Overzicht recente wetteksten
BS 19.09.03
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
Gelet op de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden,
gecoördineerd op 18 december 1991, inzonderheid op artikel 15, § 1, 7o;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985
tot vaststelling van de normen waaraan een serviceflatgebouw, een woningcomplex
met dienstverlening of een rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking
te komen, inzonderheid op norm 4.1.4. van de bijlage B van dit besluit, zoals
gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 4 april 2003;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven
op 17 juli 2003;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juni 2003
tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Overwegende dat in uitvoering van norm 4.1.4. van de bijlage
B van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985, voornoemd, en zoals
gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 4 april 2003, de minister kan
bepalen welke kwalificaties in aanmerking komen voor de tewerkstelling als
deskundige in animatie en activatie in een rusthuis,
Besluit :
Artikel 1. Voor de tewerkstelling als deskundige in animatie
en activatie in een rusthuis in het kader van norm 4.1.4. van de bijlage B van
het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985, voornoemd, komen die
personen in aanmerking die beschikken over ten minste :
- een diploma secundair onderwijs, uitgereikt in het algemeen
secundair onderwijs, het kunstsecundair onderwijs of het technisch secundair
onderwijs, of gelijkwaardig;
- ofwel een diploma van secundair onderwijs, uitgereikt in
het zevende specialisatiejaar van het beroepssecundair onderwijs, hetzij in de
studierichting « kinderzorg » hetzij in de studierichting « thuis- en
bejaardenzorg », of gelijkwaardig;
- ofwel een certificaat (modulaire opleiding) of een
getuigschrift (lineaire opleiding) van de opleiding « begeleider-animator voor
bejaarden » behaald in het studiegebied 'personenzorg' in het kader van het
volwassenenonderwijs.
Art. 2. Vanaf 31 woongelegenheden dient binnen het aantal
personeelsleden die tewerkgesteld worden als deskundige in animatie en activatie
minstens een halftijdse betrekking ingevuld te worden door één of meer
personeelsleden die beschikken over ten minste :
- een diploma uitgereikt door een instelling voor hoger
onderwijs in een afdeling van het hoger onderwijs van het korte type met
volledig leerplan;
- ofwel een diploma van een basisopleiding van één cyclus
uitgereikt door een hogeschool conform de bepalingen van het decreet van 13 juli
1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;
- ofwel vanaf het academiejaar 2004-2005 de graad van
bachelor in vervanging van of samen met de graden uitgereikt in de
basisopleidingen van één cyclus zoals bepaald in artikel 129, § 1 van het
decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs
in Vlaanderen en op voorwaarde dat de opleidingen voorkomen in de
omvormingslijst bedoeld in artikel 123, § 5 van voornoemde decreet.
Art. 3. Vanaf 1 juli 2008 en vanaf 91 woongelegenheden dient
binnen het aantal personeelsleden die tewerkgesteld worden als deskundige in
animatie en activatie minstens één voltijdse betrekking ingevuld te worden door
één of meer personeelsleden die beschikken over één van de diploma's zoals
opgesomd in artikel 2.
Art. 4. Die personeelsleden die vóór 1 januari 2004
tewerkgesteld waren in een rusthuis in de functie van deskundige in animatie en
activatie in toepassing van norm 4.1.4. van de bijlage B van het besluit van de
Vlaamse regering van 17 juli 1985, voornoemd, dienen ten laatste op 1 juli 2008
te beschikken over de minimale kwalificatie zoals bepaald in artikel 1 of vóór
die datum met succes een door de minister erkend specifieke modulair
vormingspakket van minstens 96 uren gevolgd te hebben, willen zij na 1 juli 2008
nog verder in aanmerking komen voor een tewerkstelling als deskundige in
animatie en activatie.
Art. 5. Voor de toepassing van dit besluit worden
gelijkgesteld met de personeelsleden die beschikken over een diploma zoals
gesteld in artikel 2, die personeelsleden die voldoen aan volgende voorwaarden :
1. vóór 1 januari 2004 tewerkgesteld zijn in een rusthuis in
de functie van deskundige in animatie en activatie in toepassing van norm 4.1.4.
van de bijlage B van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985,
voornoemd;
2. op die datum beschikken over ten minste een diploma
secundair onderwijs uitgereikt ofwel in het algemeen secundair onderwijs, het
kunstsecundair onderwijs of het technisch secundair onderwijs, of gelijkwaardig,
ofwel in het zevende specialisatiejaar van het beroepssecundair onderwijs,
hetzij in de studierichting « kinderzorg » hetzij in de studierichting « thuis-
en bejaardenzorg », of gelijkwaardig;
3. ten laatste op 1 juli 2008 beschikken over een certificaat
(modulaire opleiding) of een getuigschrift (lineaire opleiding) van de opleiding
« begeleider-animator voor bejaarden » behaald in het studiegebied
'personenzorg' in het kader van het volwassenenonderwijs.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.
Brussel, 28 augustus 2003.
A. BYTTEBIER