Overzicht recente wetteksten
BS 20.02.04, Editie 2
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
De Vlaamse regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming
der instellingen, inzonderheid op artikel 82;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 december
1985 tot aanwijzing van de leden van de Vlaamse regering ten verzoeke waarvan de
rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest worden gevoerd;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 26
april 2002, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een
maand;
Gelet op het advies 33.626/3 van de Raad van State, gegeven
op 1 oktober 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse
regering;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. In de rechtsgedingen waarin de Vlaamse Gemeenschap
en het Vlaamse Gewest optreden met betrekking tot aangelegenheden die tot de
uitsluitende bevoegdheid behoren van één Vlaamse minister, treedt die minister
op namens de Vlaamse regering.
Art. 2. Als de rechtsgedingen betrekking hebben op
aangelegenheden die tot de bevoegdheid behoren van meerdere Vlaamse ministers,
spreken deze ministers onderling af wie van hen namens de Vlaamse regering zal
optreden.
Bij ontstentenis van een dergelijke afspraak treedt de minister op die eerst
komt in de orde van voorrang.
Art. 3. De beslissing tot instelling van een geding wordt
onmiddellijk door de bevoegde minister meegedeeld aan de Vlaamse regering.
Art. 4. Het origineel van elke akte tot instelling van een
rechtsgeding tegen de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest wordt onverwijld
door de minister-president van de Vlaamse regering tegen ontvangstbewijs bezorgd
aan de bevoegde secretaris-generaal. Een afschrift van de akte tot instelling
van een rechtsgeding wordt tegelijkertijd doorgezonden aan de bevoegde Vlaamse
ministers.
Art. 5. De secretaris-generaal van elk departement is bevoegd
om in rechtsgedingen een advocaat aan te stellen uit een vooraf door de Vlaamse
minister vastgestelde lijst.
De secretaris-generaal kan deze bevoegdheid subdelegeren aan ambtenaren van zijn
departement, mits deze subdelegatie wordt meegedeeld aan het Rekenhof en aan de
Vlaamse minister.
Art. 6. Het besluit van de Vlaamse regering van 11 december
1985 tot aanwijzing van de leden van de Vlaamse regering ten verzoeke waarvan de
rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest worden gevoerd,
wordt opgeheven.
Art. 7. De minister-president van de Vlaamse regering is
belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 december 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering,
B. SOMERS