Overzicht recente wetteksten
BS 21.08.03
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de
collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op
artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de
gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2002, gesloten in
het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, houdende
ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds
Sociale Maribel voor de rustoorden voor bejaarden en rust- en
verzorgingstehuizen".
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de
uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 juni 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage
Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en
-diensten
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2002
Ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds
Sociale Maribel voor de rustoorden voor bejaarden en de rust- en
verzorgingstehuizen" (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2003 onder het
nummer 65457/CO/305.02)
Artikel 1. Deze overeenkomst is van toepassing op de
werkgevers en de werknemers van de rustoorden voor bejaarden en de rust- en
verzorgingstehuizen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de
gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Onder "werkgevers" wordt verstaan :
- de werkgevers georganiseerd als vereniging zonder
winstoogmerk of als hetzij een vennootschap, hetzij een instelling met een
sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen
vermogensvoordeel nastreven;
- de erkende rusthuizen aangewezen door de Minister van
Werkgelegenheid en de Minister van Sociale Zaken;
- de erkende rust- en verzorgingstehuizen aangewezen door de
Minister van Werkgelegenheid en de Minister van Sociale Zaken.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en
vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
Art. 2. Het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds
Sociale Maribel voor de rustoorden voor bejaarden en de rust- en
verzorgingstehuizen" opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18
juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en
-diensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling
van zijn statuten (koninklijk besluit van 18 april 2000, Belgisch Staatsblad van
23 september 2000), wordt ontbonden met ingang vanaf 1 januari 2003 en in
vereffening gesteld.
Art. 3. Worden in hoedanigheid van vereffenaars aangesteld :
de heer Pierre JOSSART;
de heer Jean-Marie LEONARD.
Het mandaat van de vereffenaars is onbezoldigd.
Art. 4. De rechten en verbintenissen van het in artikel 2
bedoelde Fonds worden overgeheveld naar het fonds voor bestaanszekerheid genaamd
"Fonds Sociale Maribel" opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18
december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de
gezondheidsinrichtingen en -diensten, wat de rechten en verbintenissen betreft
voortspruitend uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2002 met
betrekking tot de maatregelen met het oog op de bevordering van de
tewerkstelling in de sector van de rustoorden voor bejaarden en de rust- en
verzorgingstehuizen, en die betrekking hebben op het stelsel Sociale Maribel
zoals dit tot 31 december 2002 van toepassing is.
Art. 5. Voordat zij tot de effectieve overheveling overgaan
moeten de vereffenaars de goedkeuring van de revisor van het Fonds hebben
bekomen betreffende de regelmatigheid van het voorstel tot overheveling ten
opzichte van de beginselen opgenomen in artikel 4.
De kosten voortspruitend uit de tussenkomst van de revisor in het raam van deze
bepaling worden ten laste genomen door het fonds bedoeld in artikel 4.
Art. 6. De vereffenaars maken een verslag betreffende de
vereffeningsverrichtingen over aan het Paritair Subcomité voor de
gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking
met ingang van 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn na de goedkeuring
van het verslag, bedoeld in artikel 6, door het Paritair Subcomité voor de
gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23
juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX