Overzicht recente wetteksten
BS 29.09.01
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op
artikel 69, § 4, derde en vierde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van
24 maart 1997;
Gelet op het advies van de overeenkomstencommissie tussen de rust- en
verzorgingstehuizen, de rustoorden voor bejaarden en de centra voor
dagverzorging en de verzekeringsinstellingen, gegeven op 12 januari 2001;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige
verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering,
gegeven op 26 februari 2001;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 maart 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, van 20 april 2001;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State
om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies 32.219/1/V van de Raad van State, gegeven op 13 september
2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op het
advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. De tegemoetkoming die is bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 wordt vanaf 1 juli 2001 tot 30
september 2001 verminderd met het percentage (P) dat per individuele inrichting
wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, § 1, 6°, van het
koninklijk besluit van 28 maart 2001 tot uitvoering van artikel 69, § 4, tweede
lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de verstrekkingen
bedoeld in artikel 34, 12° van dezelfde wet. Als dit percentage (P) groter is
dan 100, wordt het automatisch herleid naar 100.
Het bekomen resultaat van deze vermindering moet worden afgerond naar de lagere
of hogere frank naargelang het aantal centiemen lager is dan 50 of niet. De
tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de op 14 juli 1994
gecoördineerde wet, bedraagt na deze vermindering minstens 1 BEF.
Art. 2. Indien de som van de individuele budgetten (B) per inrichting, zoals die
zijn bepaald overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, § 2, van het hier voren
genoemde koninklijk besluit van 28 maart 2001 groter is dan het globaal budget
van financiële middelen (GB) zoals bepaald in het koninklijk besluit van 19 juli
2001 houdende vastlegging, voor het jaar 2001, van het globaal budget van
financiële middelen voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, 12° van de wet
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt de tegemoetkoming die is
bedoeld in artikel 37, § 12 van dezelfde wet vanaf 1 juli 2001 tot 30 september
2001 verminderd met het volgende percentage (= R) :
Waarbij
Bj = individueel budget van inrichting j, waarbij j = 1 tot n
n = het aantal inrichtingen.
Indien bovenvermeld percentage (R) groter is dan nul, en indien, in uitvoering
van het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, §
4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling van
wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van
de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan, de geboekte uitgaven
tot het eerste trimester 2001 voor de sectoren rustoorden voor bejaarden, rust-
en verzorgingstehuizen en centra voor dagverzorging samen, geen risico op
beduidende overschrijding vertonen, dan wordt dit percentage (R) herleid tot
nul.
Het bekomen resultaat van deze vermindering moet worden afgerond naar de lagere
of hogere frank naargelang het aantal centiemen lager is dan 50 of niet. De
tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de op 14 juli 1994
gecoördineerde wet, bedraagt na deze vermindering minstens 1 BEF.
Art. 3. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde verminderingen worden per inrichting
bepaald door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor
ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch
Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de
uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 september 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE