Overzicht recente wetteksten
BS 16.06.02, Editie 2
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
De Verenigde Vergadering heeft aangenomen en Wij, Verenigd College, bekrachtigen
hetgeen volgt :
HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als
bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Art. 2. Voor de toepassing van deze ordonnantie dient te
worden verstaan onder :
1° bejaarde personen : personen van ten minste zestigjaar;
2° serviceresidentie en woningcomplex die diensten aan
bejaarde personen aanbieden : voorziening bestaande uit één of meerdere
gebouwen, welke ook hun benaming is, en die bestemd zijn voor bejaarde personen,
die functioneel een geheel vormen en die privé-woningen omvatten waar bejaarde
personen een zelfstandig leven kunnen leiden en die diensten aanbieden waarop ze
een beroep doen;
3° afdeling : de bevoegde afdeling van de Commissie voor
Welzijnszorg van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
4° beheerder-dienstverstrekker : de rechts- of natuurlijke
persoon of personen die in een voorziening zoals bedoeld in artikel 2, 2°, een
geheel van diensten aanbieden;
5° directeur : de natuurlijke persoon door de
beheerderdienstverstrekker belast met de dagelijkse leiding over het geheel van
aangeboden diensten en de vertegenwoordiging van de beheerder-dienstverstrekker
tegenover de administratie;
6° burgemeester : de burgemeester van de gemeente waar de in
artikel 2, 2° bedoelde voorziening is gevestigd.
Art. 3. Deze ordonnantie is van toepassing op elke in artikel
2, 2° bedoelde voorziening, gelegen op het grondgebied van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, vallend onder het regime van de gedwongen mede-eigendom
in de zin van de artikelen 577 e.v. van het Burgerlijk Wetboek en waar diensten
tegen betaling worden verstrekt aan bejaarde personen die er gewoonlijk
verblijven.
HOOFDSTUK II. - Erkenning
Art. 4. Iedere dienstverstrekker-beheerder van een in artikel
2, 2° bedoelde voorziening wordt door het Verenigd College erkend, na advies van
de afdeling, voor een hemieuwbare periode van zes jaar.
Om erkend te worden, moet de aangeboden dienstverlening in de voorzieningen aan
de door het Verenigd College vastgestelde nonnen beantwoorden, na advies van de
afdeling.
Deze normen hebben ten minste betrekking op de voleende elementen
1° het verbod van enigerlei discriminatie op grond van
oorsprong of van politieke, culturele, filosofische of godsdienstige
overwegingen of op grond van seksuele geaardheid;
2° het respect voor de privacy en de individuele rechten van
de persoon;
3° de verplichting haar opdrachten ten gunste van de
gebruikers te vervullen ongeacht hun taalaanhorigheid;
4° de wijzen van participatie van de gebruikers van de
diensten door middel van een in elke voorziening op te richten bewonersraad;
5° de voorwaarden voor de hulp aan personen;
6° de kwaliteit, namelijk het geheel van eigenschappen en
kenmerken van de hulp of dienstverlening die van belang zijn voor het voldoen
aan vastgelegde of vanzelfsprekende behoeften van de gebruiker;
7° de kwalificatie van de directeuren van het personeel dat
instaat voor het geheel van aangeboden diensten, alsmede hun verplichting om het
beroepsgeheim na te leven,
8° het specifieke contract dat in de voorzieningen, bedoeld
in artikel 2, 2°, en na advies van de bewonersraad wordt gesloten tussen de
mede-eigenaars of hun mandataris en de kandidaat beheerder-dienstverstrekker.
Aflevering van de erkenning
Art. 5. Het Verenigd College kent een erkenning toe aan de
beheerder-dienstverstrekker voor de voorziening bedoeld in artikel 2, 2°, voor
zover die aanvraag aan de door dit College, na advies van de afdeling, gestelde
voorwaarden voldoet.
Bi de aanvraag tot het verkrijgen van deze erkenning, wordt
een beschrijvend dossier gevoegd, waarvan de inhoud wordt vastgesteld door het
Verenigd College, na advies van de afdeling.
De erkenning wordt verleend voor een periode van zes jaar. Zij wordt aan de
dienstverstrekker-beheerder en aan de mede-eigenaars van de voorziening of hun
mandataris ter kennis gebracht binnen zestig dagen na het indienen van de
aanvraag.
Geldigheid van de erkenning
Art. 6. De erkenning geldt slechts voor de voorziening
gevestigd op het adres vermeld in de erkenningsaanvraag. Zij vervalt van
rechtswege in geval van verandering van beheerder-dienstverstrekker.
De erkenning moet worden vermeld op alle akten, facturen, brieven, bestelbons en
andere stukken uitgaande van de beheerder-dienstverstrekker met betrekking tot
de voorziening.
De naam en het nummer van de erkenning van de beheerder- dienstverstrekker
worden goed zichtbaar in de voorziening aangebracht.
Art. 7. Indien zich tijdens de erkenningsperiode wijzigingen
voordoen in de voor de toepassing van artikel 4 relevante gegevens van het
dossier, worden deze onmiddellijk aan het Verenigd College meegedeeld.
Weigering en intrekking van de erkenning
Art. 8. Wanneer de diensten van het Verenigd College
vaststellen dat de voorwaarden van artikel 4, derde lid niet of niet meer worden
gerespecteerd, niettegenstaande een ingebrekestelling door dit College per
aangetekend schrijven, waarbij de beheerder-dienstverstrekker verzocht wordt
deze toestand binnen dertig dagen te verhelpen, wordt de erkenning geweigerd of
ingetrokken, na advies van de afdeling.
Deze beslissing wordt ter kermis gebracht van de
beheerder-dienstverstrekker binnen een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf
de vaststelling. Bovendien worden, binnen dezelfde termijn, de mede-eigenaars
van de voorziening bedoeld in artikel 2, 2°, of hun mandataris onmiddellijk van
deze beslissing op de hoogte gebracht. Deze stellen na advies van de
bewonersraad, een nieuwe dienstverstrekkende-beheerder voor aan de
mede-eigenaars.
Wanneer redenen van uiterst dringende noodzakelijkheid inzake
volksgezondheid of veiligheid het rechtvaardigen, kan het Verenigd College bij
een met redenen omklede beslissing en bij wijze van overgangsmaatregel, de
onmiddellijke intrekking bevelen van de erkenning van de
dienstverstrekker-beheerder; deze beslissing wordt terstond ter kennis gebracht
van de mede-eigenaars van de voorziening of hun mandataris. Deze laatste geeft
onmiddellijk uitvoering aan de noodzakelijke bewarende maatregelen die de
beslissing van onmiddellijke intrekking inhoudt.
Gevolg van de weigering, intrekking of verval van de
erkenning
Art. 9. Het Verenigd College verbiedt, na advies van de
afdeling, de verdere exploitatie en aanbieding van het geheel van diensten door
de dienstverstrekker-beheerder indien geen aanvraag tot erkenning werd ingediend
binnen een termijn van zestig dagen na het begin van aanbieding van de diensten
overeenkomstig het af te sluiten specifieke contract bedoeld in artikel 4, 8°,
of wanneer de erkenning wordt geweigerd of ingetrokken.
Het verval van rechtswege van de erkenning houdt een verbod van verdere
aanbieding van diensten in door de dienstverstrekker-beheerder.
Procedure
Art. 10. Het Verenigde College stelt, na advies van de
afdeling, de procedure vast en de wijze waarop de toekenning, de weigering of de
intrekking van de erkenning, ter kennis worden gebracht en uitgevoerd.
Art. 11. ledere beslissing tot erkenning, tot weigering of
tot intrekking van de erkenning en van bevel tot stopzetting van de
dienstverlening wordt binnen zestig dagen meegedeeld aan de burgemeester, die
een register bijhoudt dat ten gemeentenhuize kan worden geraadpleegd.
HOOFDSTUK III. - Inspectie en strafbepalingen
Art. 12. Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van de
gerechtelijke politie, zien de ambtenaren van de diensten van het Verenigd
College, door dit laatste aangewezen, toe op de toepassing van de bepalingen van
deze ordonnantie en van de krachtens deze ordonnantie genomen besluiten.
Dit toezicht brengt onder meer het recht mee om op elk ogenblik de
gemeenschappelijke delen van de voorzieningen ter beschikking gesteld van de
dienstverstrekkerbeheerder, te bezoeken, met inachtneming van de
onschendbaarheid van de woning, en ter plaatse zelf kennis te nemen van alle
stukken en bescheiden.
Art. 13. De in artikel 12 bedoelde ambtenaren stellen de
overtredingen vast in processen-verbaal die bewijswaarde hebben tot bewijs van
het tegendeel. Afschrift wordt aan de overtreder, aan de syndicus, aan de
burgemeester en aan de Procureur des Konings toegezonden binnen veertien dagen
na de vaststelling van de overtreding.
Art. 14. Wordt bestraft met een geldboete van 15 EUR tot 150
EUR
1° de beheerder die in een voorziening diensten aanbiedt
zonder de in de artikelen 4 en 5 bedoelde erkenning te hebben bekomen ofwel, in
overtreding van een beslissing tot weigering of intrekking van erkenning of van
een bevel tot stopzetting van de dienstverlening, diensten aanbiedt;
2° de beheerder die ten onrechte melding maakt van de
erkenning.
HOOFDSTUK IV. - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 15. De bepalingen van deze ordonnantie treden in werking
op de datum van inwerkingtreding van het uitvoeringsbesluit van het Verenigd
College, dat de overgangsmaatregelen kan vaststellen.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch
Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 13 mei 2004.
Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het
Gezondheidsbeleid,
J. CHABERT
Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het
Gezondheidsbeleid
D. GOSUIN
Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid
inzake Bijstand aan Personen,
E. TOMAS
Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid
inzake Bijstand aan Personen,
G. VANHENGEL