexcijfer van de consumptieprijzen.
Art. 54. - Met uitzondering van de handgiften behoeftigt elke gift onder de
levenden of bij testament aan een internationale vereniging zonder winstoogmerk
machtiging door de Koning. Machtiging is evenwel niet vereist voor de aanneming
van giften waarvan de waarde niet hoger is dan 100.000 EUR.
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt op één januari van elk jaar aangepast
aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober van het
voorbije jaar. Het indexcijfer van oktober 2001 geldt als basis.
De aanpassing van het bedrag geschiedt volgens de volgende formule : het nieuwe
bedrag is gelijk aan het basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer,
gedeeld door het indexcijfer dat als basis wordt genomen. Het resultaat wordt
naar het volgende tiende afgerond.
Het aangepaste bedrag wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad uiterlijk
op 15 december van elk jaar.
De machtiging kan alleszins niet worden verleend indien de internationale
vereniging zonder winstoogmerk niet voldaan heeft aan artikel 51.
Art. 55. - Op verzoek van het openbaar ministerie of van iedere
belanghebbende kan de ontbinding worden uitgesproken in de volgende gevallen :
1° aanwending van de middelen of de inkomsten van de internationale vereniging
zonder winstoogmerk voor andere doeleinden dan het doel waarvoor zij is
opgericht;
2° onvermogen;
3° afwezigheid van bestuur;
4° ernstige overtreding van de statuten, of overtreding van de wet of de
openbare orde.
Art. 56. - Voorzover de statuten of het daartoe in de statuten aangewezen
orgaan niet anders bepalen, benoemt de rechtbank van eerste aanleg op met
redenen omkleed verzoek van het openbaar ministerie of van iedere belanghebbende
de vereffenaars, wier handelingen worden geregeld in de artikelen 19 en 19bis .
Art. 57. - Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere
stukken uitgaande van een internationale vereniging zonder winstoogmerk die het
voorwerp is geweest van een beslissing tot ontbinding, moeten de naam ervan
vermelden, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden « internationale
vereniging zonder winstoogmerk in vereffening ».
Hij die namens van een internationale vereniging zonder winstoogmerk in
vereffening meewerkt aan een stuk bedoeld in het eerste lid waarop deze
vermelding niet is aangebracht, kan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld
voor alle of voor een gedeelte van de daarin door de internationale vereniging
zonder winstoogmerk aangegane verbintenissen.
Art. 58. - Internationale verenigingen die een niet-winstgevend doel van
internationaal nut nastreven en die op geldige wijze in het buitenland zijn
opgericht overeenkomstig de wet van de Staat waartoe zij behoren, kunnen in
België een zetel van werkzaamheden openen. Een zetel van werkzaamheden is een
duurzame inrichting zonder afzonderlijke rechtspersoonlijkheid waarvan de
activiteiten in overeenstemming zijn met het doel van de internationale
vereniging die een niet-winstgevend doel van internationaal nut nastreeft. Deze
laatste verenigingen moeten artikel 51 in acht nemen. »
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het Wetboek van registratie-, hypotheek-, en
griffierechten
Art. 42. In artikel 117, § 3, eerste lid, van het Wetboek van registratie-,
hypotheek- en griffierechten, wordt tussen de woorden « inbreng van aandelen »
en de woorden « of deelbewijzen », en tussen de woorden « waarvan de aandelen »
en de woorden « of deelbewijzen » telkens het woord « , aandelencertificaten »
ingevoegd.
Art. 43. In artikel 140, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de
wet van 12 april 1957, de koninklijke besluiten van 12 september 1957 en 27 juli
1961 en de wetten van 22 juli 1970, 22 december 1989 en 20 juli 1990, worden de
volgende wijzigingen aangebracht :
a) in 3° vervallen de woorden « met inbegrip van de inbrengsten om niet »;
b) er wordt een 3°bis ingevoegd, luidende :
« 3°bis het algemeen vast recht voor de inbrengen om niet aan private
stichtingen en stichtingen van openbaar nut of aan rechtspersonen als bedoeld
onder 2°, indien de inbrenger zelf een private stichting of stichting van
openbare nut of een dezer rechtspersonen is. »
Art. 44. In arikel 183, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de
wet van 13 augustus 1947, worden de woorden « instellingen van openbaar nut,
alle vereenigingen of vennootschappen die in België haar hoofdinrichting »
vervangen door de woorden « stichtingen van openbaar nut en private stichtingen,
alle verenigingen en vennootschappen die in België hun hoofdinrichting ».
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen in het Wetboek der successierechten
Art. 45. In artikel 96, eerste lid, van het Wetboek der successierechten,
vervangen bij de besluitwet van 4 mei 1940 en gewijzigd bij de wet van 22
december 1989, worden de woorden « of instellingen van openbaar nut, alle
verenigingen » vervangen door de woorden « , de stichtingen van openbaar nut en
de private stichtingen, alle verenigingen ».
Art. 46. In artikel 97, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de
besluitwet van 4 mei 1940 en gewijzigd bij de wetten van 13 augustus 1947 en 22
december 1989, worden de woorden « of instellingen van openbaar nut, alle
verenigingen » vervangen door de woorden « , de stichtingen van openbaar nut en
de private stichtingen, alle verenigingen ».
Art. 47. In artikel 100, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de
besluitwet van 4 mei 1940 en gewijzigd bij de wetten van 13 augustus 1947 en 22
december 1989, worden de woorden « of instellingen van openbaar nut, alle
vereenigingen » vervangen door de woorden « , de stichtingen van openbaar nut en
de private stichtingen, alle verenigingen ».
Art. 48. In artikel 109, 4°, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden «
gemeenten en openbare instellingen of instellingen van openbaar nut » vervangen
door de woorden « gemeenten, openbare instellingen en stichtingen van openbaar
nut ».
Art. 49. Artikel 147 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Art. 147. - De verenigingen zonder winstoogmerk en de private stichtingen zijn
vanaf 1 januari volgend op de datum van hun oprichting onderworpen aan een
jaarlijkse taks tot vergoeding van de successierechten. »
Art. 50. Artikel 148 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Art. 148. - Aan de taks zijn onderworpen :
1° de verenigingen zonder winstogmerk na 10 juli 1921 opgericht;
2° de inrichtingen en verenigingen zonder winstoogmerk die rechtspersoonlijkheid
verkregen hebben bij de wetten van 7 augustus 1919, van 12 maart en van 25 mei
1920;
3° de private stichtingen;
4° de internationale verenigingen zonder winstoogmerk. »
Art. 51. Artikel 148bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22
december 1989, wordt vervangen als volgt :
« Art. 148bis . - De inrichtingen en verenigingen zonder winstoogmerk, de
private stichtingen en de internationale verenigingen zonder winstoogmerk
waarvan het geheel van de bezittingen bedoeld in artikel 150 een waarde heeft
die 25.000 EUR niet overschrijdt, zijn niet aan de taks onderworpen. »
Art. 52. Artikel 150 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Art. 150. - De belasting is verschuldigd op het geheel van de bezittingen van
de inrichting, de vereniging zonder winstoogmerk, private stichting of
internationale vereniging zonder winstoogmerk.
Daaronder zijn evenwel niet begrepen :
1° de nog verschuldigde en niet gekapitaliseerde intresten, rentetermijnen,
huur- en pachtgelden en, meer in het algemeen, burgerlijke vruchten van welke
aard ook, alsmede jaarlijkse bijdragen en inschrijvingsgelden;
2° de al dan niet genoten natuurlijke vruchten;
3° de liquiditeiten en het bedrijfskapitaal bestemd om gedurende het jaar
verbruikt te worden voor de activiteit van de vereniging of stichting;
4° de in het buitenland gelegen onroerende goederen;
5° de effecten uitgegeven door handelsvennootschappen waarvan de vereniging of
stichting als bezitter-emittent wordt aangemerkt krachtens artikel 3 van de wet
van 15 juli 1998 betreffende de certificatie van effecten uitgegeven door
handelsvennootschappen, op voorwaarde dat de certificaten krachtens artikel 13,
§ 1, eerste lid, van dezelfde wet voor de toepassing van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 gelijkgesteld worden met de effecten waarop ze
betrekking hebben.
Van het in het eerste lid bedoelde geheel van de bezittingen kunnen geen
lasten in mindering worden gebracht, met uitzondering van :
1° de nog niet betaalde termijnen van hypothecaire leningen, mits de hypotheek
is gevestigd op goederen van de vereniging of stichting en minstens 50 % van de
hoofdsom van de lening waarborgt ;
2° de door de vereniging of stichting als algemene legataris van een
nalatenschap nog uit te voeren legaten van een geldsom.
De bepalingen van boek I betreffende de belastinggrondslag en de rechtsregeling
van de voorwaardelijke en betwiste bezittingen zijn van overeenkomstige
toepassing op de belasting ingesteld bij artikel 147. »
Art. 53. In artikel 151 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11
juli 1960, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden « verenigingen zonder winstoogmerken »
vervangen door de woorden « verenigingen zonder winstoogmerk, private
stichtingen en internationale verenigingen zonder winstoogmerk »;
2° in het tweede lid worden tussen de woorden « voormelde verenigingen » en «
ertoe gehouden » de woorden « en stichtingen » ingevoegd.
Art. 54. In artikel 156 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 14
augustus 1947 en 22 december 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden « heeft de vereniging het vermogen »
vervangen door de woorden « heeft de vereniging zonder winstoogmerk, de private
stichting of de internationale vereniging zonder winstoogmerk de mogelijkheid »;
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
« De in het eerste lid bedoelde verenigingen of stichtingen die van deze
mogelijkheid gebruik maken zijn ervan ontheven een aangifte voor elk van de twee
volgende jaren in te leveren »;
3° in het derde lid wordt het woord « vereniging » telkens vervangen door de
woorden « vereniging of stichting ».
Art. 55. In artikel 157 van hetzelfde Wetboek wordt het woord « vereniging »
vervangen door de woorden « vereniging zonder winstoogmerk, private stichting of
internationale vereniging zonder winstoogmerk ».
Art. 56. In artikel 158bis , eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij
de wetten van 14 augustus 1947 en 22 juli 1993, worden de woorden « Elke
vereniging » vervangen door de woorden « Elke vereniging zonder winstoogmerk,
private stichting of internationale vereniging zonder winstoogmerk ».
HOOFDSTUK V. - Andere wijzigingsbepalingen
Art. 57. In artikel 65, eerste lid, van het Wetboek der zegelrechten,
gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, worden de woorden « of instellingen
van openbaar nut » vervangen door de woorden « , stichtingen van openbaar nut,
private stichtingen ».
Art. 58. In artikel 205-1, eerste lid, van het Wetboek der met het zegel
gelijkgestelde taksen, gewijzigd bij de wet van 13 augustus 1947, het
regentbesluit van 25 november 1947 en de wetten van 27 juli 1953 en 10 juli
1969, worden de woorden « de openbare inrichtingen of de inrichtingen van
openbaar nut » vervangen door de woorden « de openbare instellingen, de
stichtingen van openbaar nut, de private stichtingen ».
Art. 59. In artikel 1, eerste lid, van de wet van 22 december 1989
betreffende de bescherming van de gezinswoning worden de woorden « een
instelling van openbaar nut die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1921,
waarbij aan de verenigingen zonder winstoogmerk en aan de instellingen van
openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend » vervangen door de woorden «
een stichting van openbaar nut die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1921
betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen
zonder winstoogmerk en de stichtingen ».
Art. 60. In artikel 22, § 1, tweede lid, van de wet van 10 juni 1964 op het
openbaar aantrekken an spaargelden, vervangen bij de wet van 4 april 1995, wordt
het woord « instellingen » vervangen door het woord « stichtingen ».
Art. 61. In artikel 58 van de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en
financiële bepalingen worden de woorden « instellingen van openbaar nut »
vervangen door de woorden « stichtingen van openbaar nut ».
Art. 62. Artikel 181, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, wordt aangevuld als
volgt :
« 8° opgericht zijn met toepassing van de wet van 27 juni 1921 betreffende de
verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder
winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de
stichtingen, voor zover hun activiteit louter bestaat in certificatie in de zin
van de wet van 15 juli 1998 betreffende de certificatie van effecten uitgegeven
door handelsvennootschappen, en de door hen uitgegeven certificaten krachtens
artikel 13, § 1, eerste lid, van dezelfde wet voor de toepassing van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 gelijkgesteld worden met de effecten waarop ze
betrekking hebben. »
HOOFDSTUK VI. - Overgangsbepaling
Art. 63. De Belgische verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen van
openbaar nut opgericht vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, en de
buitenlandse verenigingen zonder winstoogmerk die in België een centrum van
werkzaamheden hebben opgericht vóór die datum moeten de verplichtingen bepaald
in deze wet naleven en, in voorkomend geval, de neerlegging bedoeld in de
artikelen 3, § 1, 26octies , § 1, 26novies , § 1, 31 of 45, van de wet van 27
juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale
verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, zoals gewijzigd door deze
wet, verrichten binnen één of meer door de Koning te bepalen termijnen, die niet
korter mogen zijn dan een jaar en niet langer dan vijf jaar te rekenen van de
datum van inwerkingtreding van deze wet.
De internationale verenigingen zonder winstoogmerk waaraan voor de datum van
inwerkingtreding van deze wet rechtspersoonlijkheid is verleend, dan wel
toestemming is gegeven om in België de rechten uit te oefenen welke voortvloeien
uit hun nationaal statuut moeten de verplichtingen bepaald in deze wet naleven
binnen één of meer door de Koning te bepalen termijn of termijnen, die niet
korter mogen zijn dan een jaar en niet langer dan vijf jaar te rekenen van de
datum van inwerkingtreding van deze wet.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 64. Titel III van de voormelde wet van 27 juni 1921 wordt titel IV. Deze
titel bestaat uit de huidige artikelen 53 en 54, die de artikelen 59 en 60
worden.
Titel IV van dezelfde wet van 27 juni 1921 wordt titel V. Deze titel bestaat uit
het huidig artikel 55, dat artikel 61 wordt.
Art. 65. De Koning kan de nummering en onderverdeling van de artikelen van de
wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de
internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen wijzigen.
De Koning wordt tevens gemachtigd de in de andere wetten gebruikte terminologie
in overeenstemming te brengen met de terminologie van deze wet.
Art. 66. Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand
volgend op de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad .
Art. 67. De wet van 25 oktober 1919 tot verlening van rechtspersoonlijkheid
aan de internationale verenigingen met menslievend, godsdienstig,
wetenschappelijk, artistiek of pedagogisch doel wordt opgeheven.
Art. 68. In het enig artikel van de wet van 12 juli 1931 betreffende de
uitbreiding tot alle rechtspersonen van het voordeel van de voorlopige
aanvaarding van bij akte gedane schenkingen onder de levenden, worden de woorden
« of inrichtingen van openbaar nut », vervangen door de woorden « of stichtingen
van openbaar nut ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed
en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 2 mei 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
Nota
(1) Kamer van volksvertegenwoordigers :
Stukken :
1854 - 1998/1999 :
001 : Wetsontwerp.
002 tot 006 : Amendementen.
007 : Verslag.
008 : Tekst aangenomen door de commissie.
009 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Zie ook :
Handelingen van de Senaat : 21 en 22 april 1999.
Senaat.
Stukken :
2-1382 - 1999/2000 :
Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers.
2-283 - 1999/2000 :
Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers tijdens
de vorige zittingsperiode en van verval ontheven.
Nrs. 2 tot 9 : Amendementen.
2-283 - 2000/2001 :
Nrs. 10 tot 15 : Amendementen.
Nr. 16 : Verslag.
Nr. 17 : Tekst geamendeerd door de commissie.
Nr. 18 : Amendementen.
Nr. 19 : Tekst geamendeerd door de Senaat en teruggezonden naar de Kamer van
volksvertegenwoordigers
Zie ook :
Handelingen van de Senaat : 13 en 14 juni 2001.
Kamer van volksvertegenwoordigers :
Stukken :
Doc 50 1301/ (2000/2001) :
001 : Ontwerp geamendeerd door de Senaat.
002 tot 007 : Amendementen.
008 : Verslag.
009 : Tekst aangenomen door de commissie.
010 tot 013 : Amendementen.
014 : Verslag.
015 : Tekst aangenomen door de commissie.
016 : Gecoördineerde tekst.
017 : Amendementen.
018 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en teruggezonden naar de Senaat.
Zie ook :
Integraal verslag : 10 januari en 21 februari 2002.
Senaat.
Stukken :
2-283 - 2001/2002 :
Nr. 20 : Ontwerp opnieuw geamendeerd door de Kamer.
Nr. 21 : Amendementen.
Nr. 22 : Verslag.
Nr. 23 : Tekst geamendeerd door de commissie.
Nr. 24 : Amendementen.
Zie ook :
Handelingen van de Senaat : 7 maart 2002.
Kamer van volksvertegenwoordigers.
Stukken :
Doc 50 1301/ (2000/2001) :
019 : Ontwerp opnieuw geamendeerd door de Senaat.
020 : Amendementen.
021 : Verslag.
022 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter
bekrachtiging voorgelegd.
Zie ook :
Integraal verslag : 18 april 2002.
Doc 50 82/6, 8, 9, 11, 17, 22, 24 : Beslissingen van de parlementaire
overlegcommissie