Overzicht recente wetteksten
BS 26.06.02
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van
de Grondwet.
Zij heeft tot doel de richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999
betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst
inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd om te zetten.
Art. 2. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :
1° werknemer : de persoon die, krachtens een arbeidsovereenkomst, tegen loon
arbeid verricht onder het gezag van een andere persoon;
2° arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd : een arbeidsovereenkomst gesloten
met een werknemer als bedoeld in 1°, waarvan het einde wordt bepaald door
objectieve voorwaarden zoals het bereiken van een bepaald tijdstip of het
voltooien van een duidelijk omschreven werk;
3° vergelijkbare werknemer in vaste dienst : een werknemer, bedoeld in 1°, met
een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dezelfde vestiging, die
hetzelfde of soortgelijk werk verricht of dezelfde of een soortgelijke functie
uitoefent; indien in dezelfde vestiging geen vergelijkbare werknemer in vaste
dienst werkzaam is, wordt de vergelijking gemaakt op basis van een vergelijkbare
werknemer in vaste dienst in dezelfde onderneming of, bij afwezigheid van
dergelijke werknemer in de onderneming, in dezelfde bedrijfstak;
4° werkgevers : de natuurlijke personen of rechtspersonen die de in 2° bedoelde
werknemers tewerkstellen.
Art. 3. Deze wet is van toepassing op de werknemers met een
arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd en op hun werkgevers.
De bepalingen van deze wet zijn niet van toepassing op de arbeidsovereenkomst
voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987
betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking
stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.
Arbeidsovereenkomsten die zijn gesloten in het kader van een speciaal door of
met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinpassings- en
omscholingsprogramma zijn uitgesloten uit het toepassingsgebied van deze wet.
Art. 4. Met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden worden werknemers met een
arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd louter op grond van het feit dat zij
voor bepaalde tijd werken, niet minder gunstig behandeld dan vergelijkbare
werknemers in vaste dienst, tenzij het verschil in behandeling om objectieve
redenen gerechtvaardigd is.
Wanneer zulks passend is, kunnen hun rechten worden vastgesteld in verhouding
tot hun arbeidsduur.
De vaststelling van de anciėnniteit met betrekking tot bepaalde
arbeidsvoorwaarden geschiedt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor
een bepaalde tijd aan de hand van dezelfde criteria als voor werknemers in vaste
dienst, behalve wanneer verschillende periodes van anciėnniteit op basis van
objectieve gronden gerechtvaardigd zijn.
Art. 5. De werkgever stelt zijn werknemers met een arbeidsovereenkomst voor
een bepaalde tijd in kennis van vacatures in de onderneming of vestiging
teneinde hun dezelfde kans op een vaste betrekking te garanderen als andere
werknemers.
Deze informatie mag worden verstrekt door middel van een algemene bekendmaking
op een geschikte plaats in de onderneming of vestiging.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed
en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 5 juni 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
Met 's Lands zegel gezigeld :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
_______
Nota
(1) Kamer van volksvertegenwoordigers :
Stukken :
Doc 50-1653 - 2001/2002 :
Nr. 1. Wetsontwerp. - Nr. 2. Verslag. - Nr. 3. Tekst aangenomen in plenaire
vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal verslag : 17 en 18 april 2002
Senaat :
Stukken :
2-1106 - 2001/2002 :
Nr. 1. Ontwerp niet geėvoceerd door de Senaat.