Overzicht recente wetteksten
BS 23.01.04, Editie 2
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de primaire
preventie van schadelijke effecten bij de mens, veroorzaakt door biologische
agentia;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 november
2002 betreffende de primaire preventie van de veteranenziekte in voor het
publiek toegankelijke plaatsen, aangehaald als het legionellabesluit;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op
6 januari 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12
januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli
1989, en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid rekening houdend met
het nakend verstrijken van de in het legionellabesluit vermelde termijnen voor
het opstellen van een risicoanalyse en beheersplan;
Overwegende dat gebleken is dat er in het veld belangrijke
problemen zijn om de opgelegde inspanningen te realiseren voor 10 januari 2004,
zoals het legionellabesluit vereist;
Gelet op de met redenen omklede motie van het Vlaams
Parlement van 3 juli 2003, en in het bijzonder op de vragen onder punt 2° en 4°
van de motie;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid
en Gelijke Kansen en de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden,
Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. In artikel 5, § 1, van het besluit van de Vlaamse
regering van 22 november 2002 betreffende de primaire preventie van de
veteranenziekte in voor het publiek toegankelijke plaatsen worden de woorden «
verneveling of druppelvorming » vervangen door de woorden « een aërosol ».
Art. 2. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt § 5
vervangen door wat volgt :
« § 5. Voor nieuwe installaties moet vóór de eerste ingebruikname een
beheersplan opgesteld worden. Voor de bestaande installaties moet een
beheersplan opgesteld worden binnen vierentwintig maanden na het van kracht
worden van dit besluit, met uitzondering van de hierna vermelde inrichtingen die
een beheersplan moeten opstellen binnen twaalf maanden na het van kracht worden
van dit besluit :
1° de publiek toegankelijke plaatsen vermeld in artikel 1,4°,
a) voor zover het gaat om logiesverstrekkende bedrijven of
exploitaties met whirlpools;
b) ;
c) voor zover het gaat om curatieve gezondheidszorg in
ziekenhuizen;
g) ;
i) ;
2° de inrichtingen met koeltorens. »
Art. 3. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door
wat volgt :
« Art. 8. De exploitant meldt aan de burgemeester de activiteiten die er
plaatsvinden. Deze melding gebeurt bij aanvang van de activiteiten. Voor
bestaande activiteiten gebeurt dit binnen vierentwintig maanden na het kracht
worden van dit besluit, met uitzondering van de hierna vermelde inrichtingen
waarvoor de melding binnen twaalf maanden na het van kracht worden van dit
besluit moet gebeuren :
1° de publiek toegankelijke plaatsen vermeld in artikel 1,
4°,
a) voor zover het gaat om logiesverstrekkende bedrijven of
exploitaties met whirlpools;
b) ;
c) voor zover het gaat om curatieve gezondheidszorg in
ziekenhuizen;
g) ;
i) ;
2° de inrichtingen met koeltorens.
De melding bevat naam en adres van de exploitatie, naam en
adres van de exploitant en plaats van bewaring van het register en het
beheersplan. Voor de instellingen gelegen in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad die wegens hun organisatie beschouwd moeten worden als
uitsluitend behorend tot de Vlaamse Gemeenschap zal deze melding door de
exploitant gebeuren bij de administratie Gezondheidszorg van de Vlaamse
Gemeenschap. »
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het
gezondheidsbeleid en de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse
aangelegenheden, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering
van dit besluit.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 9 januari 2004.
Brussel, 9 januari 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering,
B. SOMERS
De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden,
Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken,
P. VAN GREMBERGEN
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke
Kansen,
A. BYTTEBIER