Overzicht recente wetteksten
BS 24.07.03
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
Artikel 12, lid 3, a , alinea 3, van de (Zesde) (BTW)
Richtlijn nr. 77/388/EEG (1) machtigt de lidstaten, op permanente wijze, één of
twee verlaagde tarieven toe te passen op uitsluitend de leveringen van goederen
en diensten van de categorieėn opgesomd in bijlage H van deze richtlijn.
Bijlage H, categorie 1 van deze richtlijn beoogt de «
levensmiddelen (met inbegrip van dranken, maar met uitsluiting van
alcoholhoudende dranken) voor menselijke en dierlijke consumptie; levende
dieren, zaaigoed, planten en ingrediėnten welke bestemd zijn voor gebruik bij de
bereiding van levensmiddelen; producten die gewoonlijk bestemd zijn ter
aanvulling of vervanging van levensmiddelen ».
Bijlage H, categorieėn 3 en 4 van de deze richtlijn beogen
respectievelijk « farmaceutische producten van een soort die gewoonlijk gebruikt
wordt voor de gezondheidszorg, het voorkomen van ziekten of voor medische en
veterinaire behandelingen, met inbegrip van voorbehoedsmiddelen en producten
bestemd voor de hygiėnische bescherming van de vrouw » en « medische uitrusting,
hulpmiddelen en andere apparaten, welke gewoonlijk bestemd zijn voor verlichting
of behandeling van handicaps, voor uitsluitend persoonlijk gebruik door
gehandicapten, met inbegrip van de herstelling daarvan, en kinderzitjes voor
motorvoertuigen ».
Het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, tot
vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot
indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven (Belgisch Staatsblad
van 31 juli 1970) neemt deze bepalingen van de gemeenschap over.
Dit koninklijk besluit betreft de wijziging van het
voornoemde koninklijk besluit nr. 20 met betrekking tot :
- herten;
- de eetbare vissen en de siervissen;
- geneesmiddelen.
Artikelen 1, artikel 2 en de artikelen 3 tot en met 7 van dit
besluit, brengen deze wijzigingen aan.
Herten
In tegenstelling tot runderen, varkens, schapen, geiten,
ezels, muildieren en muilezels worden in rubriek I van tabel A van de bijlage
bij ditzelfde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 herten (edelherten,
reeėn, damherten, ...) niet opgenomen voor de toepassing van het verlaagd
BTW-tarief van 6 pct.
Artikel 1 van dit besluit wil herten en opnemen in voornoemde
rubriek I van tabel A zodat de levering ervan het voordeel van het verlaagd
BTW-tarief kan genieten.
Aangezien hoofdzakelijk de leveringen van levende herten worden verricht tussen
BTW-belastingplichtigen, zal de budgettaire impact ingevolge de toepassing van
artikel 45 van het BTW-Wetboek, dat het recht op aftrek regelt, quasi nihil
zijn.
Artikel 1 van dit koninklijk besluit brengt voornoemde
wijziging aan.
Eetbare vissen en siervissen
Rubriek III van tabel A van de bijlage bij het koninklijk
besluit nr. 20 onderwerpt aan het verlaagd tarief van 6 pct. « vis, schaal-,
schelp- en weekdieren, ook indien bereid of verduurzaamd, met uitzondering van :
a) kaviaar en kaviaarsurrogaten;
b) langoesten, zeekreeften, krabben, rivierkreeften en
oesters, vers (zowel levend als dood), gekookt in water, gekoeld, bevroren,
gedroogd, gezouten, gepekeld, ook indien zij ontdaan zijn van de schaal of de
schelp;
c) bereidingen en gebruiksklare gerechten van langoesten,
zeekreeften, krabben, rivierkreeften en oesters, in de schaal of de schelp, al
dan niet in gehele staat ».
Deze rubriek III maakt met andere woorden momenteel geen
onderscheid tussen vissen die geschikt zijn voor menselijke consumptie en
siervissen die hieraan niet voldoen.
Artikel 2 van dit besluit beoogt deze nuance : zij sluit,
voor de toekomst, de vissen, schaal-, schelp- en weekdieren die niet voldoen aan
de criteria voor menselijke consumptie uit van het voordeel van het verlaagd
tarief.
Deze bepaling kan slechts een positieve budgettaire weerslag
met zich meebrengen.
Geneesmiddelen
Rubriek XVII van tabel A van de bijlage van het koninklijk
besluit nr. 20 van 20 juli 1970, tot vaststelling van de tarieven van de
belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de
diensten bij die tarieven (Belgisch Staatsblad van 31 juli 1970), waarvan het
opschrift door artikel 3 van dit koninklijk besluit gewijzigd werd, neemt
bedoelde bepalingen van de gemeenschap van de categorieėn 3 en 4 van de zesde
richtlijn op.
Rubriek XVII, cijfer 1, a) , van tabel A van de bijlage bij
het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 beoogt momenteel « de
geneesmiddelen voor mens en dier ».
« Onder geneesmiddel wordt verstaan elke enkelvoudige of samengestelde
substantie, aangediend als hebbende therapeutische of profylactische
eigenschappen met betrekking tot ziekten bij mens of dier » (artikel 1, eerste
lid, van de Wet op de geneesmiddelen van 25 maart 1964).
« Elke enkelvoudige of samengestelde substantie die aan mens
of dier toegediend kan worden ten einde een medische diagnose te stellen of om
organische functies bij mens of dier te herstellen, te verbeteren of te
wijzigen, wordt eveneens als geneesmiddel beschouwd » (artikel 1, tweede lid,
van de Wet op de geneesmiddelen van 25 maart 1964).
Deze producten moeten in principe geregistreerd zijn als geneesmiddel bij de
Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu
onder de voorwaarden en volgens de regels door de Koning bepaald (zie artikel 6
van de Wet op de geneesmiddelen van 25 maart 1964). Geneesmiddelen voor mensen
of dieren die bereid en verkocht worden door een apotheker in zijn officina
vormen de belangrijkste uitzondering op dit principe.
In verband met die registratie bepaalt artikel 1, § 1, eerste
lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van
geneesmiddelen :
« Geen enkel geneesmiddel mag in de handel worden gebracht zonder, naargelang
het geval :
1. Kennisgeving aan de Minister die de Volksgezondheid onder
zijn bevoegdheid heeft van de vergunning voor het in de handel brengen bedoeld
in artikel 3 van de Verordening (EG) nr. 2309/93 van de Raad van 22 juli 1993
tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen
voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig
gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de
geneesmiddelenbeoordeling en van het beoordelingsrapport bedoeld in de artikelen
9, § 2, en 31, § 2, van bovenvermelde Verordening;
2. Een voorafgaandelijke registratie verleend door de
Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
Gelet op voorgaande wettelijke bepalingen kunnen op grond van
rubriek XVII, cijfer 1, a en c , van tabel A, van de bijlage bij het koninklijk
besluit nr. 20, inzake BTW-tarieven, in principe slechts het verlaagd tarief van
6 pct. genieten :
1. Producten die geregistreerd zijn als geneesmiddel door de
Minister die de volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
2. Producten waarvoor er een kennisgeving is in de zin van
voormeld artikel 1, § 1, eerste lid, 1), van het koninklijk besluit van 3 juli
1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen. Het gaat hier om producten
die geregistreerd zijn als geneesmiddel overeenkomstig de Europese
registratieprocedure inzake geneesmiddelen.
3. Geneesmiddelen voor menselijk of diergeneeskundig gebruik
bereid en verkocht door de apotheker in zijn officina.
De nieuwe bepaling van rubriek XVII, 1, a) bedoelt uitsluitend de geneesmiddelen
die door de bevoegde overheid expliciet als geneesmiddelen geregistreerd zijn.
In rubriek XVII, cijfer 1, b) , van tabel A van de bijlage bij het voornoemde
koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 worden « bloed, sera van
geļmmuniseerde dieren en personen en andere bloedfracties bereid voor
therapeutisch of profylactisch gebruik; vaccins, toxines, cultures van
micro-organismen (andere dan gist) en dergelijke producten voor therapeutisch of
profylactisch gebruik » beoogd.
In rubriek XVII, cijfer 1, c) , van tabel A van de bijlage
bij het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 worden «
enkelvoudige of samengestelde substanties die bestemd zijn om aan mens of dier
te worden toegediend teneinde een medische diagnose te stellen of om organische
functies te herstellen, te verbeteren of te wijzigen » beoogd.
Met uitzondering van bloed worden de enkelvoudige of
samengestelde substanties die opgenomen zijn onder b) en c) , zodra zij
geregistreerd zijn als geneesmiddel, beoogd in de nieuwe bepaling van rubriek
XVII, 1, a) , van tabel A van de bijlage van het voornoemde koninklijk besluit.
De bepaling van rubriek XVII, cijfer 1, b) van tabel A van de bijlage bij het
voornoemde koninklijk besluit nr. 20 wordt in die zin gewijzigd.
De bepaling van rubriek XVII, cijfer 1, c) , nieuw van tabel
A van de bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 beoogt de
geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik die niet kunnen worden
geregistreerd als geneesmiddel en die door de apotheker in zijn officina worden
bereid en verkocht.
Artikel 4 van dit koninklijk besluit brengt voornoemde
wijzigingen aan.
Rubriek XVII, cijfer 2 van tabel A van de bijlage bij het voornoemde koninklijk
besluit nr. 20 van 20 juli 1970 beoogt « zuurstof voor medisch gebruik en
distikstofoxyde (N2O) voor medisch gebruik ».
Zuurstof voor medisch gebruik en distikstofoxyde (N2O) voor medisch
gebruik is geregistreerd als geneesmiddel en wordt dus ook bedoeld in de nieuwe
bepaling van rubriek XVII, 1, a) van tabel A van de bijlage van het voornoemde
koninklijk besluit. Op die grond is rubriek XVII, cijfer 2 van tabel A van de
bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 niet meer relevant en dient
zij te worden opgeheven.
Artikel 5 van dit koninklijk besluit brengt voornoemde
wijzigingen aan.
Tenslotte wordt de formulering van de goederen beoogd in rubriek XVII, cijfer 3
en 5 van tabel A van de bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit nr.
gewijzigd, om de draagwijdte van de erin opgenomen goederen beter te
omschrijven.
De artikelen 6 en 7 van dit koninklijk besluit brengen
voornoemde wijzigingen aan.
Deze bepaling heeft een minieme positieve budgettaire weerslag.
Artikel 8 van dit koninklijk besluit bepaalt de
inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen op 1 juli 2003. De keuze van deze
datum is niet zonder belang, het gaat namelijk om de aanvang van het
eerstvolgend kalenderkwartaal.
Het advies 35.331/2 van de Raad van State gegeven op 14 mei 2003, werd gegeven
binnen de termijn bepaald door artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde
wetten op dit Hoog Rechtscollege. Er werd met dit advies rekening gehouden.
Ik heb de eer te zijn,
Sire,
van uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige
en zeer getrouwe dienaar.
De Minister van Financiėn,
D. REYNDERS
_______
Nota
(1) Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977
betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lid-Staten inzake
omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde
waarde : uniforme grondslag, PBEG nr. L 145 van 13 juni 1977 en rectificatie
PBEG nr. L 149 van 17 juni 1977, laatst gewijzigd bij de richtlijn nr.
2002/92/EG van de Raad van 3 december 2002 tot wijziging van de Richtlijn
77/388/EEG, ter verlenging van de termijn tijdens welke de lidstaten kunnen
worden gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op arbeidsintensieve
diensten, PBEG nr. L 331 van 7 december 2002.
(2) PBEG Nr. P 022 van 09/02/1965 blz. 0369.
11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van
de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de
diensten bij die tarieven 1)
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de
Europese Economische Gemeenschap, goedgekeurd bij de wet van 2 december 1957;
Gelet op de Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei
1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lid-Staten inzake
omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde
waarde : uniforme grondslag;
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde
waarde, inzonderheid op artikel 37, vervangen bij de wet van 28 december 1992;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot
vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot
indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, inzonderheid op
rubriek I van tabel A, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juni 1981 en
het koninklijk besluit van 20 oktober 1995, rubriek III van tabel A, vervangen
door het koninklijk besluit van 27 juni 1980 en rubriek XVII van tabel A,
cijfers 1, 2, 3 en 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1990,
het koninklijk besluit van 29 december 1992, het koninklijk besluit van 24 juni
1993 en het koninklijk besluit van 5 oktober 1998, van de bijlage bij dit
koninklijk besluit nr. 20;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiėn
uitgebracht op 28 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting
gegeven op 3 april 2003;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan
de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van ten hoogste een
maand;
Gelet op het advies 35.331/2 van de Raad van State gegeven op
14 mei 2003 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiėn en op het
advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In rubriek I, cijfer 1, van tabel A van de bijlage
bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de
tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de
goederen en de diensten bij die tarieven worden de woorden « herten; » ingevoegd
tussen de woorden « worden gebruikt; » en de woorden « paarden verkocht,
intracommunautair verworven... ».
Art. 2. In rubriek III van tabel A van de bijlage bij
hetzelfde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, vervangen bij het
koninklijk besluit van 27 juni 1980, worden de woorden « voor menselijke
consumptie » ingevoegd tussen de woorden « weekdieren » en « , ook indien ».
Art. 3. Het opschrift van tabel A, rubriek XVII, van de
bijlage bij het van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot
vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot
indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, wordt vervangen als
volgt : « Geneesmiddelen en medische hulpmiddelen ».
Art. 4. Rubriek XVII, cijfer 1 van tabel A van de bijlage bij
het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 wordt vervangen als
volgt :
« 1. a) Elke enkelvoudige of samengestelde substantie bedoeld
in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen en geregistreerd
als geneesmiddel door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid
heeft of waarvoor de vergunning voor het in de handel brengen bedoeld in artikel
1, § 1, eerste lid, 1) van het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de
registratie van geneesmiddelen ter kennis is gegeven aan de Minister die de
Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
b) Bloed, bloedplaatjes, plasma en witte en rode
bloedlichaampjes bestemd om te worden toegediend aan mens of dier voor
therapeutisch of profylactisch gebruik en die niet bedoeld zijn in punt a)
hiervoor.
c) Geneesmiddelen voor menselijk en dier-geneeskundig gebruik
die door de apotheker in zijn officina worden bereid en verkocht. »
Art. 5. Rubriek XVII, cijfer 2 van tabel A van de bijlage bij
het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 wordt opgeheven.
Art. 6. Rubriek XVII, cijfer 3 van tabel A van de bijlage bij
het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 wordt vervangen als
volgt :
« 3) Watten, gaas, verband en dergelijke artikelen
(zwachtels, pleisters, enz.), die een geneesmiddel met een bijkomende activiteit
ten opzichte van het hulpmiddel bevatten of opgemaakt voor de verkoop in het
klein voor geneeskundige of voor chirurgische doeleinden; tassen, dozen,
trommels en dergelijke, gevuld met artikelen voor eerste hulp bij ongelukken. »
Art. 7. In rubriek XVII, cijfer 5 van tabel A van de bijlage
bij het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 wordt het woord «
insulineoplossingen » vervangen door het woord « insuline ».
Art. 8. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2003.
Art. 9. Onze Minister van Financiėn is belast met de
uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiėn,
D. REYNDERS
_______
Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969;
Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1ste editie;
Koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, Belgisch
Staatsblad van 31 juli 1970;
Koninklijk besluit van 27 juni 1980, Belgisch Staatsblad van 1 juli 1980;
Koninklijk besluit van 19 juni 1981, Belgisch Staatsblad van 24 juni 1981;
Koninklijk besluit van 25 april 1990, Belgisch Staatsblad van 28 april 1990;
Koninklijk besluit van 29 december 1993, Belgisch Staatsblad van 31 december
1993;
Koninklijk besluit van 24 juni 1993, Belgisch Staatsblad van 1 juli 1993;
Koninklijk besluit van 20 oktober 1995, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1995;
Koninklijk besluit van 5 oktober 1998, Belgisch Staatsblad van 16 oktober 1998,
errata Belgisch Staatsblad van 11 december 1998;
Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk
besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973;
Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989;
Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996.