Overzicht recente wetteksten
BS 01.07.03
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
INHOUD
HOOFDSTUK 1. - Enkele nuttige begrippen
Afdeling 1. - Begrip onderneming
1.1. De raad en het comité op het niveau van de technische bedrijfseenheid
1.2. De raad en het comité op het niveau van de juridische entiteit
1.3. Verschillende juridische entiteiten die een technische bedrijfseenheid
vormen
1.4. De aldus omschreven onderneming is die met of zonder industriële of
commerciële finaliteit
Afdeling 2. - Ondernemingen die verkiezingen moeten houden
2.1. Begrip "werknemer"
2.1.1. Worden beschouwd als "werknemer"
2.1.2. Worden niet beschouwd als "werknemer"
2.2. Minimum tewerk te stellen werknemers
2.3. Berekening van het aantal werknemers
2.4. Berekening van het aantal uitzendkrachten
Afdeling 3. - Categorieën van werknemers
3.1. Jeugdige werknemers
3.2. Arbeiders en bedienden
3.3. Kaderleden
3.4. Leidinggevend personeel
Afdeling 4. - Representatieve organisaties
4.1. Representatieve werknemersorganisaties
4.2. Representatieve kaderledenorganisaties
Afdeling 5. - Opschorting van de verkiezingen
Afdeling 6. - Taalvoorschriften inzake sociale verkiezingen
6.1. Brussel, Duits taalgebied en gemeenten met faciliteiten
6.1.1. Brussel-Hoofdstad
6.1.2. Duits taalgebied
6.1.3. Gemeenten met faciliteiten
6.2. Nederlands taalgebied met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten
6.3. Frans taalgebied met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten
HOOFDSTUK 2. - De verkiezingsprocedure
Afdeling 1. - Datum van de verkiezingen
1.1. Datum van de verkiezingen
1.2. Dagen X en Y
1.3. Belang van de chronologie
Afdeling 2. - Voor dag X : de voorbereidende procedure
2.1. X - 60 : eerste aankondigingen
2.1.1. Vaststelling van het aantal technische bedrijfseenheden
2.1.2. Aantal personeelsleden per categorie
2.1.3. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het
leidinggevend personeel
2.1.4. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden
2.1.5. Dag van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt en voor de verkiezingen beoogde datum
2.2. Van X - 60 tot X - 35 : raadplegingen
2.2.1. Aantal technische bedrijfseenheden
2.2.2. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het
leidinggevend personeel
2.2.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden
2.3. X - 35 : schriftelijke mededelingen van de beslissingen
2.3.1. Aantal technische bedrijfseenheden
2.3.2. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het
leidinggevend personeel
2.3.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden
2.4. Van X - 35 tot X - 28 : beroepen
2.4.1. Aantal technische bedrijfseenheden
2.4.2. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het
leidinggevend personeel
2.4.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden
2.5. Van X - 28 tot X - 5 : uitspraak van de arbeidsrechtbank
2.6. Voorbereidingen van de verrichtingen voor de dag van de
aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt
Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum
van de verkiezingen aankondigt, moeten volgende inlichtingen bekend zijn :
2.6.1. Het aantal mandaten per orgaan
2.6.1.1. Datum die in aanmerking moet genomen worden
2.6.1.2. Berekening van het aantal mandaten per orgaan
2.6.1.3. Eventuele verhoging van het aantal mandaten
2.6.2. Het aantal mandaten per categorie
2.6.2.1. Datum die in aanmerking moet genomen worden
2.6.2.2. Minder dan 25 jeugdige werknemers
2.6.2.2.1. Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
2.6.2.2.2. Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
2.6.2.3. Ten minste 25 jeugdige werknemers
2.6.2.3.1. Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
2.6.2.3.2. Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
2.6.3. De datum en de uurregeling van de verkiezingen
Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum
van de verkiezingen aankondigt, moeten volgende documenten opgesteld worden :
2.6.4. De voorlopige kiezerslijsten ( voorwaarden inzake kiesrecht )
2.6.5. De lijst van de leden van het leidinggevend personeel
2.6.6. De lijst van de kaderleden
Afdeling 3. - Dag X : aanplakking van het bericht dat de
datum van de verkiezingen aankondigt
3.1. Aanplakking van het bericht
3.2. Afschriften
3.3. Rechtzetting van de verkiezingsdatum.
Afdeling 4. - Van dag X tot dag Y : verkiezingsprocedure
BERICHT DAT DE DATUM VAN DE VERKIEZINGEN AANKONDIGT
4.1. Schorsing van de kiesverrichtingen, opschorting van de
verkiezingen en data van de verkiezingsperiode die samenvallen met een zondag of
een gewone inactiviteitsdag
4.1.1. Schorsing van de kiesverrichtingen
4.1.2. Opschorting van de verkiezingen
4.1.3. Data van de verkiezingsperiode die samenvallen met een zondag of een
gewone inactiviteitsdag
4.2. X + 7 dagen : Bezwaren betreffende :
4.2.1. De voorlopige kiezerslijsten
4.2.2. De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en hun verdeling per
categorie
4.2.3. De lijst van het leidinggevend personeel
4.2.4. De lijst van de kaderleden
4.2.5. Definitieve afsluiting bij afwezigheid van bezwaren
4.3. Van X + 7 dagen tot X + 14
Beslissingen betreffende de bezwaren en aanplakking van een
rechtzetting
4.4. Van X + 14 dagen tot X + 21 : beroepen
4.4.1. De voorlopige kiezerslijsten
4.4.2. De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en hun verdeling per
categorie
4.4.3. De lijst van het leidinggevend personeel
4.4.4. De lijst van de kaderleden
4.4.5. Definitieve afsluiting bij afwezigheid van bezwaren
4.5. X + 28 : Beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt
4.5.1. Beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt
4.5.2. Definitieve afsluiting
4.6. X + 35 : Indienen van de kandidatenlijsten (verkiesbaarheidsvoorwaarden)
4.6.1. Verkiesbaarheidsvoorwaarden
4.6.2. Neerlegging van de kandidatenlijsten
4.6.3. Opstellen van de kandidatenlijsten
KANDIDATUREN
4.7. Van X + 35 tot X + 40
4.7.1. Toekenning van lijstnummers
4.7.2. Aanplakking van de kandidatenlijsten
4.8. Van X + 40 tot X + 56
4.8.1. X + 47 : Mogelijke klacht tegen de kandidatenlijsten
4.8.2. X + 48 : Indienen van klachten door de werkgever bij de betrokken
organisatie
4.8.3. X + 54 : Eventuele wijziging van de kandidatenlijsten
4.8.4. X + 56 : Aanplakking van de gewijzigde kandidatenlijst
4.9. Van X + 47 tot X + 61 : Beroep tegen de kandidatenlijsten
4.9.1. Van X + 47 tot X + 52 : Beroep van de werkgever indien geen klacht werd
ingediend
4.9.2. Van X + 52 tot X + 66 : Beslissing van de rechtbank over dit beroep
4.9.3. Van X + 56 tot X + 61 : Beroep tegen de gewijzigde kandidatenlijsten na
klacht
4.9.4. Van X + 61 tot X + 75 : Beslissing van de rechtbank over dit beroep
4.10. X + 76 : Vervanging van kandidaten en aanplakking
4.11. X + 77 : Afsluiten van de kandidatenlijsten en opmaken van de
stembiljetten
SAMENSTELLING VAN DE KIESCOLLEGES EN VAN DE STEMBUREAUS
4.12. Samenstelling van de kiescolleges
4.13. Van X + 40 tot X + 70 : Samenstelling van de stembureaus
4.13.1. Oprichting
4.13.2. X + 40 : Aanwijzing van de voorzitters van de stembureaus en tussenkomst
van de Algemene Directie
Toezicht op de sociale wetten in geval er geen akkoord is
4.13.3. X + 54 : Aanwijzing van alle leden van de stembureaus
4.13.4. X + 60 : Aanplakking van de samenstelling en de verdeling van de
stembureaus
4.13.5. X + 70 : Aanwijzing van de getuigen
4.13.6. X + 79 : Schrapping van de kiezerslijsten
4.13.7. X + 79 : Vrijstelling van het organiseren van verkiezingen
4.14. X + 80 : Oproeping van de kiezers
4.14.1. Verzending of overhandiging van de oproepingsbrieven
4.14.2. Verzending van de stembiljetten voor de stemming per brief
Afdeling 5. - Dag X + 90 of dag Y : Verkiezingen en
stemopneming
5.1. De stemverrichtingen
5.1.1. Datum, uur van de verkiezingen
5.1.2. Taak van het stembureau
5.1.3. Begeleiding van de kiezer
5.2. Verloop van de stemverrichtingen
5.2.1. Volledigheid van het stembureau
5.2.2. Stembiljetten
5.2.3. Overhandigen van de stembiljetten
5.2.4. Geldige stemmen
5.2.5. Stemming
5.2.6. Afsluiting van de stemverrichtingen
5.3. Stemopneming
5.3.1. Gemeenschappelijk kiescollege voor arbeiders en bedienden
5.3.2. Opneming van de per brief uitgebrachte stemmen
5.3.3. Schikking van de stembiljetten
5.3.4. Beoordeling van de geldigheid van de stembiljetten
5.3.5. Opneming van de naamstemmen
5.3.6. Tellen van de stemmen en opstellen van het proces-verbaal van de
kiesverrichtingen
5.3.7. Afsluiting van de opnemingsverrichtingen
5.4. Verdeling van de mandaten
5.4.1. Bepaling van het kiescijfer
5.4.2. Bepaling van de nuttige quotiënten
5.4.3. Bijzondere gevallen. Verschillende lijsten bekomen gelijke nuttige
quotiënten
5.4.3.1. Een mandaat met gelijk recht komt toe aan verschillende lijsten, bij
ongelijke kiescijfers
5.4.3.2. Een mandaat met gelijk recht komt toe aan verschillende lijsten, bij
gelijke kiescijfers
5.4.3.3. Een lijst behaalt meer zetels dan zij kandidaten telt
5.5. Aanwijzing van de gekozenen
5.5.1. Berekening van het verkiesbaarheidscijfer
5.5.2. Aanwijzing van de gewone gekozenen
5.5.3. Aanwijzing van de plaatsvervangers
5.6. Opmaken van het proces-verbaal en verzending van de resultaten van de
stemming
Afdeling 6. - Electronisch stemmen
Afdeling 7. - Na dag Y
7.1. Y + 1 : Afsluiting van de kiesverrichtingen
7.2. Y + 2 : Aanplakking van de uitslagen van de verkiezingen en samenstelling
van de raad en het comité
7.3. Y + 15 : Beroep bij de arbeidsrechtbank
7.4. Y + 69 : Beslissing van de arbeidsrechtbank
7.5. Y + 84 : Hoger beroep tegen deze beslissing bij het arbeidshof
7.6. Y + 86 : Verwijdering van de aangeplakte berichten
7.7. Y + 144 : Beslissing van het arbeidshof
7.8. Eerste vergadering van de nieuwe raad en van het nieuwe comité
7.8.1. Wijze van aanduiding van een secretaris
7.8.2. Wijze van vervanging van een lid van de werkgevers- en de
werknemersafvaardiging
7.8.2.1. Vervanging van een lid van de werkgeversafvaardiging
7.8.2.2. Vervanging van een lid van de werknemersafvaardiging
7.8.2.2.1. Vervanging van een gewoon lid
7.8.2.2.2. Vervanging van een plaatsvervangend lid
HOOFDSTUK 3. - Samenvatting van de verkiezingskalender
HOOFDSTUK 4. - Bijlagen
HOOFDSTUK 5. - Nuttige adressen
HOOFDSTUK 1. - Enkele nuttige begrippen
Afdeling 1. - Begrip onderneming
Onder onderneming wordt verstaan :
1.1. De raad en het comité op het niveau van de technische bedrijfseenheid :
De technische bedrijfseenheid wordt bepaald op grond van economische en sociale
criteria; in geval van twijfel primeren deze laatste. Zij worden vastgesteld in
het licht van het fundamentele belang dat de werknemers hebben bij een goede
werking van de raden en de comités. Het kan dat deze niet overeenstemt met de
juridische entiteit. Zulks is het geval wanneer een bedrijfszetel gekenmerkt
wordt door een bepaalde economische zelfstandigheid (een zekere
onafhankelijkheid ten opzichte van de directie van de zetel) en door een
bepaalde sociale zelfstandigheid (voorbeelden van sociale criteria : de
verscheidenheid van mensenkringen, verwijdering van de centra, verschil in taal,
de zelfstandigheid op het niveau waarop het personeelsbeleid wordt gevoerd, de
zelfstandigheid op het niveau waarop de onderhandelingen over de sociale
kwesties worden toegepast, enz.).
N.B. Indien de overgang krachtens overeenkomst, de splitsing
of een andere wijziging van de technische bedrijfseenheden plaatsvindt nadat de
bepaling van de technische bedrijfseenheden definitief is geworden en vóór de
dag van de verkiezingen, wordt slechts met de overgang, de splitsing of
wijzigingen van de technische bedrijfseenheden rekening gehouden vanaf de
oprichting van de ondernemingsraad volgens de regels bepaald in artikel 21, §
10, 1° tot 4°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het
bedrijfsleven, of van het comité voor preventie en bescherming op het werk
volgens de regels bepaald in de artikelen 70, 71, 72, 73 van de wet van 4
augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van
hun werk.
1.2. De raad en het comité op het niveau van de juridische
entiteit :
1. bij overgang krachtens overeenkomst van één of meer ondernemingen of van een
gedeelte ervan;
2. bij splitsing van een technische bedrijfseenheid in meerdere juridische
entiteiten.
1.3. Meerdere juridische entiteiten worden vermoed, tot het tegendeel wordt
bewezen, een technische bedrijfseenheid te vormen, indien het bewijs kan worden
geleverd :
(1) dat ofwel deze juridische entiteiten deel uitmaken van eenzelfde economische
groep of beheerd worden door eenzelfde persoon of door personen die onderling
een economische band hebben,
ofwel dat deze juridische entiteiten éénzelfde activiteit hebben of activiteiten
die op elkaar afgestemd zijn;
(2) en dat er elementen bestaan die wijzen op een sociale samenhang tussen deze
juridische entiteiten, zoals met name een gemeenschap van mensen verzameld in
dezelfde gebouwen of in nabije gebouwen, een gemeenschappelijk personeelsbeheer,
een gemeenschappelijk personeelsbeleid, een arbeidsreglement of collectieve
arbeidsovereenkomsten die gemeenschappelijk zijn of die gelijkaardige bepalingen
bevatten.
Wanneer het bewijs wordt geleverd van één van de voorwaarden
bedoeld in (1) en het bewijs van bepaalde elementen bedoeld in (2), zullen de
betrokken juridische entiteiten niet beschouwd worden als vormend een enkele
technische bedrijfseenheid zo de werkgever(s) het bewijs levert(en) dat het
personeelsbeheer en -beleid geen sociale criteria aan het licht brengen,
kenmerkend voor het bestaan van een technische bedrijfseenheid.
Dit vermoeden mag geen afbreuk doen aan de continuïteit, de werking en de
bevoegdheidssfeer van de bestaande organen en mag enkel ingeroepen worden door
de werknemers en door de representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties.
Voorbeeld :
Een winkelketen is samengesteld uit meerdere juridische
entiteiten verspreid in het land.
De hergroepering van deze verschillende juridische entiteiten in één technische
bedrijfseenheid kan geëist worden op volgende wijze.
De eisers (bijvoorbeeld een vakbondsorganisatie) leveren het bewijs dat deze
verschillende juridische entiteiten eenzelfde activiteit hebben, de detailhandel
van eenzelfde assortiment producten aangekocht door een gemeenschappelijke
centrale inkooporganisatie.
Wanneer het bewijs van deze voorwaarde met een economisch
karakter geleverd is, dan moeten de eisers bovendien een begin van bewijs (
enkele bewijselementen) aanbrengen dat er een sociale samenhang bestaat tussen
deze verschillende juridische entiteiten. In het concreet geval van de
winkelketen kunnen deze bewijselementen met een sociaal karakter gaan over het
feit af te hangen van dezelfde paritaire comités, eenzelfde arbeidsreglement te
hebben en gemeenschappelijke collectieve arbeidsovereenkomsten, eenzelfde beleid
van extra-legale verzekering te genieten, een gemeenschappelijke
personeelsvorming, een personeelsdienst die het geheel van het personeel van de
verschillende juridische entiteiten.
Indien het bewijs van eenzelfde activiteit is geleverd
evenals dit van bepaalde elementen die wijzen op het bestaan van een sociale
samenhang tussen de verschillende juridische entiteiten, komt het aan de
werkgever toe, wanneer hij de oprichting van een orgaan betwist, te bewijzen dat
de entiteiten geen sociale criteria vertonen die het bestaan rechtvaardigen van
een technische bedrijfseenheid.
Wanneer de werkgever wenst te beslissen dat meerdere
juridische entiteiten een technische bedrijfseenheid vormen, moet hij het
volledig bewijs leveren van de economische en sociale criteria die deze
beslissing rechtvaardigen.
1.4. De aldus omschreven onderneming is die met of zonder industriële of
commerciële finaliteit.
Afdeling 2. - Ondernemingen die verkiezingen moeten houden
2.1. Begrip "werknemer"
2.1.1. Voor de berekening van de drempel, de berekening van het aantal mandaten,
de verkiesbaarheidsvoorwaarden en de kiesvoorwaarden in het bijzonder, voor alle
regels van de verkiezingsprocedure in het algemeen, worden beschouwd als
"werknemer" :
Het begrip "werknemer" omvat iedere persoon die verbonden is
met de onderneming door een arbeids- of leerovereenkomst. Worden dus als zodanig
beschouwd : de werklieden, de bedienden met inbegrip van de kaderleden en het
leidinggevend personeel (enkel het leidinggevend personeel met een
arbeidsovereenkomst wordt beschouwd als "werknemers". Dit begrip is beperkter
dan dit van punt 3.4.), de handelsvertegenwoordigers, de studenten, de
huisarbeiders en de industriële leerlingen.
Worden gelijkgesteld met werknemers van de onderneming waar ze worden
tewerkgesteld :
- de werknemers die voor een beroepsopleiding in de
onderneming geplaatst is door de gemeenschapsinstellingen belast met de
beroepsopleiding;
- de onderzoekers aangeworven door het Nationaal Fonds voor
Wetenschappelijk Onderzoek evenals door de geassocieerde Fondsen, worden
beschouwd als werknemers van de instelling waar zij hun onderzoeksopdracht
uitoefenen.
2.1.2. Worden enkel voor de berekening van de drempel niet
als "werknemer" beschouwd :
- de werknemer die verbonden is door een vervangingsovereenkomst gesloten
overeenkomstig de bepalingen van artikel 11ter van de wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomsten;
- de uitzendkracht.
Opmerking : de uitzendkrachten worden niet als "werknemer"
beschouwd enkel voor de berekening van de drempel in de uitzendkantoren. Ze
zullen evenwel in aanmerking worden genomen in de gebruikende ondernemingen
voorzover ze geen werknemers vervangen gedurende de schorsing van de uitvoering
van de overeenkomst.
2.2. Minimum tewerk te stellen werknemers
2.2.1. Er moet een raad worden opgericht :
2.2.1.1. In de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 100 werknemers
tewerkstellen.
2.2.1.2. In de ondernemingen waar bij de vorige verkiezingen een raad werd
opgericht of had moeten worden opgericht, voor zover zij gewoonlijk gemiddeld
ten minste 50 werknemers tewerkstellen. Wanneer de onderneming echter gewoonlijk
gemiddeld minder dan 100 werknemers tewerkstelt, moet niet worden overgegaan tot
de verkiezing van de leden van de raad. Hun mandaat zal worden uitgeoefend door
de verkozen personeelsafgevaardigden van het comité.
2.2.2. Er moet een comité worden opgericht :
In de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 50 werknemers
tewerkstellen.
Voor de ondernemingen van de sector van de mijnen, de graverijen en de
ondergrondse groeven, moet een comité worden opgericht in de ondernemingen die
gewoonlijk gemiddeld ten minste 20 werknemers tewerkstellen.
2.2.3. a) Indien een onderneming als juridische entiteit
verscheidene technische bedrijfseenheden omvat en één van deze niet aan de norm
voldoet van 50 werknemers voor de comités en 100 werknemers voor de raden, moet
:
- ofwel deze technische bedrijfseenheid gevoegd worden bij
andere technische eenheden van dezelfde juridische entiteit die evenmin de norm
van 50 werknemers voor de comités en 100 werknemers voor de raden bereiken;
- ofwel deze technische bedrijfseenheid gevoegd worden bij
een technische eenheid van dezelfde juridische entiteit die de norm van 50
werknemers voor de comités en 100 werknemers voor de raden bereikt.
In de sector van de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven, wordt de
norm van 50 werknemers voor de oprichting van een comité teruggebracht tot 20
werknemers.
b) De te volgen procedure om deze samenvoegingen te verwezenlijken, is die
voorgeschreven in afdeling 2, punt 2.1., hierboven vermeld. De samenvoegingen
geschieden bij voorkeur tussen technische bedrijfseenheden die het dichtst bij
elkaar gelegen zijn.
2.2.4. Enkele voorbeelden.
2.2.4.1. Een juridische entiteit telt verscheidene technische bedrijfseenheden
en stelt meer dan 100 werknemers tewerk. Geen enkele van de technische eenheden
stelt, afzonderlijk genomen, ten minste 100 werknemers tewerk.
Er dient een raad te worden opgericht op het niveau van de juridische entiteit.
2.2.4.2. Een juridische entiteit telt vier technische bedrijfseenheden die samen
190 werknemers tewerkstellen. Eén van de technische eenheden stelt ten minste
100 werknemers tewerk. De overige drie technische eenheden stellen samen 90
werknemers tewerk.
Er dient een voor alle technische eenheden gemeenschappelijke raad te worden
opgericht op het niveau van de juridische entiteit.
2.2.4.3. Een juridische entiteit telt zeven technische
bedrijfseenheden. Eén of meer technische eenheden stellen maar 24 werknemers
tewerk. Drie technische eenheden stellen ieder ten minste 100 werknemers tewerk.
Er moeten drie raden worden opgericht. Eén voor iedere technische eenheid met
ten minste 100 werknemers. Van die drie raden zal er ten minste één zijn die
tegelijk gemeenschappelijk is voor één of meer van de technische eenheden die
maar 24 werknemers tewerkstellen.
2.2.4.4. Een juridische entiteit telt vier technische bedrijfseenheden. Iedere
technische eenheid stelt ten minste 100 werknemers tewerk.
Er zijn vier raden nodig. Eén voor iedere technische eenheid.
2.2.4.5. Een juridische entiteit telt vier technische
bedrijfseenheden. Twee technische eenheden stellen ieder ten minste 100
werknemers tewerk. Twee andere technische eenheden stellen ieder ten minste 55
werknemers tewerk.
Er dienen twee of drie raden te worden opgericht. Twee raden, als iedere
technische eenheid met 55 werknemers verbonden wordt met een andere die ten
minste 100 werknemers tewerkstelt. Drie raden, als de twee technische eenheden
die 55 werknemers tewerkstellen onderling verbonden worden. In dit laatste geval
zal er immers een raad zijn voor iedere technische eenheid die ten minste 100
werknemers tewerkstelt en een gemeenschappelijke raad voor de twee andere
technische eenheden die onderling verbonden worden.
2.2.4.6. Verscheidene juridische entiteiten vormen een
technische bedrijfseenheid bij toepassing van de regels van vermoeden (zie onder
1.3.).
Er dient een raad te worden opgericht, als die technische eenheid ten minste 100
werknemers tewerkstelt.
De voorbeelden blijven eveneens gelden voor de comités met dien verstande dat
het aantal van 100 werknemers vervangen wordt door het aantal van 50 werknemers.
2.3. Berekening van het aantal werknemers
2.3.1. De berekening van de personeelsbezetting is een gemiddelde.
Om de personeelsbezetting te bepalen wordt rekening gehouden met al de
werknemers van de onderneming, voor zover zij arbeid verrichten krachtens een
arbeidsovereenkomst (werklieden, bedienden, met inbegrip van de kaderleden en
degenen die met een leidende functie belast zijn en die een arbeidsovereenkomst
hebben, handelsvertegenwoordigers, schippers, zeelieden en huisarbeiders) of een
leerovereenkomst, zelfs wanneer zij bijvoorbeeld door ziekte of ongeval afwezig
zijn.
Worden met deze personen gelijkgesteld, de werknemers die
voor een beroepsopleiding in de onderneming geplaatst zijn door de
gemeenschapsinstellingen belast met de beroepsopleiding.
De onderzoekers aangeworven door het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk
Onderzoek evenals door de geassocieerde Fondsen, worden beschouwd als werknemers
van de instelling waar zij hun onderzoeksopdracht uitoefenen.
2.3.2. Het gemiddelde van de tewerkgestelde werknemers wordt
berekend :
- door het totaal der kalenderdagen van iedere periode die
aanvangt op de datum van indiensttreding en eindigt op de datum van
uitdiensttreding zoals voor elke werknemer medegedeeld in het DIMONA-systeem. Er
wordt enkel rekening gehouden met de dagen gelegen in een periode van vier
trimesters die het trimester voorafgaan waarin de aanplakking geschiedt van het
bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, te delen door 365;
- voor de werknemers die uitgesloten worden uit het
DIMONA-systeem, door het totaal der kalenderdagen waarop elk van deze werknemers
ingeschreven werd in het algemeen personeelsregister, waarvan het bijhouden
wordt opgelegd door het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende
het bijhouden van sociale documenten, gedurende een periode van vier trimesters
die het trimester voorafgaan waarin de aanplakking geschiedt van het bericht dat
de datum van de verkiezingen aankondigt, te delen door 365;
- wanneer het werkelijke uurrooster van een werknemer niet de
3/4den bereikt van het uurrooster dat het zijne zou zijn geweest indien hij
voltijds tewerkgesteld was, wordt het totaal der kalenderdagen waarop hij
aangegeven werd in het DIMONA-systeem of, indien hij niet onderworpen is aan het
DIMONA-systeem, het totaal der kalenderdagen waarop hij in het
personeelsregister ingeschreven werd, gedeeld door twee.
Onder werkelijk uurrooster dient niet verstaan te worden de
in de arbeidsovereenkomst voorziene uurregeling, maar de arbeidsduur die
gewoonlijk door de werknemer wordt gepresteerd.
In geval van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst moet rekening
worden gehouden met het arbeidsstelsel dat de schorsing voorafging.
Voor de ondernemingen waarop de bepalingen van het koninklijk
besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale
documenten niet van toepassing is, wordt het personeelsregister vervangen door
elk ander document dat hiertoe wordt bijgehouden.
Voorbeelden :
In toepassing van vermelde regel, wanneer een onderneming in
2000 verkiezingen heeft georganiseerd om haar personeelsafgevaardigden bij de
raad en bij het comité aan te duiden, en het geheel van de werknemers heeft een
uurrooster van 40 uur per week, wordt bij toepassing van voormelde regel, het
gemiddelde van het aantal werknemers als volgt berekend :
- 30 werknemers worden gedurende 365 dagen in het
DIMONA-systeem aangegeven; 14 onder hen verrichten arbeid gedurende 28 uur per
week :
365 x 16 + 365 x 14/2 = 8.395
of
365 x 23
- 10 werknemers worden gedurende 330 dagen in het
DIMONA-systeem aangegeven; 2 onder hen verrichten arbeid gedurende 28 u. per
week :
330 x 9 = 2.970
- 20 werknemers worden gedurende 274 dagen in het
DIMONA-systeem aangegeven :
274 x 20 = 5.480
- 5 werknemers worden gedurende 150 dagen in het
DIMONA-systeem aangegeven :
150 x 5 = 750
- 15 werknemers worden gedurende 346 dagen in het
DIMONA-systeem aangegeven :
346 x 15 = 5.190
- 20 werknemers worden gedurende 230 dagen in het
DIMONA-systeem aangegeven :
230 x 20 = 4.600
Gemiddelde van het aantal werknemers :
8.395 + 2.970 + 5.480 + 750 +5.190 + 4.600/365 = 75
Het gemiddelde aantal werknemers bedraagt 75. De onderneming zal bijgevolg het
comité en de raad moeten hernieuwen.
Er dient opgemerkt dat in dit geval (minder dan 100
werknemers), niet moet worden overgegaan tot de verkiezing van de leden van de
raad. Hun mandaat wordt uitgeoefend door de verkozenen van het comité.
In geval van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten wordt de berekening als volgt
uitgevoerd :
Een werknemer wordt in het DIMONA-systeem aangegeven van 1 februari 2003 tot 31
maart 2003, hetzij 59 dagen.
Dezelfde werknemer wordt in het DIMONA-systeem aangegeven van 1 juli tot 31
augustus, hetzij 62 dagen.
59 + 62/365 = 0,33
Deze werknemer zal 0,33 eenheden vertegenwoordigen in de
totale berekening van het aantal werknemers.
2.3.3. In geval van overgang van onderneming krachtens overeenkomst gedurende de
referentieperiode zal voor de berekening van de drempel van de tewerkgestelde
werknemers (2003 voor de verkiezingen van het jaar 2004), de telling gebeuren op
basis van de periode gedurende welke de nieuwe entiteit heeft bestaan om te
vermijden dat het effectief van het personeel dat in aanmerking genomen wordt
kunstmatig vermindert en om zo toe te laten een juiste beoordeling te maken van
het aantal werknemers van de onderneming.
Voorbeeld :
Een onderneming stelt gemiddeld 400 werknemers tewerk. Ze moet in beginsel een
raad en een comité oprichten.
Laat ons veronderstellen dat deze onderneming het voorwerp uitmaakt van een
overgang op 1 december 2003, dan geeft de berekening uitgevoerd over heel het
jaar, zoals voorheen het geval was, als resultaat :
400 x 30 dagen/365 = 33 werknemers.
Deze onderneming zou dus noch een raad noch een comité moeten oprichten terwijl
ze in feite 400 werknemers tewerkstelt.
Indien men enkel rekening houdt met de maanden van bestaan
van de nieuwe entiteit, zoals dit het geval is in de nieuwe regeling, stelt men
vast dat de onderneming wel 400 werknemers tewerkstelt (400 x 30/30 = 400) en
een raad en een comité moet oprichten.
2.4. Berekening van het aantal uitzendkrachten
2.4.1. Uitzendkrachten.
De gebruiker van uitzendkrachten moet een bijlage bijhouden bij het algemeen
personeelsregister gedurende het vierde trimester van het jaar 2003.
In deze bijlage wordt aan elke uitzendkracht een nummer
toegewezen volgens een doorlopende nummering en in de chronologische volgorde
van zijn terbeschikkingstelling aan de gebruiker.
De bijlage vermeldt voor elke uitzendkracht :
1. het nummer van de inschrijving;
2. de naam en voornamen;
3. de datum van het begin van de terbeschikkingstelling;
4. de datum van het einde van de terbeschikkingstelling;
5. het uitzendbureau dat hem tewerkstelt;
6. zijn wekelijkse arbeidsduur.
2.4.2. Berekening van het gemiddelde aantal uitzendkrachten.
Het gemiddelde aantal uitzendkrachten wordt berekend door het totaal van de
kalenderdagen gedurende dewelke elke uitzendkracht, die geen vaste werknemer
vervangt waarvan de uitvoering van de overeenkomst is geschorst, ingeschreven is
in de bijlage bij het algemeen personeelsregister gedurende het vierde trimester
van het jaar 2003, te delen door 92.
Wanneer het werkelijk uurrooster van de uitzendkracht niet de 3/4den bereikt van
het uurrooster dat het zijne zou zijn geweest indien hij voltijds tewerkgesteld
was, wordt het aantal kalenderdagen waarop hij in de bijlage bij het algemeen
personeelsregister werd ingeschreven, gedeeld door twee.
Voorbeeld :
In toepassing van voormelde regel wordt voor een onderneming, waarvan het
uurrooster 40 uren per week bedraagt, en die 30 uitzendkrachten gebruikt,
waarvan 10 geen vaste werknemers, waarvan de overeenkomst is geschorst,
vervangen, wordt het gemiddelde aantal uitzendkrachten als volgt berekend :
- 2 uitzendkrachten werden ingeschreven in de bijlage bij het
algemeen personeelsregister gedurende 14 dagen :
2 x 14 = 28
- 5 uitzendkrachten werden ingeschreven in de bijlage bij het
algemeen personeelsregister gedurende 31 dagen waarvan 2 tewerkgesteld werden
gedurende 28 uren per week :
4 x 31 = 124
- 3 uitzendkrachten werden ingeschreven in de bijlage bij het
algemeen personeelsregister gedurende 62 dagen :
3 x 62 = 186
Gemiddelde aantal uitzendkrachten :
28 + 124 + 186/92 = 3,7
Afdeling 3. - Categorieën van werknemers
3.1. Jeugdige werknemers
Worden beschouwd als jeugdige werknemers, de werknemers die de leeftijd van 25
jaar niet bereikt hebben op de dag van de verkiezingen.
3.2. Arbeiders en bedienden
De werknemers worden als bedienden of als arbeiders beschouwd
in functie van de aangifte die overgemaakt werd aan de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid.
3.3. Kaderleden
Maken enkel voor de ondernemingsraad deel uit van het kaderpersoneel, de
bedienden die met uitsluiting van die welke deel uitmaken van het leidinggevend
personeel, in de onderneming een hogere functie uitoefenen, die in het algemeen
voorbehouden wordt aan de houder van een diploma van een bepaald niveau of aan
diegene die een evenwaardige beroepservaring heeft.
De groep werknemers, die als kaderlid wordt aangezien, is zo
heterogeen en verscheiden dat een soepele definitie vereist is, die rekening
houdt met de uiterst veranderlijke sociale en organisatorische realiteit in de
ondernemingen.
De meeste definities concentreren zich op het element "leiding, delegatie van
gezag door de werkgever", met een zeker initiatiefrecht; daarnaast dienen
eveneens als kaderpersoneel aangezien werknemers die zonder echt gezag uit te
oefenen, toch hoogstaande taken (staffuncties) vervullen in een dienst voor
wetenschappelijk onderzoek of in een studiedienst.
Het gaat uiteindelijk om hogere functies, omwille van gezag
of louter omwille van de inhoud van de taak. Het gaat hier om functies, die
doorgaans voorbehouden zijn aan gediplomeerden van hoger onderwijs of aan
personen die een evenwaardige beroepservaring hebben. Het zijn deze elementen
die aan de basis liggen van het begrip kaderpersoneel in de wet van 20 september
1948.
3.4. Leidinggevend personeel.
Tot het leidinggevend personeel behoren :
a) de personen belast met het dagelijks beheer van de onderneming, die
gemachtigd zijn om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden;
b) de personeelsleden, onmiddellijk ondergeschikt aan die personen, wanneer zij
opdrachten van dagelijks beheer vervullen. De verdeling van de taken van
dagelijks beheer mag dus niet tot gevolg hebben dat méér dan twee niveaus van de
structuur van het personeel van de onderneming in aanmerking komen.
Afdeling 4. - Representatieve organisaties
4.1. Representatieve werknemersorganisaties
Representatief zijn de werknemersorganisaties die voldoen aan volgende
voorwaarden :
a) zij moeten opgericht zijn op nationaal vlak;
b) zij moeten interprofessioneel zijn;
c) zij moeten vertegenwoordigd zijn in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
en in de Nationale Arbeidsraad;
d) zij moeten ten minste 50 000 leden tellen.
Bovendien worden ook als representatief beschouwd de
professionele en interprofessionele organisaties die aangesloten zijn bij één
van de organisaties die aan de vier hoger gestelde voorwaarden voldoet.
In de praktijk betekent dit dat enkel het A.B.V.V., het A.C.V. en de A.C.L.V.B.
en de daarbij aangesloten organisaties representatief zijn.
4.2. Representatieve organisaties van kaderleden
Als representatieve organisaties van kaderleden worden
beschouwd de interprofessionele organisaties van kaderleden, die voor het gehele
land zijn opgericht en die ten minste 10 000 leden tellen. Hoe dit aantal moet
geteld worden is niet bepaald. Wellicht daarom is eraan toegevoegd dat deze
organisaties nog als representatief moeten erkend worden door de Koning volgens
de nadere regelen en de procedure zoals bepaald door artikel 2 van het
koninklijk besluit van 15 mei 2003.
De organisaties van kaderleden die als representatief willen erkend worden
moeten hun verzoek bij een ter post aangetekende brief richten tot de federale
Minister bevoegd voor de Werkgelegenheid en de arbeid. Dit verzoek moet
vergezeld zijn van :
1) een afschrift van hun statuten;
2) de lijst met hun leiders;
3) hun benaming;
4) hun adres;
5) hun telefoonnummer.
Zij moeten er eveneens elk gegeven toevoegen dat dienstig is om vast te stellen
of zij voldoen aan de door de wet gestelde voorwaarden van representativiteit.
De Nationale Arbeidsraad moet in het kader van de
erkenningsprocedure advies uitbrengen. Op het advies wordt echter niet gewacht
wanneer het binnen twee maanden na het verzoek niet verstrekt is.
Sinds de sociale verkiezingen van 1987 werd de N.C.K. (Nationale Confederatie
van het Kaderpersoneel) erkend als een representatieve organisatie van
kaderleden.
Afdeling 5. - Opschorting van de verkiezingen.
De verkiezingen kunnen eveneens worden opgeschort in de volgende omstandigheden
:
1) wanneer de onderneming besloten heeft al haar activiteiten voorgoed stop te
zetten;
2) bij gedeeltelijke sluiting, door de stopzetting van één of meer activiteiten,
voor zover het aantal tewerkgestelde werknemers kleiner wordt dan het aantal
werknemers vereist voor het houden van verkiezingen.
Het volstaat evenwel niet dat deze voorwaarden vervuld zijn
opdat de werkgever autonoom kan beslissen om de verkiezingen op te schorten.
Hiervoor moet hij de voorafgaande toestemming bekomen van de sociaal
inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale
wetten. Vooraleer deze toestemming te verlenen, vraagt de sociaal
inspecteur-districtshoofd de instemming van de raad of het comité. Zo deze
organen nog niet zijn opgericht, moet hij de instemming van de werkgever en van
de vakbondsafvaardiging bekomen. Wanneer een opschorting van de verkiezingen
toegelaten is omwille van de voormelde omstandigheden, mag deze opschorting in
geen geval één jaar overschrijden. De raad of het bestaande comité blijft
gedurende die periode fungeren.
Afdeling 6. - Taalvoorschriften inzake sociale verkiezingen
Verkiezingen mogen niet in om het even welke taal georganiseerd worden.
Naargelang de regio is een andere reglementering van toepassing.
6.1. Brussel, Duits taalgebied en gemeenten met faciliteiten
In Brussel, in het Duitse taalgebied en in de gemeenten met faciliteiten, moet
men rekening houden met het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende
coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.
6.1.1. Brussel-Hoofdstad
In de negentien gemeenten van Brussel-Hoofdstad moeten de
verkiezingen georganiseerd worden in het Nederlands voor het Nederlandssprekend
personeel en in het Frans voor het Franssprekend personeel. Een personeelslid
wordt geacht Nederlands- of Franssprekend te zijn naargelang van het taalgebied
waar hij woont. Dit vermoeden kan echter weerlegd worden. Voor de inwoners van
de negentien gemeenten, moet naar andere aanduidingen gekeken worden :
bijvoorbeeld : de taal van de identiteitskaart, of de arbeidsovereenkomst; de
taal waarin de sociale documenten worden opgesteld. In beginsel moet men met
eentalige documenten werken. Voor de Nederlandstaligen moet men dus eentalig
Nederlandse documenten en voor de Franstaligen eentalig Franse documenten
gebruiken. Wanneer in een onderneming zowel Nederlandstaligen als Franstaligen
werken moeten de aan te plakken documenten in dubbel (in de twee talen)
uitgehangen worden. Documenten die zich individueel tot een werknemer richten,
bijvoorbeeld de oproepingsbrief, moeten in de taal van die werknemer zijn.
Voor de hoofdstembureaus waarvan de zetel gelegen is te
Brussel-Hoofdstad, mogen de stembiljetten tweetalig zijn om het kiesgeheim te
waarborgen.
6.1.2. Duits taalgebied
Een onderneming die gevestigd is in het Duits taalgebied moet de verkiezingen
organiseren in de taal van dat gebied.
6.1.3. Gemeenten met faciliteiten
De gemeenten met faciliteiten zijn de gemeenten gelegen in
een bepaald taalgebied (het Nederlandse, het Franse of het Duitse), waar
taalfaciliteiten zijn voorzien voor anderstalige minderheden. Deze gemeenten
zijn met name opgesomd in de wet van 2 augustus 1963. Het zijn voornamelijk de
zes randgemeenten van de Brusselse agglomeratie en een bepaald aantal
taalgrensgemeenten, onder meer de gemeenten in de Voerstreek. In deze gemeenten
moeten de verkiezingen georganiseerd worden in de taal van de streek.
Vertalingen in een of meer talen zijn echter toegestaan indien de samenstelling
van het personeel zulks rechtvaardigt.
6.2. Nederlands taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten
In het Nederlands taalgebied, met uitzondering van de
gemeenten met faciliteiten, is deze materie onderworpen aan het decreet van 19
juli 1973 tot regeling van het gebruik der talen onder meer in de sociale
betrekkingen tussen werkgever en werknemers. Ten gevolge van dit decreet moet in
Vlaanderen heel de verkiezingsprocedure in het Nederlands verlopen. Er mogen
enkel Nederlandstalige documenten gebruikt worden. Anderstalige documenten zijn
nietig, en met nietige documenten kan men uiteraard onmogelijk geldige
verkiezingen organiseren. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden, bij de
Nederlandstalige documenten vertalingen gevoegd worden. Volgens de tekst van het
decreet zijn vertalingen verplicht wanneer de samenstelling van het personeel
het rechtvaardigt en :
1) op eenparige aanvraag van de werknemersvertegenwoordigers in de raad of
indien dit orgaan niet bestaat,
2) op eenparige aanvraag van de vakbondsafvaardiging of, indien dit orgaan ook
niet bestaat,
3) op verzoek van een afgevaardigde van een representatieve
werknemersorganisatie.
Deze regeling moet op schrift gesteld worden. De werkgever
moet ze binnen een termijn van een maand bekendmaken aan de ambtenaren die
belast zijn met het toezicht op de uitvoering van het decreet.
Zonder het volgen van deze procedure zijn vertalingen mogelijk. Ze zijn niet
verplicht, maar er wordt aanvaard dat zij toegelaten zijn.
Wanneer men gebruik maakt van vertalingen is enkel het
Nederlandstalige document het officiële.
6.3. Frans taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten
In het Franse taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten, is
het decreet van 12 juli 1978 over de verdediging van de Franse taal en het
decreet van 30 juni 1982 inzake de bescherming van de vrijheid van het gebruik
van de Franse taal in de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun
personeel, van toepassing.
Deze decreten stellen dat het uitsluitend gebruik van een
andere taal dan het Frans verboden is voor de ondernemingsakten en documenten
die door wetten of reglementen zijn voorgeschreven. Het Frans moet gebruikt
worden. Daarnaast kunnen de partijen vrij een andere taal kiezen. Alleen de in
het Frans opgestelde tekst bezit echter rechtsgeldigheid.
HOOFDSTUK 2. - De verkiezingsprocedure
Afdeling 1. - Datum van de verkiezingen.
1.1. Datum van de verkiezingen
De verkiezingen voor de oprichting of de vernieuwing van de ondernemingsraden,
hierna "raden" genoemd, en van de comités voor preventie en bescherming op het
werk, hierna "comités" genoemd, moeten plaatshebben in de periode die aanvangt
op 6 mei 2004 en die eindigt op 19 mei 2004.
1.2. Dagen X en Y
1.2.1. Betekenis van dag X en dag Y
In de verkiezingsprocedure wordt heel dikwijls verwezen naar
twee belangrijke dagen :
1) de dag van de verkiezingen, verder in de tekst " dag Y " geheten;
2) de dag waarop de verkiezingsdatum, door aanplakking, wordt bekendgemaakt,
hierna aangeduid als " dag X ".
Bepaalde formaliteiten moeten vervuld worden in de periodes vóór of na deze
dagen. Voor de berekening van deze periodes moet steeds geteld worden met
kalenderdagen en niet met werkdagen.
De dagen X en Y bakenen de verschillende etappes af die gedurende de
verkiezingsprocedure moeten doorlopen worden. Dit zijn :
1) vóór dag X : de voorbereiding van de procedure;
2) dag X : de aanplakking van de verkiezingsdatum;
3) van dag X tot dag Y : de eigenlijke procedure;
4) dag Y : de verkiezingen;
5) na dag Y : mogelijkheid tot beroep en eerste samenroeping van de raad en/of
het comité.
1.3. Belang van de chronologie
De verkiezingsprocedure duurt 150 dagen.
In de verkiezingsprocedure moet de chronologie strikt
geëerbiedigd worden. Het niet-respecteren van de voorgeschreven periodes en data
kan achteraf de vernietiging van de verkiezingen met zich meebrengen. Spil van
alles is de dag van de verkiezingen, dag Y. Nadat die datum bepaald is, kunnen
er alle andere data uit afgeleid worden.
Afdeling 2. - Voor dag X : de voorbereidende procedure
2.1. X - 60 : eerste schriftelijke aankondigingen
2.1.1. Vaststelling van het aantal technische bedrijfseenheden
Uiterlijk op de 60e dag die de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de
datum van de verkiezingen aankondigt, informeert de werkgever schriftelijk de
vakbondsafvaardiging over de aard, de gebieden en de graad van zelfstandigheid
en afhankelijkheid van de technische bedrijfseenheid of -eenheden ten opzichte
van de juridische entiteit.
Wanneer reeds een orgaan werd opgericht, wordt de informatie
aan de raad of aan het comité gegeven en heeft enkel betrekking op de
wijzigingen die zich in de structuur van de onderneming hebben voorgedaan en op
de nieuwe criteria van zelfstandigheid of afhankelijkheid van de technische
bedrijfseenheid of -eenheden ten opzichte van de juridische entiteit.
2.1.2. Het aantal personeelsleden per categorie
Uiterlijk de zestigste dag vóór de aanplakking van het
bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt, deelt de werkgever schriftelijk aan
de werknemers en aan de raad of aan het comité of bij ontstentenis aan de
vakbondsafvaardiging, het aantal personeelsleden per categorie mee (de
arbeiders, de bedienden met inbegrip van het leidinggevend - en het
kaderpersoneel, de jeugdige werknemers ) die in de onderneming in dienst zijn op
dag X - 60.
2.1.3. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het
leidinggevend personeel
Uiterlijk op de 60e dag die de dag van de aanplakking
voorafgaat van het bericht waarin de datum van de verkiezingen wordt
aangekondigd informeert de werkgever schriftelijk de raad en het comité of bij
ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, over de functies van het
leidinggevend personeel door hun benaming en hun inhoud te verduidelijken,
alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies
uitoefenen. In deze lijst worden de leidinggevende functies vermeld en de
personen die deze uitoefenen en die niet tot de technische bedrijfseenheid
behoren.
2.1.4. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de
kaderleden
Uiterlijk op de 60e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht
dat de datum van de verkiezingen aankondigt, informeert de werkgever
schriftelijk de raad of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, over de
functies van de kaderleden alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de
personen die deze functies uitoefenen. Mogen slechts als kaderleden beschouwd
worden, de bedienden die zo aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Deze procedure is niet van toepassing in de ondernemingen die
moeten overgaan tot de verkiezing van personeelsafgevaardigden in de raad maar
die minder dan 30 bedienden tewerkstellen uiterlijk 60 dagen voor de dag van de
aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
2.1.5. Dag van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt en voor de verkiezingen beoogde datum
Uiterlijk op de 60e dag die de dag van de aanplakking
voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt,
informeert de werkgever schriftelijk de raad en het comité of bij ontstentenis
ervan de vakbondsafvaardiging, over de dag waarop de datum van de verkiezingen
zal worden aangekondigd evenals de voor de verkiezingen beoogde datum. Hij moet
dus de datum van dag X in de onderneming meedelen evenals de beoogde datum van
dag Y.
Een afschrift van al deze hierboven omschreven schriftelijke
informatie moet gezonden worden naar de zetel van de representatieve
werknemersorganisaties.
De schriftelijke informatie moet niet noodzakelijk medegedeeld worden tijdens
een vergadering van het orgaan.
2.2. Van X - 60 tot X - 35 : raadplegingen
2.2.1. Aantal technische bedrijfseenheden
Tussen de 60e en de 35e dag die de dag van de aanplakking
voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt,
raadpleegt de werkgever de raad, het comité, of bij ontstentenis ervan de
vakbondsafvaardiging over het aantal technische bedrijfseenheden of juridische
entiteiten waarvoor organen moeten worden opgericht evenals over hun
beschrijving, over de verdeling van de juridische entiteit in technische
bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen of het samenvoegen van
meerdere juridische entiteiten in technische bedrijfseenheden met hun
beschrijving en hun grenzen.
2.2.2. Functies van het leidinggevend personeel en de
indicatieve lijst van het leidinggevend personeel
Tussen de 60e en de 35e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het
bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, raadpleegt de werkgever de
raad, het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging over de
functies van het leidinggevend personeel, alsmede over de lijst die bij wijze
van aanduiding door de werkgever werd gegeven.
2.2.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden
Tussen de 60e en de 35e dag die de dag van de aanplakking
voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt,
raadpleegt de werkgever de raad, het comité, of bij ontstentenis ervan de
vakbondsafvaardiging over de functies van de kaderleden, alsmede over de lijst
die bij wijze van aanduiding door de werkgever werd gegeven. Mogen slechts als
kaderleden beschouwd worden, de bedienden die zo aangegeven zijn in de aangifte
overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Deze voorziene procedure is niet van toepassing in de
ondernemingen die moeten overgaan tot de verkiezing van personeelsafgevaardigden
in de raad maar die minder dan 30 bedienden tewerkstellen uiterlijk 60 dagen
voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt.
2.3. X - 35 : schriftelijke mededelingen van de beslissingen
2.3.1. Aantal technische bedrijfseenheden
Uiterlijk op de 35e dag, die de dag van de aanplakking van
het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voorafgaat, worden de
raad en het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, of, bij
ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, de werknemers door de werkgever
schriftelijk in kennis gesteld van zijn beslissingen betreffende de technische
bedrijfseenheden of de juridische entiteiten waarvoor afzonderlijke organen
moeten worden opgericht met hun beschrijving en hun grenzen.
Hij stelt de raad en het comité, of bij ontstentenis ervan de
vakbondsafvaardiging, de werknemers en de representatieve werknemersorganisaties
eveneens in kennis van zijn beslissing betreffende de indeling van de juridische
entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen of
de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in technische
bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen.
2.3.2. Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het
leidinggevend personeel
Uiterlijk op de 35e dag, die de dag van de aanplakking van
het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voorafgaat, worden de
raad en het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, of, bij
ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, de werknemers door de werkgever
schriftelijk in kennis gesteld van zijn beslissingen betreffende de functies van
het leidinggevend personeel alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de
personen die deze functies uitoefenen.
2.3.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de
kaderleden
Uiterlijk op de 35e dag, die de dag van de aanplakking van het bericht dat de
datum van de verkiezingen aankondigt, voorafgaat, worden de raad en het comité,
of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een
vakbondsafvaardiging, de werknemers door de werkgever schriftelijk in kennis
gesteld van zijn beslissingen betreffende de functies van de kaderleden alsmede,
bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen.
2.4. Van X - 35 tot X - 28 : beroepen
Beroep kan ingesteld worden bij de arbeidsrechtbank door de betrokken
werknemers, de betrokken representatieve werknemersorganisaties, alsook door de
betrokken representatieve kaderledenorganisaties indien een raad moet worden
opgericht ten laatste de 28e dag die de dag voorafgaat van de aanplakking van
het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voor wat betreft :
2.4.1. Aantal technische bedrijfseenheden
a) De beslissing of ontstentenis van beslissing van de werkgever betreffende de
technische bedrijfseenheden of de juridische entiteiten waar organen moeten
worden opgericht;
b) De beslissing of ontstentenis van beslissing betreffende de indeling van de
juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en
grenzen of de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in technische
bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen;
2.4.2.Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het
leidinggevend personeel
De beslissing of ontstentenis van beslissing van de werkgever betreffende de
functies van het leidinggevend personeel;
2.4.3. Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de
kaderleden
De beslissing of ontstentenis van beslissing betreffende de functies van de
kaderleden.
2.5. Van X - 28 tot X - 5 : uitspraak van de arbeidsrechtbank
De arbeidsrechtbank waarbij beroep is ingesteld doet uitspraak binnen 23 dagen
na de ontvangst van het beroep.
2.6. Voorbereiding van de verrichtingen voor de dag van de aanplakking van het
bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt.
Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum
aankondigt (dag X), moeten volgende inlichtingen bekend zijn.
2.6.1. Het aantal mandaten per orgaan
2.6.1.1. Datum die in aanmerking moet genomen worden
De datum die in aanmerking moet genomen worden voor de vaststelling van het
personeel en de verdeling van de zetels onder de werklieden, bedienden en
jeugdige werknemers en eventueel de kaderleden als de onderneming meer dan 100
werknemers tewerkstelt, is die van de aanplakking van het bericht dat de datum
van de verkiezingen aankondigt.
2.6.1.2. Berekening van het aantal mandaten per orgaan.
De personeelsafvaardiging in de ondernemingsraad en in het
comité is samengesteld uit :
- 4 gewone leden voor een onderneming met minder dan 101 werknemers;
- 6 gewone leden voor een onderneming met 101 tot 500 werknemers;
8 gewone leden voor een onderneming met 501 tot 1000 werknemers;
10 gewone leden voor een onderneming met 1001 tot 2000 werknemers;
- 12 gewone leden voor een onderneming met 2001 tot 3000 werknemers,
- 14 gewone leden voor een onderneming met 3001 tot 4000 werknemers;
- 16 gewone leden voor een onderneming met 4001 tot 5000 werknemers;
- 18 gewone leden voor een onderneming met 5001 tot 6000 werknemers;
- 20 gewone leden voor een onderneming met 6001 tot 8000 werknemers;
- 22 gewone leden voor een onderneming met méér dan 8000 werknemers,
op de datum van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt.
In de ondernemingen van de sector van de mijnen, de
graverijen en de ondergrondse groeven, is de personeelsafvaardiging in het
comité samengesteld uit 2 gewone leden voor een onderneming met minder dan 50
werknemers.
De leden van het leidinggevend personeel moeten bij het aantal werknemers worden
gevoegd om het aantal gewone leden van de personeelsafvaardiging vast te
stellen. De uitzendkrachten evenals de werknemers verbonden door een
vervangingsovereenkomst worden niet in aanmerking genomen om het aantal gewone
leden van de personeelsafvaardiging vast te stellen.(zie punt 2.1.2.)
Voor de berekening van de mandaten komen alleen die leden van
het leidinggevend personeel in aanmerking die verbonden zijn door een
arbeidsovereenkomst.
Bij de verkiezing van de leden van de raad en in geval van een afzonderlijke
vertegenwoordiging van kaderleden, d.w.z. wanneer de onderneming ten minste 15
kaderleden tewerkstelt, wordt de personeelsafvaardiging van de raad met één
eenheid verhoogd indien de onderneming minder dan honderd kaderleden tewerkstelt
en met twee eenheden indien de onderneming 100 kaderleden of meer tewerkstelt.
De leden van het leidinggevend personeel moeten eveneens gevoegd worden bij het
aantal kaderleden om de verhoging van de personeelsafvaardiging te bepalen.
De afvaardiging bestaat bovendien uit plaatsvervangende leden
waarvan het aantal gelijk is aan dat van de gewone leden.
2.6.1.3. Eventuele verhoging van het aantal mandaten
Het bij de punten 2.6.1.2. bedoelde aantal leden van de
personeelsafvaardiging kan evenwel worden verhoogd na een éénparig akkoord
gesloten tussen de werkgever en de representatieve werknemersorganisaties met
dien verstande dat er niet meer dan 25 mogen zijn of eventueel 27 als er een
afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden is.
Het akkoord moet uiterlijk worden bereikt de dag van de aanplakking van het
bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. Dit akkoord moet de
aanvullende mandaten onder de verschillende categorieën van werknemers verdelen.
Een afschrift van dit akkoord moet dezelfde dag verzonden
worden naar de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie
Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied en naar de representatieve
werknemersorganisaties.
2.6.2. Het aantal mandaten per categorie
2.6.2.1. Datum die in aanmerking moet genomen worden
Bij de verdeling van de mandaten van de personeelsafgevaardigden moet rekening
worden gehouden met het aantal personeelsleden van de verschillende categorieën
in dienst in de onderneming op de dag van de aanplakking van het bericht dat de
datum van de verkiezingen aankondigt.
De werknemers moeten beschouwd worden als werklieden of als
bedienden naargelang van de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid.
Als jeugdige werknemers worden beschouwd, de werknemers die de leeftijd van 25
jaar niet bereikt hebben op de dag van de verkiezingen.
Het leidinggevend personeel is begrepen in de categorie van bedienden of in de
categorie van kaderleden in geval van een afzonderlijke vertegenwoordiging van
kaderleden.
2.6.2.2. Indien de onderneming minder dan 25 jeugdige
werknemers telt
2.6.2.2.1. Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
Het aantal mandaten dat aan de personeelsafgevaardigden wordt toegekend, wordt
verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie van "arbeiders" en van
de categorie van "bedienden".
Het wordt als volgt berekend :
Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal
werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de
personeelsafvaardiging wordt gedeeld door het totaal aantal werknemers die in de
onderneming zijn tewerkgesteld.
Zo het totaal van de aldus bekomen twee quotiënten (zonder
rekening te houden met de decimalen) een eenheid minder bedraagt dan het totaal
aantal leden van de personeelsafvaardiging, wordt het overblijvende mandaat
toegekend aan die van beide categorieën die het kleinste aantal werknemers telt,
zo deze nog niet vertegenwoordigd is.
In de andere gevallen wordt het overblijvende mandaat
toegekend aan de categorie die de hoogste decimaal heeft verkregen of aan die
welke het grootste aantal werknemers telt, zo beide quotiënten dezelfde decimaal
hebben.
2.6.2.2.2. Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
Het aantal mandaten dat aan de personeelsafvaardiging wordt toegekend, wordt
verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie "arbeiders",
"bedienden" en "kaderleden".
Het wordt berekend op de volgende wijze :
Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van
deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging
gedeeld door het totaal aantal werknemers die in de onderneming zijn
tewerkgesteld.
Zo het totaal der aldus bekomen quotiënten (zonder rekening
te houden met de decimalen) een eenheid minder bedraagt dan het totaal aantal
leden van de personeelsafvaardiging wordt het overblijvende mandaat toegekend
aan die van de drie categorieën die nog niet vertegenwoordigd is.
Zo twee categorieën nog niet vertegenwoordigd zijn, zal aan elke categorie een
mandaat worden toegekend of, indien er slechts één mandaat overblijft, wordt hen
dit toegekend, vermeerderd met een mandaat dat onttrokken werd aan de categorie
die het meest vertegenwoordigd is. In de andere gevallen worden de overblijvende
mandaten toegekend achtereenvolgens aan de categorieën die de hoogste decimalen
hebben verkregen.
Bij gelijkheid van decimalen worden zij achtereenvolgens
toegekend aan de categorieën die de hoogste tweede decimalen hebben verkregen.
Bij gelijkheid van de eerste twee decimalen worden zij achtereenvolgens
toegekend aan de categorieën die het grootste aantal werknemers tellen.
2.6.2.3. Indien de onderneming ten minste 25 jeugdige werknemers telt
Indien de onderneming ten minste 25 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar
tewerkstelt, worden die jeugdige werknemers vertegenwoordigd :
- in de ondernemingen die minder dan 101 werknemers tellen,
door één vertegenwoordiger indien de onderneming 25 tot 50 jeugdige werknemers
jonger dan 25 jaar tewerkstelt, en door twee vertegenwoordigers indien de
onderneming meer dan 50 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt;
- in de ondernemingen die 101 tot 500 werknemers tellen, door
één vertegenwoordiger indien de onderneming 25 tot 100 jeugdige werknemers
jonger dan 25 jaar tewerkstelt, en door twee vertegenwoordigers indien de
onderneming meer dan 100 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt;
- in de ondernemingen die meer dan 500 werknemers tellen,
door één vertegenwoordiger indien de onderneming 25 tot 150 jeugdige werknemers
jonger dan 25 jaar tewerkstelt, door twee vertegenwoordigers indien de
onderneming 151 tot 300 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt en
door drie vertegenwoordigers indien de onderneming meer dan 300 jeugdige
werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt.
2.6.2.3.1. Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van
kaderleden
Het aantal mandaten toegekend aan de personeelsafvaardiging van 25 jaar en
ouder, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie arbeiders
van 25 jaar en ouder en van deze van de bedienden van 25 jaar en ouder.
Het wordt als volgt berekend :
Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van
deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging,
verminderd met de zetel(s) die aan de vertegenwoordigers van voornoemde jeugdige
werknemers wordt (worden) toegewezen, gedeeld door het totaal aantal werknemers
van 25 jaar en ouder die in de onderneming zijn tewerkgesteld.
Indien het totaal van de twee aldus bekomen quotiënten
(zonder rekening te houden met de decimalen), een eenheid minder bedraagt dan
het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de
zetel(s) die aan de jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, wordt het
overblijvende mandaat toegekend aan die van de twee categorieën die het kleinste
aantal werknemers telt, zo deze nog niet vertegenwoordigd is.
In de andere gevallen wordt het mandaat toegekend aan de
categorie die de hoogste decimaal heeft verkregen of aan die welke het grootste
aantal werknemers telt, zo beide quotiënten dezelfde decimaal hebben.
2.6.2.3.2.Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
Het aantal mandaten toegekend aan de personeelsafvaardiging van 25 jaar en
ouder, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie arbeiders,
bedienden en kaderleden van 25 jaar en ouder.
Het wordt als volgt berekend :
Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal
werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de
personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan de vertegenwoordigers
van voornoemde jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, gedeeld door het
totaal aantal werknemers van 25 jaar en ouder die in de onderneming zijn
tewerkgesteld.
Indien het totaal van de aldus bekomen quotiënten (zonder
rekening te houden met de decimalen), een eenheid minder bedraagt dan het totaal
aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan
de jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, wordt het overblijvende
mandaat toegekend aan die van de drie categorieën die nog niet vertegenwoordigd
is.
Indien twee categorieën nog niet vertegenwoordigd zijn, zal
aan elke categorie een mandaat worden toegekend, of, indien er slechts één
mandaat overblijft, wordt hen dit toegekend, vermeerderd met het mandaat dat
onttrokken werd aan de categorie die het meest vertegenwoordigd is.
In de andere gevallen worden het of de mandaten toegekend
achtereenvolgens aan de categorieën die de hoogste decimalen hebben verkregen.
Bij gelijkheid van decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de
categorieën die de hoogste twee decimalen hebben verkregen. Bij gelijkheid van
de decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die de
hoogste twee decimalen hebben verkregen. Bij gelijkheid van de eerste twee
decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die het
grootste aantal werknemers tellen.
Voorbeelden :
1° Een onderneming stelt 620 werknemers tewerk, 535 arbeiders, 55 bedienden, 30
kaderleden; 8 mandaten zijn te verdelen waaraan men 1 mandaat moet toevoegen
omwille van de afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden (de
onderneming stelt ten minste 15 kaderleden tewerk).
mandaten "arbeiders" : aantal arbeiders x totaal aantal mandaten / totaal aantal
werknemers
535 x 9/620 = 7,76
mandaten "kaderleden" : aantal kalderleden x totaal aantal mandaten/totaal
aantal werknemers
55 x 9/620 = 0,79
mandaten "kaderleden" : aantal kaderleden x totaal aantal mandaten /totaal
aantal werknemers
30 x 9/620 = 0,43
In dit geval zullen twee categorieën niet vertegenwoordigd
zijn, zij zullen dus ieder een mandaat toegekend krijgen.
Resultaten :
mandaten "arbeiders" : 7; mandaten "bedienden" : 1; mandaten "kaderleden" : 1
2° Een onderneming stelt 400 werknemers tewerk, 300 arbeiders, 50 jeugdige
werknemers, 25 bedienden, 25 kaderleden : 6 mandaten zijn te verdelen waaraan
men 1 mandaat moet toevoegen omwille van de afzonderlijke vertegenwoordiging van
de kaderleden.
mandaten "jeugdige werknemers" : 1
mandaten "arbeiders" :
300 x 6 (7 - 1 mandaat toegekend aan J.W.)/350 (400 - 50 jeugdige werknemers) =
5,14
mandaten "bedienden" en "kaderleden" :
25 x 6 (7 - 1 mandaat J.W.)/350 (400-50 jeugdige werknemers) = 0,42
In dit geval zijn twee categorieën nog niet vertegenwoordigd.
Aan elk van hen zal een mandaat toegekend worden. Aangezien er slechts één
mandaat overblijft, wordt aan één van de twee categorieën een mandaat toegekend,
dat onttrokken werd aan de categorie die het meest vertegenwoordigd is (mandaten
"arbeiders" : 5,14 - 1).
Resultaten : mandaten "arbeiders" : 4; mandaat "bedienden" : 1; mandaat
"jeugdige werknemers" : 1; mandaat "kaderleden" : 1
2.6.3. De datum en de uurregeling van de verkiezingen
De datum en de uurregeling van de verkiezingen worden vastgesteld door de raad
of het comité. Indien deze organen nog niet bestaan, moet de werkgever deze
beslissingen treffen.
De datum moet zo worden vastgesteld dat, in beginsel, elke werknemer kan stemmen
gedurende zijn werkuren.
Indien binnen de raad of het comité geen akkoord over de datum en de uurregeling
kan bereikt worden, worden zij vastgesteld door de sociaal
inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten
van het rechtsgebied.
De verkiezingen vinden plaats uiterlijk 90 dagen na dag X.
Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt (dag X), moeten volgende documenten opgesteld worden.
2.6.4. De voorlopige kiezerslijsten
Voorwaarden inzake kiesrecht :
Aan de verkiezingen van de personeelsafgevaardigden in de
raad of het comité wordt deelgenomen door alle werknemers van de onderneming die
verbonden zijn door een arbeids- of een leerovereenkomst, met uitzondering van
de werknemers die deel uitmaken van het leidinggevend personeel, die op de datum
van de verkiezingen aan de volgende voorwaarden voldoen :
a) Belg zijn of onderdaan van een lid-Staat van de Europese
Unie, of vreemdeling die geen onderdaan is van een lid-Staat van deze Unie of
Vaderlandsloze en tewerkgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de
wetgeving betreffende de tewerkstelling van vreemde arbeidskrachten;
b) sedert ten minste drie maanden tewerkgesteld zijn in de
juridische entiteit of in de technische bedrijfseenheid gevormd door meerdere
juridische entiteiten. Bij overgang krachtens overeenkomst van een onderneming
of bij indeling ervan, wordt rekening gehouden met de anciënniteit, verworven
voor de overgang.
Voor de berekening van de anciënniteit wordt er rekening gehouden met de
periodes gedurende welke de onderzoeker van het Nationaal Fonds voor
Wetenschappelijk Onderzoek of van de Fondsen geassocieerd met het Nationaal
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, zijn onderzoeksopdracht heeft uitgeoefend
in de instelling, evenals met de periodes gedurende welke een werknemer voor een
beroepsopleiding in de onderneming geplaatst is door de gemeenschapsinstellingen
bevoegd voor de beroepsopleiding.
De oorzaken van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zijn
zonder invloed op de anciënniteitsvoorwaarden.
De kiezers worden op afzonderlijke lijsten ingeschreven
naargelang zij in functie van de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor
Sociale Zekerheid, als arbeider of als bediende moeten worden beschouwd.
Indien de onderneming ten minste 15 kaderleden tewerkstelt, worden voor de
verkiezingen van de raad, de bedienden en de kaderleden op afzonderlijke
kiezerslijsten ingeschreven. Indien de onderneming op de dag van de verkiezingen
tenminste 25 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar telt, worden deze jeugdige
werknemers eveneens op een afzonderlijke kiezerslijst ingeschreven.
De hoedanigheid van kiezer wordt vastgesteld door de
inschrijving op de kiezerslijsten.
De kiezerslijsten worden in alfabetische volgorde van de namen van de kiezers
opgemaakt door de raad of het comité of, wanneer nog geen raad of comité is
opgericht, door de werkgever.
Zij vermelden de naam, voornamen en geboortedatum van iedere kiezer, de datum
van zijn laatste aanwerving of indiensttreding in de onderneming alsook de
plaats waar hij in de onderneming werkt.
Op de datum van aanplakking van het bericht dat de datum van
de verkiezingen aankondigt worden de voorlopig opgemaakte kiezerslijsten
ingediend en ter beschikking van de werknemers gesteld op een voor hen
toegankelijke plaats in de onderneming.
2.6.5. De lijst van de leden van het leidinggevend personeel
De dag zelf van de aanplakking van het bericht dat de datum
van de verkiezingen aankondigt deelt de raad of het comité of, bij ontstentenis
ervan, de werkgever aan de werknemers de lijst mee van de leden van het
leidinggevend personeel met de vermelding van de benaming en de inhoud van de
functies, of de plaatsen waar deze kan worden geraadpleegd.
2.6.6. De lijst van de kaderleden
Dit punt is niet van toepassing in de ondernemingen die moeten overgaan tot de
verkiezing van personeelsafgevaardigden in de raad, maar die minder dan 30
bedienden tellen uiterlijk 60 dagen voor de dag van de aanplakking van het
bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
Afdeling 3. - Dag X : aanplakking van het bericht dat de
datum van de verkiezingen aankondigt
3.1. Aanplakking van het bericht
Door aanplakking van een bericht, 90 dagen voor de dag van de verkiezing in de
verschillende secties en afdelingen van de onderneming, stelt de raad of het
comité, of bij ontstentenis ervan de werkgever, de werknemers in kennis van :
1° de datum en de uurregeling van de verkiezingen;
Ingeval hieromtrent geen akkoord is bereikt in de raad of het
comité, stelt de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie
Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied deze datum en deze uurregeling
vast;
2° het adres en de benaming van de technische bedrijfseenheid of -eenheden
waarvoor raden of comités moeten worden opgericht;
3° het aantal mandaten per raad of comité en per categorie;
4° de voorlopige kiezerslijsten of de plaatsen waar zij kunnen worden
geraadpleegd. Deze lijsten hernemen de in de onderneming tewerkgestelde
werknemers die aan de voorwaarden inzake kiesrecht zullen voldoen op de dag van
de verkiezing;
5° de lijst van de leden van het leidinggevend personeel met vermelding van de
benaming en de inhoud van de functies, of de plaats waar zij kan worden
geraadpleegd;
6° de lijst van de kaderleden of de plaatsen waar zij kan worden geraadpleegd,
indien de onderneming moet overgaan tot verkiezing van personeelsafgevaardigden
in de ondernemingsraad. Mogen slechts als kaderleden beschouwd worden, de
bedienden die zo aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst
voor Sociale Zekerheid.
De werknemers die één van de kaderfuncties uitoefenen en die
voorkomen op de kiezerslijst van de jeugdige werknemers worden niet opgenomen in
de lijst van de kaderleden;
7° de data die uit de verkiezingsprocedure voortvloeien;
8° de persoon of de dienst, belast door de werkgever met versturen of ronddelen
van de oproepingsbrieven voor de verkiezingen.
Het aangeplakte bericht moet in overeenstemming zijn met het
proces-verbaal van de raad of het comité, inzonderheid inzake de datum en de
uurregeling van de verkiezingen.
Wanneer de verkiezingen zich uitspreiden over meerdere opeenvolgende dagen, valt
dag Y samen met de eerste dag van de verkiezingen.
Dit bericht moet gedagtekend worden en dient de volgende
vermelding te bevatten : "Om de afvaardiging die zal worden verkozen, een
werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven, hebben alle werknemers tot
plicht aan de stemming deel te nemen. »
Dit bericht blijft aangeplakt tot de 86e dag die volgt op
deze van de stemming.
De werknemers kunnen bij hun afgevaardigden de documenten raadplegen betreffende
de verschillende berichten die de werkgever aan hen moet overhandigen en die hij
moet aanplakken in de onderneming gedurende de verkiezingsprocedure.
3.2. Afschriften
Een afschrift van dat bericht wordt de dag van de aanplakking zelf gezonden aan
de bevoegde sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht
op de sociale wetten van het rechtsgebied, aan de representatieve
werknemersorganisaties en aan de representatieve organisaties van kaderleden
indien een raad moet worden opgericht.
Bij het afschrift van het bericht dat naar de representatieve
werknemersorganisaties en naar de representatieve organisaties van kaderleden
wordt gezonden moet een afschrift worden gevoegd van de lijst van de leden van
het leidinggevend personeel en van de kaderleden indien deze lijsten niet in het
bericht voorkomen.
Wanneer er in de onderneming geen raad of comité bestaat, wordt een afschrift
van de voorlopige kiezerslijsten eveneens naar de representatieve
interprofessionele werknemersorganisaties gezonden die op nationaal vlak werden
opgericht en waarvan U het adres in bijlage kan vinden.
3.3. Rechtzetting van de verkiezingsdatum
Indien de in het aangeplakte bericht vermelde verkiezingsdatum niet valt op de
negentigste dag na de aanplakking ervan, blijft het bericht geldig. De datum van
de verkiezingen moet echter in overeenstemming met de voorschriften gebracht
worden.
Afdeling 4. - Van dag X tot dag Y : verkiezingsprocedure
BERICHT DAT DE DATUM VAN DE VERKIEZINGEN AANKONDIGT
4.1. Schorsing van de kiesverrichtingen, opschorting van de
verkiezingen en data van de verkiezingsperiode die samenvallen met een zondag of
een gewone inactiviteitsdag.
4.1.1. Schorsing van de kiesverrichtingen.
Indien gedurende de periode vanaf de dag van de aanplakking van het bericht dat
de datum van de verkiezingen aankondigt tot de dag van de verkiezingen de
meerderheid van de werknemers van de betrokken categorie arbeiders of bedienden
bij een staking betrokken is of indien 25 procent van de betrokken categorie
arbeiders of bedienden tijdelijk werkloos zijn volgens de documenten van de
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, kunnen de kiesverrichtingen op verzoek van
een representatieve werknemersorganisatie die kandidaten heeft voorgedragen,
worden geschorst.
De werkgever en de representatieve werknemersorganisaties die
kandidaten hebben voorgedragen kunnen nochtans beslissen de verkiezingen voort
te zetten. Bij ontstentenis van dergelijk akkoord stellen zij de datum vast
waarop de verkiezingsverrichtingen worden geschorst; de sociaal
inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten
van het ambtsgebied wordt hiervan verwittigd. Indien zij nalaten dit te doen,
neemt de schorsing een aanvang op het ogenblik dat de voorwaarden voor schorsing
vervuld zijn. De schorsing neemt een einde op de dag dat de voorwaarden voor
schorsing niet meer vervuld zijn.
4.1.2. Opschorting van de verkiezingen
In de ondernemingen waar een raad of een comité moet worden opgericht of
vernieuwd, kan de oprichting of de vernieuwing van de raad of het comité
geschorst worden mits voorafgaande toestemming van de sociaal
inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten
van het rechtsgebied waarin de onderneming gelegen is :
a) wanneer de onderneming besloten heeft al haar activiteiten
voorgoed stop te zetten;
b) bij gedeeltelijke sluiting, door de stopzetting van één of
meer activiteiten, voor zover het aantal tewerkgestelde werknemers kleiner wordt
dan het aantal werknemers vastgesteld voor de oprichting van een raad of van een
comité of voor hun samenvoeging.
De sociaal inspecteur-districtshoofd vraagt het akkoord van
de raad of het comité; indien deze nog niet is opgericht, vraagt hij het akkoord
van de werkgever en van de vakbondsafvaardiging van het personeel van de
onderneming. De opschorting mag in geen geval één jaar overschrijden. De raad of
het bestaande comité blijft gedurende die periode fungeren. De leden die het
personeel vertegenwoordigen en de kandidaten blijven bescherming genieten
gedurende dezelfde periode.
4.1.3. Data van de verkiezingsperiode die samenvallen met een
zondag of een gewone inactiviteitsdag
Indien de data van de verkiezingsprocedure samenvallen met een zondag of met een
gewone inactiviteitsdag in de onderneming, moet de verrichting ten laatste aan
de vooravond van die zondag of van die gewone inactiviteitsdag uitgevoerd zijn.
4.2. X + 7 dagen : bezwaren
Uiterlijk de 7e dag na de dag van de aanplakking van het
bericht waarbij de datum van de verkiezingen wordt aangekondigd, kunnen de
werknemers, de representatieve organisaties van werknemers, alsmede de
representatieve kaderledenorganisaties indien een raad moet worden opgericht,
bezwaar indienen bij de raad of het comité, of bij ontstentenis hiervan, bij de
werkgever voor wat betreft :
4.2.1. De voorlopige kiezerslijsten, wegens het niet
inschrijven of onbehoorlijk inschrijven van kiezers of wegens onjuistheden;
4.2.2. De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en
hun verdeling per categorie;
4.2.3. De lijst van het leidinggevend personeel, in de mate dat op deze lijst
een persoon voorkomt die geen leidinggevende functie vervult;
4.2.4. De lijst van de kaderleden;
4.2.5. Definitieve afsluiting bij afwezigheid van bezwaren
De kiezerslijsten, de lijst van het leidinggevend personeel,
de lijst van de kaderleden en het aantal evenals de verdeling van de mandaten
per orgaan en per categorie zijn definitief bij het verstrijken van de termijn
van bezwaar indien geen enkel bezwaar werd ingediend.
4.3. Van X + 7 tot X + 14
Beslissingen betreffende de bezwaren en aanplakking van een rechtzetting
Binnen 7 dagen na het verstrijken van de termijn van bezwaar,
spreekt de raad of het comité, of bij ontstentenis de werkgever zich uit over de
klacht en plakt, in geval van wijziging een rechtzetting aan de dag zelf van
zijn beslissing.
Indien er geen raad of comité is, moet de rechtzetting eveneens worden
medegedeeld aan de representatieve organisaties en indien het de oprichting van
een raad betreft, aan de representatieve organisaties van kaderleden.
4.4. Van X + 14 tot X + 21 : beroepen
Binnen 7 dagen na het verstrijken van de termijn binnen
dewelke het orgaan zich dient uit te spreken over de bezwaren, kunnen de
betrokken werknemers, de betrokken representatieve werknemersorganisaties,
alsmede de representatieve kaderledenorganisaties indien een raad moet worden
opgericht, tegen de beslissing of de afwezigheid van beslissing een beroep
instellen aangaande :
4.4.1. De voorlopige kiezerslijsten;
4.4.2. De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en per categorie;
4.4.3. De lijst van het leidinggevend personeel, in de mate dat op deze lijst
een persoon voorkomt die geen leidinggevende functie vervult;
4.4.4. De lijst van de kaderleden;
4.4.5. Definitieve afsluiting bij afwezigheid van beroep
De kiezerslijsten, de lijst van het leidinggevend personeel, de lijst van de
kaderleden en het aantal evenals de verdeling van de mandaten per orgaan en per
categorie zijn definitief bij het verstrijken van de termijn van beroep tegen de
beslissing of de afwezigheid van beslissing indien bezwaar werd ingediend maar
geen enkel beroep werd ingesteld tegen de beslissing of de afwezigheid van
beslissing.
4.5. X + 28 : beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt
4.5.1. Beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt
De arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt,
doet uitspraak binnen de 7 dagen die volgen op de ontvangst van het beroep. De
beslissing van de rechtbank zal het voorwerp uitmaken, indien noodzakelijk, van
een rechtzetting van de aanplakking.
Deze beroepen zijn niet vatbaar voor hoger beroep of verzet.
4.5.2. Definitieve afsluiting
De kiezerslijsten, de lijst van het leidinggevend personeel, de lijst van de
kaderleden en het aantal evenals de verdeling van de mandaten per orgaan en per
categorie zijn definitief op het ogenblik waarop de arbeidsrechtbank uitspraak
doet over het ingestelde beroep tegen de beslissing of de afwezigheid van
beslissing.
4.6. X + 35 : indienen van kandidatenlijsten
4.6.1. Verkiesbaarheidsvoorwaarden
Om als afgevaardigde van het personeel verkiesbaar te zijn,
moeten de werknemers aan de volgende voorwaarden voldoen :
a) ten minste 18 jaar oud zijn; de afgevaardigden van de
jeugdige werknemers evenwel moeten ten minste 16 jaar oud zijn en mogen de
leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben op de datum van de verkiezingen;
b) geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel, noch
de hoedanigheid hebben van preventieadviseur van de interne dienst voor
preventie en bescherming op het werk;
c) hetzij sedert tenminste zes maanden tewerkgesteld zijn in
de juridische entiteit waaronder de onderneming ressorteert of in de technische
bedrijfseenheid die gevormd wordt door verscheidene juridische entiteiten;
- hetzij in totaal gedurende ten minste negen maanden tijdens
meerdere periodes tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit waaronder de
onderneming ressorteert of in de technische bedrijfseenheid die gevormd wordt
door verscheidene juridische entiteiten gedurende het jaar dat voorafgaat aan
dit waarin de verkiezingen plaatshebben; voor de berekening van deze periode van
negen maanden, wordt rekening gehouden met alle periodes gedurende welke de
werknemer werd tewerkgesteld hetzij krachtens een arbeids- of leerovereenkomst
hetzij onder gelijkaardige voorwaarden (cf. punt 2.1.1. "Voor de berekening van
de drempel, de berekening van het aantal mandaten, de
verkiesbaarheidsvoorwaarden en de kiesvoorwaarden, worden beschouwd als
werknemers").
Voor de berekening van de anciënniteit wordt er rekening
gehouden met de periodes gedurende welke de onderzoeker van het Nationaal Fonds
voor Wetenschappelijk Onderzoek of van de Fondsen geassocieerd met het Nationaal
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, zijn onderzoeksopdracht heeft uitgeoefend
in de instelling, evenals met de periodes gedurende welke een werknemer voor een
beroepsopleiding in de onderneming geplaatst is door de gemeenschapsinstellingen
bevoegd voor de beroepsopleiding.
d) de leeftijd van 65 jaar niet hebben bereikt.
De oorzaken van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst hebben
geen invloed op de anciënniteitsvoorwaarden.
De voorwaarden van verkiesbaarheid moeten vervuld zijn op de datum van de
verkiezingen.
De werknemer die in strijd met de bepalingen van de wet van 19 maart 1991
houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de
ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing
van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden, werd
ontslagen, mag als kandidaat worden voorgedragen.
Wegens hun functie mogen de preventieadviseur en de
arbeidsgeneesheer geen deel uitmaken van de personeelsafvaardiging, noch van de
werkgeversafvaardiging bij de raad en het comité. Zij wonen evenwel als
deskundigen de vergaderingen bij van het comité.
4.6.2. Neerlegging van de kandidatenlijsten
Tot uiterlijk 35 dagen na de dag van de aanplakking van het
bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, kunnen de representatieve
interprofessionele werknemersorganisaties met name het ABVV, het ACV en de
ACLVB, bij de werkgever kandidatenlijsten indienen.
Deze organisaties zijn gemachtigd om volmacht te geven voor
de neerlegging van deze kandidatenlijsten. Ze kunnen slechts volmacht geven voor
één enkele kandidatenlijst per werknemerscategorie waaraan één of meerdere
mandaten werden toegekend.
In de ondernemingen die ten minste 15 kaderleden
tewerkstellen, kunnen kandidatenlijsten tot verkiezing van de
personeelsafgevaardigden die in de raad de kaderleden vertegenwoordigen eveneens
worden ingediend door :
- de representatieve organisaties van kaderleden;
- ten minste 10 pct. van de kaderleden van de onderneming, met dien verstande
dat het aantal ondertekenaars ter ondersteuning van deze lijst niet kleiner mag
zijn dan 5 indien het aantal kaderleden minder bedraagt dan 50, en dan 10 indien
het aantal kaderleden minder bedraagt dan 100; een kaderlid kan slechts één
lijst ondersteunen.
4.6.3. Opstellen van de kandidatenlijsten
Op de lijsten mogen niet meer kandidaten voorkomen dan er gewone en
plaatsvervangende mandaten toegekend kunnen worden. De kandidaten-arbeiders,
kandidaten-bedienden, kandidaten-jeugdige werknemers en de kandidaten-kaderleden
moeten onderscheidelijk behoren tot de categorie waarvoor zij ter verkiezing
worden voorgedragen en moeten behoren tot de technische bedrijfseenheid
waarbinnen hun kandidatuur werd voorgedragen.
Eén zelfde kandidaat mag niet op meer dan één kandidatenlijst
worden voorgedragen.
De representatieve werknemersorganisaties en de representatieve
kaderledenorganisaties en de kaderleden moeten er in de mate van het mogelijke
voor zorgen dat werknemers van de verschillende secties van de onderneming op
hun kandidatenlijst(en) vertegenwoordigd zijn en moeten erover waken dat de
werknemers en de werkneemsters op hun kandidatenlijst(en) vertegenwoordigd zijn
in verhouding tot hun respectievelijk belang in elke categorie van werknemers
waarvan kandidatenlijsten neergelegd worden.
Op elke kandidatenlijst neergelegd bijvoorbeeld voor de
categorie van de bedienden, zou het aantal vrouwen en mannen evenredig moeten
zijn met het aantal bedienden en de bedienden tewerkgesteld in de betrokken
technische bedrijfseenheid.
In diezelfde zin moeten zij ook de evenredige
vertegenwoordiging van in de onderneming tewerkgestelde buitenlandse werknemers
op de kandidatenlijsten nastreven.
KANDIDATUREN
4.7. Van X + 35 tot X + 40
4.7.1. Toekenning van lijstnummers
De kaderleden die een individuele lijst voordragen moeten de werkgever verzoeken
hun een nummer voor de verkiezingen toe te kennen wanneer zij hun lijst
indienen.
Wanneer meerdere verzoeken aan de werkgever worden gericht,
zal hij of zijn afgevaardigde overgaan tot een loting van aan deze lijsten toe
te kennen nummers na de 35e dag van aanplakking van het bericht dat de datum van
de verkiezingen aankondigt en voor de aanplakking van de kandidatenlijsten.
4.7.2. Aanplakking van de kandidatenlijsten
Uiterlijk op X + 40 laat de werkgever of zijn afgevaardigde
een bericht aanplakken met vermelding van de namen van de kandidaten-arbeiders,
kandidaten-bedienden, kandidaten-jeugdige werknemers en de kandidaten-kaderleden.
De lijsten moeten overeenkomstig de bij loting bepaalde volgorde worden
gerangschikt. De namen van de kandidaten worden ingeschreven in de volgorde van
hun voordracht door de representatieve werknemersorganisatie. Dit bericht wordt
op dezelfde plaatsen aangeplakt als het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt.
Een vertegenwoordiger van elke organistie die een lijst heeft
ingediend, mag de aanplakking bijwonen.
4.8. Van X + 40 tot X + 56
4.8.1. X + 47 : mogelijke klacht tegen de kandidatenlijsten
Gedurende een periode van 7 dagen na de aanplakking van de kandidatenlijsten,
kunnen de werknemers die op de kiezerslijsten voorkomen, alsmede de betrokken
representatieve werknemersorganisaties en de betrokken representatieve
kaderledenorganisaties, bij de werkgever elke klacht indienen die in verband met
de voordracht van de kandidaten nuttig geacht wordt.
De werknemers die hun kandidatuur wensen in te trekken
brengen dit ter kennis van de werkgever binnen dezelfde termijn.
4.8.2. X + 48 : indienen van klachten door de werkgever bij de betrokken
organisatie
Daags na de in punt 4.8.1. bedoelde dag, legt de werkgever de klacht of de
intrekking van de kandidatuur voor aan de organisatie die kandidaten heeft
voorgedragen. Enkel in geval van klacht beschikt deze organisatie over een
termijn die uiterlijk op de 54e dag na de dag van de aanplakking van het bericht
dat de datum van de verkiezingen aankondigt een einde neemt, om de lijst met
voorgedragen kandidaten te wijzigen als zij dat nodig acht.
De kandidaten die het voorwerp zijn van een klacht omdat ze
niet voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden mogen niet vervangen worden
wanneer ze geen deel uitmaakten van de ondernemening op de 30ste dag voorafgaand
aan de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt.
Voorbeelden :
In een onderneming valt dag X op 6 februari 2004 en is een kandidaat het
voorwerp van klacht omdat hij niet voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.
Deze kandidaat komt niet in het DIMONA-systeem voor tijdens de periode
voorafgaand aan de 30 dagen vóór 6 februari 2004, hetzij vóór 7 januari 2004.
Hij zal dus niet mogen vervangen worden.
In dezelfde onderneming wordt een kandidaat die het voorwerp
is van een klacht omdat hij niet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet,
aangegeven in het DIMONA-systeem bij indiensttreding op 30 januari 2004. Zijn
datum van uitdiensttreding is 1 maart 2004. Hij zal niet mogen vervangen worden.
In dezelfde onderneming wordt een kandidaat die het voorwerp is van een klacht
omdat hij niet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, aangegeven in het
DIMONA-systeem bij indiensttreding op 15 december 2003. Zijn datum van
uitdiensttreding is 1 maart 2004. Hij zal mogen vervangen worden.
In geval van intrekking van de kandidatuur beschikt de
organisatie over een termijn die uiterlijk op de 76e dag na de dag van de
aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt een
einde neemt, om deze kandidaat te vervangen (cf. punt 4.10.).
4.8.3. X + 54 : eventuele wijziging van de kandidatenlijsten
De gehuwde vrouwen en de weduwen hebben de keuze om op kandidatenlijsten voor te
komen met hun meisjesnaam eventueel voorafgegaan door de naam van hun echtgenoot
of van hun overleden echtgenoot. Zij kunnen elke wijziging dienaangaande aan de
werkgever meedelen tot uiterlijk bij het verstrijken van de termijn die een
einde neemt de 54e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum
van de verkiezingen aankondigt.
De kandidaten kunnen aan de werkgever vragen om hun voornaam
te laten volgen door hun gebruikelijke voornaam.
Binnen dezelfde termijn betekenen de kandidaten aan de werkgever de aan hun naam
of voornaam aangebrachte verbeteringen.
4.8.4. X + 56 : aanplakking van de gewijzigde kandidatenlijst
Uiterlijk de 56e dag laat de werkgever de kandidatenlijsten aanplakken, die al
dan niet werden gewijzigd door de mannelijke en vrouwelijke kandidaten of door
de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve
kaderledenorganisaties of de kaderleden die ze hebben voorgedragen (cf. 4.8.2.).
De lijsten moeten overeenkomstig de bij loting bepaalde
volgorde worden gerangschikt. De namen van de kandidaten worden ingeschreven in
de volgorde van hun voordracht.
Dit bericht wordt op dezelfde plaatsen aangeplakt als het bericht dat de datum
van de verkiezingen aankondigt.
4.9. Van X + 47 tot X + 61 : beroep tegen de kandidatenlijsten
4.9.1. Van X + 47 tot X + 52 : beroep van de werkgever indien voorafgaandelijk
geen klacht werd ingediend
De werkgever kan beroep instellen tegen de voordracht van
kandidaten, zelfs indien geen enkele klacht werd ingediend, wanneer de
kandidaturen niet in overeenstemming zijn met de wettelijke en reglementaire
bepalingen (voorwaarden van verkiesbaarheid, teveel kandidaten op eenzelfde
lijst...).
In het geval er geen bezwaar werd ingediend, moet het beroep van de werkgever
worden ingesteld ten laatste op de 52e dag te rekenen vanaf de datum van de
aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
4.9.2. Van X + 52 tot X + 66 : beslissing van de rechtbank over dit beroep
De arbeidsrechtbank doet uitspraak binnen de 14 dagen die
volgen op de dag van ontvangst van het beroep.
Deze beroepen zijn niet vatbaar voor hoger beoep of verzet.
4.9.3. Van X + 56 tot X + 61 : beroep tegen de gewijzigde kandidatenlijsten na
klacht
Uiterlijk de 5e dag te rekenen vanaf de datum van de aanplakking van de
kandidatenlijsten die al dan niet gewijzigd zijn door de vrouwelijke kandidaten
of door de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve
kaderledenorganisaties of de kaderleden die deze hebben voorgedragen. De
betrokken werknemers, de betrokken representatieve werknemersorganisaties en de
betrokken representatieve kaderledenorganisaties alsmede de werkgever kunnen een
beroep instellen tegen de voordracht van de kandidaten die aanleiding tot de
klacht heeft gegeven.
4.9.4. Van X + 61 tot X + 75 : beslissing van de rechtbank
over dit beroep
De arbeidsrechtbank doet uitspraak binnen de 14 dagen die volgen op de dag van
ontvangst van het beroep.
Deze beroepen zijn niet vatbaar voor hoger beroep of verzet.
De kandidaten waarover de rechtbank geoordeeld heeft dat ze niet voldeden aan de
verkiesbaarheidsvoorwaarden, mogen niet vervangen worden indien ze geen deel
uitmaakten van de onderneming op de 30ste dag voorafgaand aan de dag van de
aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
4.10. X + 76 : Vervanging van kandidaten en aanplakking
Tot de 14e dag voor de dag van de verkiezingen, kunnen de
representatieve werknemersorganisaties, de representatieve
kaderledenorganisaties of de kaderleden die een lijst hebben voorgedragen, na
raadpleging van de werkgever, een kandidaat vervangen in de volgende gevallen :
- bij het overlijden van een kandidaat;
- bij het ontslag gegeven door een kandidaat uit zijn betrekking in de
onderneming;
- wanneer een kandidaat ontslag neemt uit de representatieve
werknemersorganisatie of de representatieve kaderledenorganisatie die hem heeft
voorgedragen;
- bij de intrekking door de kandidaat van zijn kandidatuur;
- bij de wijziging van de categorie van een kandidaat.
De nieuwe kandidaat zal naar keuze van de organisatie die
zijn kandidatuur heeft voorgedragen, op de lijst voorkomen hetzij op dezelfde
plaats als de kandidaat die hij vervangt, hetzij als laatste kandidaat aan het
einde van de lijst.
Zodra de vervanging hem wordt betekend, worden de wijzigingen door de werkgever
aangeplakt, op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum van de
verkiezingen aankondigt.
4.11. X + 77 : Afsluiten van de kandidatenlijsten en opmaken van de
stembiljetten
Na al die mogelijke wijzigingen zijn de kandidatenlijsten definitief. Deze
lijsten mogen niet meer gewijzigd worden na dag Y - 13. Zijn er geen wijzigingen
aangebracht aan de oorspronkelijke lijst, dan moet de kandidatenlijst nog eens
aangeplakt worden.
Als de kandidatenlijsten definitief zijn, kan de werkgever
overgaan tot het opmaken van de stembiljetten.
Een voorbeeld van stembiljet voor werklieden, bedienden, jeugdige werknemers of
kaderleden is bij deze omzendbrief gevoegd.
Bovenaan het stembiljet staan de beginletters van de representatieve
werknemersorganisaties en van de representatieve kaderledenorganisaties en het
nummer dat hun bij loting werd toegekend, alsook het nummer dat aan de
individuele voordrachtlijsten van kaderleden werd toegekend.
De namen van de kandidaten worden erop ingeschreven in de
volgorde van hun voordracht, gevolgd door de letter M of V naargelang het gaat
om een kandidaat of kandidate.
Indien een representatieve werknemersorganisatie of een representatieve
organisatie van kaderleden geen kandidaten heeft voorgedragen, moet er op het
stembiljet geen ruimte worden gelaten.
Er wordt de werkgever aangeraden om de stembiljetten niet te laten drukken in de
kleur van de ene of de andere representatieve organisatie van werknemers of van
kaderleden. Er wordt hem eveneens aangeraden om de modellen van stembiljetten te
volgen zoals opgenomen in bijlage bij deze omzendbrief en te waken over de
naleving van een presentatie waarbij elke mogelijke verwarring tussen de lijsten
en tussen de kandidaten vermeden wordt.
SAMENSTELLING VAN DE KIESCOLLEGES EN VAN DE STEMBUREAUS
4.12. Samenstelling van de kiescolleges
4.12.1. Afzonderlijke kiescolleges.
Afzonderlijke kiescolleges worden samengesteld voor de arbeiders en voor de
bedienden wanneer het aantal bedienden in een onderneming waar hoofdzakelijk
werkliedenpersoneel wordt tewerkgesteld, ten minste 25 bedraagt.
Hetzelfde geldt wanneer in een onderneming waar hoofdzakelijk bediendenpersoneel
tewerkgesteld is, het aantal werklieden ten minste 25 bedraagt.
Een afzonderlijk kiescollege wordt eveneens samengesteld voor
de jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar, indien de onderneming ten minste 25
jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar telt. In dat geval worden zij in
mindering gebracht op de categorie arbeiders of de categorie bedienden.
De minimumleeftijd om verkozen te worden bedraagt 16 jaar.
Voor de verkiezing van een raad wordt een afzonderlijk kiescollege samengesteld
voor de kaderleden indien de onderneming ten minste 15 kaderleden telt op de
lijst die voorkomt in het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en
dat aangeplakt is op dag X, of in de bijlage van dit bericht.
4.12.2. Gemeenschappelijke kiescolleges.
Wanneer het aantal jeugdige werknemers ten minste gelijk is aan 25 en dus een
afzonderlijk kiescollege dient te worden opgericht voor deze jeugdige
werknemers, moet niettemin een gemeenschappelijk kiescollege voor de werknemers
van minimum 25 jaar worden opgericht indien het aantal werknemers van minimum 25
jaar van de minderheidscategorie (werklieden of bedienden ) kleiner dan 25 is.
Wanneer het aantal jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar kleiner is dan 25 of
indien er geen jeugdige werknemers zijn en het aantal werknemers van de
minderheidscategorie (bedienden of werklieden) 25 niet overschrijdt, moet
eenzelfde gemeenschappelijk kiescollege worden opgericht voor alle werknemers.
In dit geval bedraagt de minimumleeftijd om verkozen te
worden 18 jaar.
Wanneer het aantal kaderleden kleiner is dan 15 en er dus geen afzonderlijk
kiescollege voor deze categorie werknemers is, worden deze beschouwd als
"bedienden" en maken zij deel uit van het kiescollege van de bedienden.
Voor de berekening van het aantal werknemers per categorie, wordt rekening
gehouden met het aantal werknemers dat voor elke categorie is ingeschreven op de
kiezerslijsten na het afsluiten ervan.
4.13. Van X + 40 tot X + 70 : samenstelling van de stembureaus
4.13.1. Oprichting.
Voor elk kiescollege is de oprichting van een afzonderlijk
stembureau verplicht.
De raad of het comité, of indien er nog geen is, de werkgever mag verscheidene
bureaus samenstellen voor ieder kiescollege, zo de omstandigheden dit vereisen.
4.13.1.1. Hoofdbureau en secundaire bureaus.
In elk kiescollege wordt één van deze bureaus door de raad of het comité, of
indien er nog geen is, door de werkgever tot hoofdbureau aangewezen, het (of de)
andere bureau(s) van hetzelfde kiescollege vormt (vormen) het (de) secundaire
bureau(s).
4.13.2. X + 40 : aanwijzing van de voorzitters van de stembureaus en tussenkomst
van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten in geval er geen akkoord
is.
De voorzitter van elk bureau wordt gekozen door de raad of
het comité, of bij ontstentenis ervan door de werkgever in akkoord met de
vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, door de
werkgever in akkoord met de betrokken representatieve werknemersorganisaties.
Hij wijst eveneens een plaatsvervangend voorzitter aan die opgeroepen wordt om
de voorzitter te vervangen wanneer deze in de onmogelijkheid verkeert om zijn
functie uit te oefenen.
Indien op de dag van de aanplakking van de kandidatenlijsten
geen akkoord is bereikt, stelt de werkgever de sociaal inspecteur-districtshoofd
van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied
daarvan in kennis. Deze mag hetzij het voorzitterschap van een hoofdbureau op
zich nemen en de voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters van de andere
bureaus aanwijzen, hetzij de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitters van
het hoofdbureau en van de andere bureaus aanwijzen wanneer hij verhinderd is het
voorzitterschap van een hoofdbureau op zich te nemen.
Zowel in het ene als in het andere geval worden de
voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters onder het personeel van de
onderneming aangewezen. Ze mogen niet onder de kandidaten worden gekozen. Bij
bemiddeling van de sociaal inspecteur-distictshoofd van de Algemene Directie
Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied en zo het niet mogelijk is
deze voorzitters aan te wijzen onder het personeel van de onderneming kan de
sociaal inspecteur-districtshoofd daartoe een sociaal inspecteur aanwijzen die
onder zijn gezag staat.
4.13.3.X + 54 : aanwijzing van alle leden van de stembureaus
De secretaris evenals een plaatsvervangende secretaris van elk stembureau wordt
aangewezen door de voorzitter van dit bureau.
Vier bijzitters worden door de raad of het comité aangesteld;
als deze geen beslissing neemt, dan wijst de sociaal inspecteur-districtshoofd
of een sociaal inspecteur die hij afvaardigt, de bijzitters aan. Wanneer nog
geen raad of comité is opgericht, wijst de voorzitter de bijzitters aan.
Indien bij de aanvang of hervatting van de kiesverrichtingen één of meer
bijzitters afwezig zijn, wijst de voorzitter, om hen te vervangen, kiezers aan
onder de eersten die zich aanbieden bij het stembureau zonder dat deze
aanwijzing, voor zover mogelijk, de goede gang van de onderneming mag schaden.
De secretaris en de bijzitters moeten op de kiezerslijsten
van hun categorie voorkomen. Met de instemming van de werknemers-afgevaardigden,
of van de representatieve werknemersorganisaties mag evenwel afgeweken worden
van het voorschrift dat zij tot dezelfde werknemerscategorie moeten behoren (een
bediende zou secretaris of bijzitter van een stembureau van het kiescollege van
werklieden kunnen zijn). Zij mogen niet onder de kandidaten worden gekozen en
zij moeten deel uitmaken van het personeel van de onderneming.
De aanwijzing van alle leden van de bureaus moet gebeuren
uiterlijk op de 54e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de
datum van de verkiezingen aankondigt. Het bericht dat de ledenlijsten van het
kiesbureau aankondigt blijft aangeplakt tot de 86e dag die volgt op de stemming.
4.13.4. X + 60 : aanplakking van de samenstelling en van de verdeling van de
stembureaus
De 60e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat
de datum van de verkiezingen aankondigt, laat de raad of het comité, of indien
er nog geen is, de werkgever op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum
van de verkiezingen aankondigt een bericht aanplakken waarop de samenstelling
van de stembureaus en de indeling van de kiezers per bureau zijn aangegeven. De
organisaties die kandidaten hebben voorgedragen, ontvangen een afschrift van dit
bericht.
Zij wijzen het stembureau aan waar iedere getuige zijn
opdracht gedurende het hele verloop der verrichtingen zal uitvoeren en
verwittigen hierover de getuigen die zij hebben aangewezen.
4.13.5. X + 70 : aanwijzing van de getuigen
Zeventig dagen na de aanplakking van het bericht dat de datum van de
verkiezingen vaststelt kunnen de betrokken representatieve organisaties als
getuigen bij de kiesverrichtingen zoveel werknemers aanwijzen als er stembureaus
zijn en evenveel plaatsvervangende getuigen.
De getuigen stemmen in het bureau waar zij dienst doen.
Indien zij volgens de werknemerscategorie waartoe zij behoren (werklieden,
bedienden, jeugdige werknemers of kaderleden) in een ander bureau moeten
stemmen, mogen zij om een schorsing van de kiesverrichtingen verzoeken voor de
tijd die nodig is voor het uitbrengen van hun stem.
4.13.6. X + 79 : Vrijstelling van het organiseren van verkiezingen
De kiesprocedure wordt stopgezet aan de vooravond van het
versturen of het overhandigen van de oproepingsbrieven voor de verkiezing
wanneer geen enkele kandidatenlijst is ingediend. Hetzelfde geldt wanneer één
enkele representatieve werknemersorganisatie en/of één enkele representatieve
organisatie van kaderleden of wanneer enkel één groep van kaderleden een aantal
kandidaten voordraagt dat gelijk is aan of lager is dan het aantal toe te kennen
gewone mandaten; in dat geval zijn de kandidaten van rechtswege verkozen.
In praktijk kunnen drie situaties zich voordoen :
* één enkele kandidatenlijst werd neergelegd met een
kandidatenaantal dat gelijk is aan of lager dan het aantal toe te wijzen gewone
mandaten. In dit geval moet een kiesbureau worden samengesteld voor de betrokken
personeelscategorie. Het bureau handelt zoals bepaald in punt 5.6. en vermeldt
in het proces-verbaal de reden waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden.
* geen enkele kandidatenlijst werd neergelegd voor geen
enkele personeelscategorie. In dit geval is er geen reden om een kiesbureau
samen te stellen. De werkgever neemt zelf de beslissing om de kiesprocedure stop
te zetten na verloop van de termijn voor de voordracht van de kandidatenlijsten
(X + 35) of, in voorkomend geval, na kennisgeving van het vonnis dat alle
kandidaturen zou nietig verklaren (X + 75). De werkgever plakt op dezelfde
plaatsen als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, een
bericht aan met vermelding van zijn beslissing tot stopzetting van de
kiesprocedure en van de reden waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden. Hij
verzendt een afschrift van dit bericht naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en
Sociaal Overleg, Dienst Inspraakorganen, Belliardstraat 51, 1040 Brussel.
* geen enkele kandidatenlijst werd neergelegd voor één of
meerdere personeelscategoriëen maar één of meerdere lijsten werden ingediend
voor minstens één andere personeelscategorie. In dit geval handelt het
kiesbureau dat samengesteld is voor de categorie die het grootste aantal kiezers
telt, zoals bepaald in punt 5.6. en vermeldt in het proces-verbaal de reden
waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden.
De werkgever plakt op dezelfde plaatsen als het bericht dat
de datum van de verkiezingen aankondigt, een bericht aan met de beslissing om de
kiesprocedure stop te zetten en, in voorkomend geval, de samenstelling van de
raad of het comité.
4.13.7. X + 79 : Schrapping van de kiezerslijsten
Ten laatste aan de vooravond van het versturen van de oproepingsbrieven voor de
verkiezing, schrapt de raad of het comité, bij een beslissing genomen met
eenparigheid van stemmen, de werknemers die geen deel meer uitmaken van de
onderneming op het ogenblik waarop de beslissing wordt genomen, van de
kiezerslijsten.
Bij ontstentenis van een raad of een comité, wordt deze
beslissing genomen door de werkgever met het akkoord van alle leden van de
vakbondsafvaardiging.
Deze beslissingen zijn niet vatbaar voor beroep.
Deze schrappingen hebben geen gevolgen voor de samenstelling van de kiescolleges
en stembureaus.
4.14. X + 80 : Oproeping van de kiezers.
4.14.1. Verzending of overhandiging van de oproepingsbrieven
De kiezers worden door de werkgever voor de verkiezingen
opgeroepen. De oproepingsbrief wordt hen in de onderneming overhandigd ten
laatste 10 dagen voor de datum van de verkiezingen.
Een bericht dat aangeplakt wordt op de dag van deze overhandiging, duidt aan dat
deze plaats heeft gehad.
De kiezer die gedurende de dag waarop de oproepingsbrief moet worden overhandigd
niet in de onderneming aanwezig is, wordt opgeroepen bij een dezelfde dag ter
post aangetekende brief.
Ingeval per brief wordt gestemd, stuurt de voorzitter van het
stembureau op dezelfde dag aan de kiezer de oproepingsbrief samen met het of de
gestempelde stembiljet(ten). De verzending geschiedt bij een dezelfde dag ter
post aangetekende brief.
De getuigen moeten door de voorzitter behoorlijk worden
verwittigd en mogen deze verrichting bijwonen.
De oproepingsbrief moet de volgende vermelding bevatten : "Om de afvaardiging
die zal worden verkozen een werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven,
hebben alle werknemers tot plicht aan de stemming deel te nemen".
4.14.2. Verzending van de stembiljetten voor de stemming per brief
De stemming per brief kan enkel worden toegestaan :
1. bij aanzienlijke spreiding van het personeel (voorbeelden : over het hele
land verspreide winkels die slechts één of twee personen per vestiging
tewerkstellen, vervoerbedrijven waarvan de chauffeurs op de baan zijn,
ondernemingen die herstellingen van apparaten uitvoeren aan huis...);
2. in geval van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;
3. in geval van nachtarbeid voor zover aan volgende voorwaarden is voldaan :
- het aantal tewerkgestelde werknemers tussen 20 uur en 6 uur
op de dag van de verkiezing overschrijdt niet 5 % van het aantal op deze datum
tewerkgestelde werknemers;
- en het aantal tewerkgestelde werknemers tussen 20 uur en 6
uur op de dag van de verkiezing overschrijdt niet vijftien;
4. wanneer de werknemers niet werken tijdens de openingsuren
van de stembureaus.
Daartoe moet de werkgever het akkoord bekomen van alle vertegenwoordigers van de
representatieve werknemersorganisaties en van de representatieve
kaderledenorganisaties die kandidaten hebben voorgedragen voor de betrokken
categorie, uiterlijk 56 dagen na de dag van de aanplakking van het bericht dat
de verkiezingsdatum aankondigt.
Zodra dit akkoord is bereikt moet de werkgever een afschrift
ervan zenden naar de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie
Toezicht op de sociale wetten van het rechtsgebied van de onderneming.
De getuigen mogen aanwezig zijn bij al de verrichtingen vereist door de stemming
per brief.
Indien de stemming per brief geschiedt, stuurt de voorzitter van het kiesbureau
ten minste 10 dagen voor de verkiezingsdatum aan de kiezer, per aangetekend
schrijven, de oproepingsbrief alsmede het (de) afgestempelde stembiljet(ten).
Het gevouwen en afgestempelde stembiljet wordt in een eerste omslag gestoken,
die open gelaten wordt en geen enkel opschrift draagt. Een tweede omslag,
eveneens open doch gefrankeerd, wordt bij de zending gevoegd en draagt het
volgende opschrift :
« Aan de voorzitter van het kiesbureau voor de verkiezing van
de ondernemingsraad (of van het comité voor preventie en bescherming op het
werk) van ...(naam van de onderneming), straat ..., te... ».
Op deze omslag staan eveneens de aanwijzing van het stembureau "bedienden",
"arbeiders", "jeugdige werknemers" of "kaderleden" alsook de vermelding
"afzender" en de naam van de kiezer en dat deze zal moeten gevolgd worden door
diens handtekening en de vermelding van het verplicht karakter van het plaatsen
van de handtekening van de kiezer.
Dit alles wordt aan de kiezer onder een derde en door de
voorzitter van het stembureau ondertekende omslag geadresseerd.
Het voorgaande geldt voor elk stembiljet dat aan de kiezer wordt gezonden.
Indien de stemming per brief geschiedt, steekt de kiezer, na zijn stem te hebben
uitgebracht, het stembiljet rechthoekig in vieren gevouwen zodat de vakken
bovenaan de lijsten naar binnen zijn gekeerd, terug in de omslag.
Hij sluit deze eerste omslag en steekt hem in de tweede
omslag waarop het adres van de voorzitter van het stembureau voorkomt; hij sluit
deze tweede omslag en brengt er de vermeldingen op aan die hierboven zijn
bepaald.
De omslag met het stembiljet mag over de post of op onverschillig welke wijze
worden verzonden. Deze moet aankomen voor de sluiting van de stemming.
De na het sluiten van de stemming ingekomen stembiljetten
worden als ongeldig beschouwd.
In dat geval opent de voorzitter de buitenomslagen, in aanwezigheid van het
daartoe speciaal samengeroepen bureau en zendt de binnenomslagen waarin het
stembiljet steekt aan de sociaal inspecteur-districtshoofd die voor de
vernietiging ervan zorgt.
Het aantal van deze stembiljetten en de naam van de kiezers
van wie het stembiljet na het sluiten van de stemming is aangekomen, worden
vermeld in een speciaal proces-verbaal dat door de voorzitter en de secretaris
van het bureau wordt ondertekend. De getuigen mogen hierbij aanwezig zijn.
Afdeling 5. - Dag X + 90 of dag Y : verkiezingen en
stemopneming
5.1. De stemverrichtingen
5.1.1. Datum, uur van de verkiezingen
De stemming heeft plaats negentig dagen na de aanplakking van het bericht dat de
datum van de verkiezingen aankondigt (dag X ), in de lokalen die door de
werkgever ter beschikking van de stembureaus worden gesteld.
De openingsuren van de stembureaus worden derwijze vastgesteld dat alle
werknemers tijdens de werkuren aan de stemming kunnen deelnemen en zonder dat de
goede gang van de onderneming erdoor kan verhinderd worden. De kiesverrichtingen
hebben plaats op een werkdag en moeten op dezelfde dag beëindigd zijn.
Nochtans wanneer het niet mogelijk is de kiesverrichtingen
tot één dag te herleiden, mogen zij gedurende verscheidene, zelfs niet
achtereenvolgende werkdagen worden voortgezet, na akkoord van de raad of het
comité of bij ontstentenis daarvan, van de vakbondsafvaardiging.
Wanneer het niet mogelijk is alle werknemers toe te laten deel te nemen aan de
verkiezing gedurende hun werkuren, betaalt de werkgever de verplaatsingskosten
van de werknemers terug die zich naar de stembureuas begeven buiten hun
werkuren.
5.1.2. Taak van het stembureau
Het stembureau draagt de verantwoordelijkheid voor de kiesverrichtingen en de
werkgever moet het stembureau alle faciliteiten verlenen die voor het vervullen
van zijn taak vereist zijn.
De werkgever moet het voor elk bureau bestemd lokaal zo inrichten, dat het
geheim van de stemming wordt bewaard.
Indien het noodzakelijk is en om niet een te groot aantal personeelsleden
opgeroepen om de stembureaus te laten fungeren, te moeten inzetten, is het
mogelijk slechts één enkel stembureau op te richten voor de verschillende
categorieën van werknemers.
In de praktijk wordt in ieder geval sterk aangeraden om de
verschillende categorieën van werknemers te laten stemmen in een zelfde bureau,
maar op verschillende uren, bijvoorbeeld de arbeiders stemmen van 9 tot 10 uur
en de bedienden van 10 tot 11 uur.
Voor de stemverrichtingen en stemopneming, en inzonderheid voor de inrichting
der lokalen, het verzegelen der stembussen, het opmaken en het bewaren van de
processen-verbaal alsmede het bewaren van de bij de stemming gebruikte
stembiljetten, moet de voorzitter zich gedragen naar de onderrichtingen van de
sociaal inspecteur-districtshoofd of van een sociaal inspecteur die hij
afvaardigt.
5.1.3. Begeleiding van de kiezer.
De voorzitter mag aan een kiezer die tengevolge van een lichaamsgebrek niet in
staat is om alleen naar de voor de stemming bestemde plaats te gaan of om alleen
zijn stem uit te brengen, toestemming geven om zich door iemand te laten
geleiden of bij te staan.
5.2. Verloop van de stemverrichtingen
5.2.1. Volledigheid van het stembureau
Indien één of meer bijzitters niet aanwezig zijn op op het
uur van aanvang of van hervatten van de stemverrichtingen, wijst de voorzitter
vervangers aan onder de kiezers die zich als eersten aanbieden, er op lettend
dat zijn keuze, voor zover het mogelijk is, de goede gang van de onderneming
niet schaadt.
5.2.2. Stembiljetten
De namen van de kandidaten die voorkomen op de stembiljetten moeten in
overeenstemming zijn met deze van de definitieve kandidatenlijsten.
Indien er één of meer secundaire stembureaus opgericht zijn,
dient de voorzitter van het hoofdbureau de nodige stembiljetten te verzenden of
te overhandigen daags voor de verkiezingen aan de voorzitter van elk secundair
stembureau.
Op de omslag moet het adres van de geadresseerde en het aantal ingesloten
stembiljetten worden vermeld. De omslag mag slechts in aanwezigheid van het
regelmatig samengesteld bureau worden geopend.
De voorzitter vergewist zich of de stembiljetten rechthoekig
in vieren zijn gevouwen zodat de vakken bovenaan de lijsten naar binnen zijn
gekeerd; hij stempelt ze op de keerzijde, voor al de stembiljetten op dezelfde
plaats, met een zegel waarop de datum van de verkiezingen is vermeld. De
voorzitter moet alle schikkingen nemen opdat deze stempel niet bedrieglijk zou
worden aangebracht.
5.2.3. Overhandigen van de stembiljetten
Indien er slechts één kiescollege is opgericht, in geval
gelijktijdig wordt gekozen voor de kandidaten-bedienden en voor de
kandidaten-arbeiders, krijgt de kiezer van de voorzitter een stembiljet met de
naam van de kandidaten-bedienden en een ander met de naam van de
kandidaten-arbeiders.
Wanneer er slechts één kiescollege is opgericht, in geval alleen lijsten van
kandidaat-bedienden zijn ingezonden, krijgt de kiezer van de voorzitter slechts
één stembiljet met de naam van de kandidaten-bedienden; in geval enkel lijsten
van de kandidaten-arbeiders zijn ingezonden, krijgt de kiezer van de voorzitter
slechts één stembiljet met de naam van de kandidaten-arbeiders.
Wanneer afzonderlijke kiescolleges voor bedienden, voor
arbeiders en voor kaderleden zijn opgericht, krijgt de kiezer van de voorzitter
slechts één stembiljet, naargelang van de categorie van werknemers waartoe hij
behoort.
Wanneer een gemeenschappelijk kiescollege voor de bedienden en de arbeiders en
een afzonderlijk kiescollege voor de kaderleden zijn opgericht, ontvangen de
kiezers die behoren tot het gemeenschappelijk kiescollege voor de bedienden en
de arbeiders een stembiljet met de naam van de kandidaten-bedienden en een ander
met de naam van de kandidaten-arbeiders, terwijl de kiezers die behoren tot het
afzonderlijk kiescollege voor de kaderleden een stembiljet ontvangen met de naam
van de kandidaten-kaderleden.
Wanneer een afzonderlijk kiescollege voor jeugdige werknemers
jonger dan 25 jaar is opgericht, krijgen de kiezers jonger dan 25 jaar van de
voorzitter slechts één stembiljet met de naam van de kandidaten-jeugdige
werknemers.
De voorzitter moet een nieuw stembiljet overhandigen aan de kiezer die zijn
stembiljet heeft beschadigd. De kiezer moet erover waken dat het stembiljet dat
hij in de stembus steekt geen merk, scheur of vlek vertoont, die de
ongeldigverklaring ervan kan meebrengen.
5.2.4. Geldige stemmen
Als algemene regel geldt dat de kiezer niet meer stemmen mag
uitbrengen dan er gewone mandaten te begeven zijn.
Wanneer hij zijn voorkeur wil geven aan één enkele voorgedragen lijst en met de
orde van voordracht van de kandidaten van deze lijst akkoord gaat, stemt hij in
het vakje boven een lijst.
Wanneer hij deze rangorde wil wijzigen, brengt hij één of meer naamstemmen uit
in het vakje naast de naam van de kandida(a)t(en) van die lijst aan wie hij zijn
voorkeurstem wil geven.
Bontstemmen is verboden. Onder bontstemmen wordt verstaan,
het uitbrengen van een naamstem voor kandidaten van verschillende lijsten door
naast de naam van die kandidaten te stemmen. Deze wijze van stemmen leidt tot
een ongeldige stem.
5.2.5. Stemming
Na zijn stem in het hiervoor bestemde gedeelte van het lokaal uitgebracht te
hebben,steekt de kiezer zijn gevouwen stembiljet in de stembus. Wanneer slechts
één kiescollege is opgericht en gelijktijdig voor kandidaten-bedienden en voor
kandidaten-arbeiders wordt gekozen, worden twee stembussen gebruikt die
respectievelijk voor beide categorieën zijn bestemd.
Wanneer de kiezer de voorafgaande bepalingen niet naleeft kan
de voorzitter zijn stembiljet terugnemen en vernietigen, doch moet hij hem een
ander geven. De voorzitter moet eveneens een nieuw biljet geven aan de kiezer
die zijn stembiljet heeft beschadigd. Het is zijn taak erover te waken dat het
biljet dat hij in de stembus steekt geen enkel merk, scheur of vlek bevat dat
zou kunnen leiden tot vernietiging.
Wanneer de kiesverrichtingen verschillende dagen duren, neemt
de voorzitter van het bureau alle nodige maatregelen ter bewaring van de
stembussen, van de stembiljetten en van de documenten betreffende de
kiesverrichtingen. Hierbij gedraagt hij zich naar de onderrichtingen van de
sociaal inspecteur-districtshoofd of van de sociaal inspecteur die hij
afvaardigt. De stembussen moeten op het einde van iedere kieszitting verzegeld
worden.
De getuigen hebben het recht op de verzegelingsband een kenteken te plaatsen.
5.2.6. Afsluiting van de stemverrichtingen
Voordat het bureau het proces-verbaal van de verkiezingen
sluit, geeft de voorzitter aan het bureau de omslagen die hij van de per brief
stemmende kiezers heeft ontvangen, maar zonder deze te openen.
De naam van ieder per brief stemmende kiezer wordt aangestipt op de
kiezerslijst.
De voorzitter opent de buitenomslagen en steekt de binnenomslagen met
stembiljetten in de daarvoor bestemde stembus, zonder dat deze binnenomslagen
mogen geopend worden.
5.3. Stemopneming
Na de afsluiting van de stemverrichtingen,gaat het bureau over tot de
stemopneming. Indien het nodig blijkt, kan de voorzitter beslissen om de
opnemingsverrichtingen te verdagen. In dat geval moet hij alle nodige
maatregelen treffen ter bewaring van de stembussen, van de biljetten en van de
voor de stemming gebruikte documenten.
Hierbij gedraagt hij zich naar de onderrichtingen van de
sociaal inspecteur-districtshoofd of van de sociaal inspecteur die hij
afvaardigt.
Het schikken van de biljetten bij reeksen moet met de grootste zorg worden
uitgevoerd.
Een afzonderlijke reeks moet worden gevormd voor de blanco of ongeldige
stembiljetten, een andere voor de verdachte stembiljetten.
5.3.1. Gemeenschappelijk kiescollege voor arbeiders en
bedienden
Indien in een kiescollege tegelijkertijd voor arbeiders en bedienden gestemd
werd, gebeuren de stemopnemingsverrichtingen voor elke categorie afzonderlijk.
5.3.2. Opneming van de per brief uitgebrachte stemmen
De voorzitter van het stembureau opent de stembus en haalt er
de omslagen uit met de per brief uitgebrachte stemmen. Hij opent deze omslagen
en haalt er de stembiljetten uit, zonder ze open te vouwen.
Wanneer één omslag meer dan één stembiljet bevat, worden deze ongeldig
verklaard. De voorzitter doet de andere stembiljetten terug in de stembus en de
inhoud ervan wordt gemengd. Daarna ledigt de voorzitter de stembus en telt de
stembiljetten zonder ze open te vouwen. Hun aantal wordt opgetekend in het
speciaal proces-verbaal, evenals de naam van de kiezers wier stembiljet
binnengekomen is na de afsluiting van de stemming of die reeds hun stem hebben
uitgebracht in het stembureau.
Wanneer een kiezer die voorkomt op de kiezerslijsten en die
een biljet voor de stemming per brief ontvangen heeft, komt stemmen in het
stembureau, wordt zijn stem als geldig beschouwd. De voorzitter van het
stembureau zal zorgen voor de annulering van het biljet voor de stemming per
brief van dezelfde kiezer.
5.3.3. Schikking van de stembiljetten
Nu worden de stembiljetten opengevouwen en met de hulp van de bijzitters worden
zij in volgende categorieën verdeeld :
1° de stembiljetten met geldige stemmen voor één enkele lijst
of met naamstemmen voor één of meer kandidaten van deze lijst; een afzonderlijke
categorie moet worden gevormd voor elke lijst in de volgorde van de
lijstnummers.
De stembiljetten met een stem bovenaan de lijst en met een stem ten gunste van
één of meer kandidaten van dezelfde lijst worden bij deze reeks geschikt, de
stem bovenaan de lijst wordt dan als de enig geldige beschouwd. Hetzelfde geldt
indien het stembiljet meer naamstemmen telt dan er gewone mandaten te begeven
zijn.
2° de ongeldige stembiljetten
Zijn ongeldig :
- andere stembiljetten dan die welke aan de kiezer werden overhandigd;
- stembiljetten waarop meer dan één stem bovenaan een lijst werd uitgebracht;
- stembiljetten waarop de kiezer terzelfdertijd een lijststem en één of meerdere
naamstemmen voor één of meerdere kandidaten van één of meerdere lijsten heeft
uitgebracht, of stembiljetten waarbij de kiezer een stem gaf aan de kandidaten
van verschillende lijsten (gepanacheerde stembiljetten);
- stembiljetten waaraan de kiezer door een teken, een schrapping of een merk zou
kunnen worden herkend;
In geval van stemming per brief, worden eveneens als ongeldig
beschouwd :
- de na de afsluiting van stemming binnengekomen stembiljetten;
- de stembiljetten die teruggestuurd werden door een kiezer die reeds is komen
stemmen in het stembureau;
- de stembiljetten die teruggestuurd werden in eenzelfde omslag door een kiezer
die per brief stemt.
3° de blanco stembiljetten
Zijn blanco, de stembiljetten waarop niet gestemd is.
4° de verdachte stembiljetten
De voorzitter rangschikt bij de verdachte stembiljetten deze waarvan hij de
geldigheid twijfelachtig vindt en deze waarover een lid van het bureau
voorbehoud meent te moeten maken.
Volgens de beslissing van de voorzitter worden ze gevoegd bij
de reeks waartoe zij behoren. Indien één of meer leden van het bureau voorbehoud
menen te moeten maken aangaande de beslissing van de voorzitter, wordt daarvan
akte genomen in het proces-verbaal. In dat geval parafeert de voorzitter het
betwiste stembiljet.
5.3.4. Beoordeling van de geldigheid van de stembiljetten.
Bij de beoordeling van de geldigheid van de stembiljetten moet een belangrijk
onderscheid worden gemaakt tussen de tekens welke het gevolg kunnen zijn van de
geringe handigheid van de kiezer bij het gebruik van het stempotlood en andere
tekens.
In het eerste geval (onvolmaakt aangebrachte stemmingsmerk,
niet volledig zwart maken van het wit middelpunt van het stemvakje) mag het
bureau slechts dan het stembiljet ongeldig verklaren wanneer de kiezer zich
klaarblijkelijk heeft willen kenbaar maken.
Wat de andere al dan niet opzettelijke tekens betreft (vlekken, scheuren,
nagelkrabben, onregelmatige plooien, tekens met het potlood aangebracht buiten
het stemvakje, enz.) geven deze aanleiding tot de ongeldigverklaring van het
stembiljet zodra zij de kiezer doen kennen, zonder dat dient nagegaan of een
bedrieglijk inzicht aan de basis ervan ligt.
De strikte toepassing van deze regel is noodzakelijk om het
geheim van de stemming te waarborgen.
Het bureau dient evenwel ervan af te zien stembiljetten ongeldig te verklaren
die lichte gebreken vertonen en klaarblijkelijk te wijten zijn aan het drukken
of vervaardigen van het stembiljet of aan het snijden van het stempapier.
De kiesbureaus mogen stemmen aanvaarden die niet uitgebracht werden met het
kiespotlood, voor zover de anonimiteit van de kiezer gewaarborgd blijft.
5.3.5. Opneming van de naamstemmen
Om tot de aanwijzing van de effectief verkozenen en van de plaatsvervangers van
elke lijst te kunnen overgaan, is het nodig een opnemingstabel te gebruiken die
als titel draagt : "Opnemingstabel van de onvolledige
lijststembiljetten"(naamstemmen).
Er wordt aanbevolen onderstaande modeltabel te gebruiken :
Naam van de Aantal Totalen
kandidaten stemmen
Colvin ...................................... . . . . .
Delval ...................................... . . . . .
Geirts ...................................... . . . . .
enz.
Bij het aflezen van de stembiljetten waarbij slechts aan
enkele kandidaten van één lijst stemmen gegeven zijn, moet het lid van het
bureau dat met het aanstippen belast is, naast de afgelezen namen, een streepje
aanbrengen.
Op deze wijze zal deze telling zeer vlot verlopen en zal er een ernstige
waarborg zijn tegen mogelijke vergissingen.
5.3.6. Tellen van de stemmen en opstellen van het proces-verbaal van de
kiesverrichtingen.
De voorzitter verstrekt de op bijlagen A en B van deze omzendbrief gevraagde
inlichtingen. De teruggenomen en de ongebruikte stembiljetten, alsmede de
lijsten die voor het aanstippen hebben gediend, ondertekend door de leden van
het bureau die ze aanstreepten en door de voorzitter, worden in een te
verzegelen omslag gestoken.
De getuigen hebben het recht hun opmerkingen in het
proces-verbaal te doen opnemen en een kenteken aan te brengen op de verzegelde
omslagen.
Bij het opstellen van het proces-verbaal van de kiesverrichtingen berekent het
bureau :
- het aantal ongeldige stemmen;
- het aantal blanco stemmen;
- voor elke lijst, het aantal bovenaan de lijst uitgebrachte stemmen;
- voor elke lijst, het aantal van de ten gunste van de kandidaten van de lijst
uitgebrachte stemmen;
- het aantal door ieder kandidaat bekomen naamstemmen.
Het bureau vermeldt de getallen op bijlagen C en D van het
model van het proces-verbaal.
Wanneer deze verrichtingen zijn beëindigd, worden de stembiljetten, geschikt
volgens hun reeks, in afzonderlijke en gesloten omslagen gedaan. De verdachte
stembiljetten worden geviseerd door de voorzitter.
Hij zendt deze omslagen naar de voorzitter van het hoofdbureau; indien er geen
hoofdbureau bestaat zendt hij ze onverwijld naar de werkgever.
5.3.7. Afsluiting van de opnemingsverrichtingen
Wanneer deze verrichtingen zijn beëindigd, worden de
stembiljetten, geschikt volgens hun reeks, in afzonderlijke en gesloten omslagen
gedaan.
Indien er een hoofdbureau bestaat worden de processen-verbaal van de secundaire
stembureaus aan het hoofdbureau gezonden, ten einde dit te laten overgaan tot de
verrichtingen die vermeld zijn in de hiernavolgende punten.
5.4. Verdeling van de mandaten
Het stembureau verdeelt de mandaten en wijst de gewone en
plaatsvervangende gekozenen aan. Indien er een hoofdbureau is, gebeurt de
verdeling en de aanwijzing door het hoofdbureau nadat het de processen-verbaal
van stemopneming van de secundaire bureaus ontvangen heeft en nadat het de
telresultaten van de verschillende secundaire bureaus heeft samengeteld.
5.4.1. Bepaling van het kiescijfer
Ten einde de mandaten onder de verschillende lijsten te
verdelen, stelt het bureau het kiescijfer van elke lijst vast, door de optelling
van :
- het aantal stembiljetten met een lijststem (volledige lijststembiljetten) en
- het aantal stembiljetten met naamstemmen voor kandidaten van de lijst
(onvolledige lijststembiljetten).
Voorbeeld :
Aantal gewone mandaten : 6
Volledige lijststembiljetten :
lijst 1 : 60
lijst 2 : 30
lijst 3 : 52
Onvolledige lijststembiljetten :
lijst 1 : 22
lijst 2 : 65
lijst 3 : 47
Kiescijfer van lijst 1 : 60 + 22 = 82
Kiescijfer van lijst 2 : 30 + 65 = 95
Kiescijfer van lijst 3 : 52 + 47 = 99
5.4.2. Bepaling van de nuttige quotiënten
Het kiescijfer van elke lijst moet achtereenvolgens gedeeld
worden door de getallen 1, 2, 3, 4, 5 enz. (de delers). Hierdoor bekomt men een
aantal quotiënten. Men houdt alleen rekening met een aantal van deze quotiënten
(nuttige quotiënten geheten). Het aantal nuttige quotiënten is gelijk aan het
aantal te verdelen mandaten.
De nuttige quotiënten plaatst men op volgorde van grootte, ongeacht de lijst
waarop ze voorkomen en te beginnen vanaf het grootste quotiënt. Nu kent men aan
elke lijst zoveel mandaten toe, als deze lijst quotiënten heeft bekomen gelijk
aan of hoger dan het laatste nuttige quotiënt.
Voorbeeld :
Deler Lijst 1 Lijst 2 Lijst 3
1 82 (3) 95 (2) 99 (1)
2 41 (6) 47,5 (5) 49,56 (4)
3 27,33 31,66 33
Er zijn 6 mandaten te verdelen, dus in totaal 6 nuttige
quotiënten.
Lijst 1 bekwam 2 nuttige quotiënten en krijgt dus 2 mandaten.
Lijst 2 bekwam 2 nuttige quotiënten en krijgt dus 2 mandaten.
Lijst 3 bekwam 2 nuttige quotiënten en krijgt dus 2 mandaten.
5.4.3. Bijzondere gevallen - Verschillende lijsten bekomen
gelijke nuttige quotiënten
Wanneer verschillende lijsten gelijke nuttige quotiënten bekomen, is er
betwisting omtrent de toekenning van het mandaat.
Wanneer een mandaat met gelijk recht aan verschillende lijsten toekomt, wordt
het toegekend aan de lijst met het hoogste kiescijfer. In geval van gelijkheid
van kiescijfers gaat het mandaat naar de lijst waarop de kandidaat die bij de
aanwijzing van de gewone verkozenen (cf. punt 5.5.2.) zich het bijkomend mandaat
toegekend zou zien dat aan zijn lijst toekomt en die het meeste aantal stemmen
behaald heeft, rekening houdend met de lijststemmen en de naamstemmen, of in
geval van gelijkheid, aan deze kandidaat die de grootste anciënniteit in de
onderneming heeft.
5.4.3.1. Een mandaat met gelijk recht aan verschillende
lijsten, bij ongelijke kiescijfers
Wanneer een mandaat met gelijk recht aan verschillende lijsten toekomt, wordt
het toegekend aan de lijst met het hoogste kiescijfer.
Voorbeeld :
Deler Lijst 1 Lijst 2 Lijst 3
1 60 (1) 30 (3) 20 (5)
2 30 (2) 15 10
3 20 (4) 10 6,66
4 15 (6)
Er zijn zes mandaten te verdelen.
Het eerste mandaat komt toe aan lijst 1.
Het tweede mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2. Het
wordt in ieder geval toegekend aan lijst 1 met het hoogste kiescijfer (60).
Het derde mandaat komt toe aan lijst 2.
Het vierde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 3. Het
wordt in ieder geval toegekend aan lijst 1 met het hoogste kiescijfer (60).
Het vijfde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 3.
Het zesde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2. Het
wordt in ieder geval toegekend aan lijst 1 met het hoogste kiescijfer (60).
Samengevat, lijst 1 bekomt 4 mandaten, lijst 2 bekomt 1 mandaat en lijst 3
bekomt 1 mandaat.
5.4.3.2. Een mandaat met gelijk recht komt toe aan
verschillende lijsten, bij gelijke kiescijfers
Bij gelijke kiescijfers, komt het mandaat toe aan de lijst waarop de kandidaat
voorkomt die bij de aanwijzing van de gewone verkozenen (cf. punt 5.4.2.), zich
het bijkomend zou zien toegewezen krijgen indien het mandaat naar zijn lijst
ging en die de meeste stemmen behaald heeft, rekening houdend met de
lijststemmen en de naamstemmen, of bij gelijkheid aan de kandidaat met de
grootste anciënniteit in de onderneming.
Voorbeelden :
I.
- 3 toe te kennen mandaten;
- 2 lijsten zijn aanwezig;
- er is gelijkheid van kiescijfers tussen de twee lijsten : 24.
1° Eerste stap.
Lijst 1 Lijst 2
24 - eerste mandaat 24 - tweede mandaat
12 12
8 8
- het derde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2.
2° Tweede stap : aanwijzing van de gewone gekozenen (fictief).
Lijst 1 Lijst 2
Verkiesbaarheidscijfer
24 x 2/2 + 1 = 16
stemmen ten gunste van de orde van de voordracht (aantal lijststemmen) = 12 x 2
= 24
Kandidaten Kandidaten
A 4 + 12 = 16 A 3 + 13 = 16
B 1 + 12 = 13 B 5 + 11 = 16
C 6 C 2
D 4 D 3
Kandidaat B van lijst 2 heeft de meeste stemmen behaald,
rekening houdend met de lijststemmen en de naamstemmen. Het is dus aan lijst 2
dat het derde mandaat toekomt.
II.
- 3 toe te kennen mandaten;
- 2 lijsten zijn aanwezig;
- er is gelijkheid van kiescijfers tussen de twee lijsten : 10.
1° Eerste stap.
Lijst 1 heeft 5 naamstemmen bekomen en 5 stemmen bovenaan de lijst
Lijst 2 heeft 3 naamstemmen bekomen en 7 stemmen bovenaan de lijst
Lijst 1 Lijst 2
10 - eerste mandaat 10 - tweede mandaat
5 5
- het derde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2.
2° Tweede stap : aanwijzing van de gewone gekozenen (fictief)
Verkiesbaarheidscijfer
(geheel van nuttige stemmen = stemmen bovenaan de lijst
+ naamstemmen x het aantal aan de lijst toe te kennen zetels )
het aantal aan de lijst toe te kennen zetels + 1
10 x 2/3 = 6,6
stemmen ten gunste van de orde van de voordracht ( aantal stemmen bovenaan de
lijst x het aantal aan de lijst toe te kennen zetels )
Lijst 1 Lijst 2
5 X 2 = 10 7 X 2 = 14
Lijst 1 Lijst 2
Kandidaten Kandidaten
A 5 + 2 = 7 A 7 + 0 = 7
De kandidaat van lijst 1 heeft het verkiesbaarheidscijfer
bereikt aangezien hij 5 naamstemmen heeft (5 + 2 = 7) evenals de kandidaat van
lijst 2 aangezien hij 7 naamstemmen heeft (7 + 0 = 7).
De twee kandidaten hebben het verkiesbaarheidscijfer bereikt en het overblijvend
mandaat zal toegekend worden aan de lijst waarop de kandidaat met de grootste
anciënniteit voorkomt.
5.4.3.3. Een lijst behaalt meer zetels dan zij kandidaten telt.
Indien een lijst meer zetels bekomt dan zij kandidaten telt,
blijven de zetels die niet kunnen bezet worden, vacant.
5.5. Aanwijzing van de gekozenen
5.5.1. Berekening van het verkiesbaarheidscijfer
Het bijzonder verkiesbaarheidscijfer, eigen aan elke lijst wordt verkregen door
het totaal der nuttige stemmen te delen door het aantal aan de lijst toegekende
zetels plus één. Wanneer hierin een decimaal voorkomt, wordt het cijfer naar
beneden afgerond voor een decimaal van 1 tot 4 en naar boven voor een decimaal
van 5 tot 9.
Het totaal van de nuttige stemmen wordt verkregen door het
aantal volledige en onvolledige lijststembiljetten te vermenigvuldigen met het
door de lijst bekomen aantal zetels.
Voorbeeld :
Aantal aan de lijst toegekende zetels . . . . . 5
Volledige lijststembiljetten . . . . . 622
Onvolledige lijststembiljetten . . . . . 666
Vooreerst moet het aantal nuttige stemmen bepaald worden.
Te dien einde wordt het aantal volledige lijststembiljetten, gevoegd bij het
aantal onvolledige lijststembiljetten (622 + 666 = 1.288). Dit resultaat wordt
daarna vermenigvuldigd met het door de lijst bekomen aantal zetels (1.288 x 5 =
6.440).
Om het verkiesbaarheidscijfer te bekomen wordt het aantal
nuttige stemmen gedeeld door het aantal aan de lijst toegekende zetels plus één
(6.440 : 6 = 1.073).
5.5.2. Aanwijzing van de gewone gekozenen
Zodra het aantal zetels, toe te kennen aan elk van de
lijsten, definitief is vastgesteld, moet het bureau nog slechts de verkozenen
uitroepen.
Wanneer het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan het aantal zetels,
toegekend aan deze lijst, worden al de kandidaten zonder verdere verrichting
verkozen verklaard.
Wanneer er meer kandidaten zijn dan het aantal mandaten,
toegekend aan de lijst, worden zij ten belope van het aantal zetels dat aan de
lijst toegewezen is, toegekend aan de kandidaten die in volgorde van hun
voordracht het verkiesbaarheidscijfer bereiken.
Zijn er nog mandaten te begeven dan worden zij toegekend aan de kandidaten die
de meeste naamstemmen hebben behaald. Bij gelijk stemmental is de volgorde van
de voordracht beslissend.
Alvorens tot deze aanwijzing over te gaan, worden de bovenaan
de lijst uitgebrachte stemmen en die dus de voordrachtsorde ten goede komen,
individueel toegekend aan de kandidaten bij wijze van overdracht, nadat deze
stemmen met het aan de lijst toekomend aantal zetels vermenigvuldigd werden.
De overdracht geschiedt volgens de orde van voordracht van de kandidaten, en
voor elk van hen ten belope van het verkiesbaarheidscijfer van de lijst.
Voorbeeld :
Wanneer dit verkiesbaarheidscijfer is vastgesteld, moet het totaal van de
stemmen die aan de voordrachtsorde ten goede komen onder de kandidaten verdeeld
worden.
Dit totaal wordt bekomen door het aantal lijststembiljetten waarop één stem
bovenaan werd uitgebracht, te vermenigvuldigen met het aantal zetels, toegekend
aan die lijst (622 x 5 = 3.110).
Het bureau hoeft dan nog slechts de 3.110 stemmen te verdelen
onder de kandidaten, volgens de orde van voordracht. Deze verdeling geschiedt
door bij het door elke kandidaat bekomen aantal naamstemmen het aantal stemmen
te voegen nodig om het verkiesbaarheidscijfer te bereiken.
Hieronder deze verdeling voor het in punt 5.5.1. aangehaalde
voorbeeld :
Naam van deNaam Stemmen bij Totaal
kandidaten stemmen wijze van overdracht
Ackerman 202 + 871 = 1.073
Barbaix 166 + 907 = 1.073
Ceulemans 196 + 877 = 1.073
Danneels 176 + 455 = 631
Dewachter 48
Durieux 197
Goossens 171
Gysels 73
Puttemans 97
Roose 91
Thiel 160
Na deze verdeling wordt er vastgesteld dat de kandidaten
Ackerman, Barbaix, Ceulemans, Danneels en Durieux het grootste aantal stemmen
bekomen hebben en als titularissen dienen te worden aangewezen.
Er moet opgemerkt worden dat bij staking van stemmen, voorrang gegeven wordt aan
de voordrachtsorde op de lijst.
5.5.3. Aanwijzing van de plaatsvervangers.
Onmiddellijk na de aanwijzing van de titularissen gaat het bureau over tot de
aanwijzing van de plaatsvervangers.
Het aantal plaatsvervangers is gelijk aan het aantal
effectief verkozenen.
Vooraleer de plaatsvervangers worden aangewezen, gaat het bureau over tot een
nieuwe individuele toewijzing van de lijststemmen in de orde van voordracht;
deze toewijzing geschiedt op dezelfde wijze als voor de titularissen, doch te
beginnen met de eerste van de niet-verkozen kandidaten in de orde van
voordracht.
In het hierboven aangehaalde voorbeeld geschiedt de verdeling der lijststemmen,
in de orde van voordracht, en de aanwijzing van de plaatsvervangers als volgt :
Het aantal te verdelen stemmen (3.110) en het
verkiesbaarheidscijfer (1.073), zijn dezelfde als die welke gediend hebben bij
de verdeling voor de aanwijzing der titularissen.
Naam van Naam Stemmen toegekend
de kandidaten stemmen bij wijze van overdracht
Dewachter 48 + 1025 = 1073 1e
Goossens 171 + 902 = 1073 2e
Gysels 73 + 1000 = 1073 3e
Puttemans 97 + 183 = 280 4e
Roose 91
Thiel 160 5e
Bijgevolg worden op elke lijst waarvan één of meer kandidaten
verkozen zijn, de niet-verkozen kandidaten plaatsvervangend verklaard volgens de
regel voorzien voor de effectieven, zonder dat hun aantal hoger mag zijn dan het
aantal verkozenen van de lijst.
5.6. Opmaken van het proces-verbaal en verzending van de resultaten van de
stemming
De uitslag van de algemene telling van de stemmen en de namen der effectieve en
plaatsvervangende verkozen kandidaten worden opgetekend zoals bepaald op de
bijlagen E tot J van het model proces-verbaal in bijlage. De getuigen hebben het
recht om hun opmerkingen te laten opnemen in het proces-verbaal van de
verkiezing.
Zodra de verrichtingen beëindigd zijn sluit het bureau, dat
de mandaten heeft verdeeld en de verkozenen aangewezen, het proces-verbaal af,
dat door al de leden van het bureau wordt ondertekend.
De resultaten van de stemming moeten aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en
Sociaal Overleg meegedeeld worden voor het opmaken van statistieken. Deze
verzending gebeurt langs electronische weg overeenkomstig de nadere regelen
vastgesteld door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en ter
beschikking van de betrokkenen gesteld op een specifieke site van de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, gewijd aan de sociale verkiezingen.
Bij ontstentenis zullen deze gegevens verzonden worden door
middel van een statistische steekkaart verstrekt door de FOD Werkgelegenheid,
Arbeid en Sociaal Overleg.
De voorzitter zendt onmiddellijk, voor de raad of het comité :
- het origineel van de processen-verbaal naar de sociaal
inspecteur-districtshoofd;
- een afschrift van de processen-verbaal naar de werkgever;
- een afschrift, bij een ter post aangetekende brief, naar de betrokken
representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties.
De statistische gegevens worden tegelijkertijd verzonden naar de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
De verzending gebeurt overeenkomstig de nadere regelen
vastgesteld door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Belangrijke opmerking : Wanneer de onderneming minder dan 100 werknemers
tewerkstelt en er dus niet moet overgegaan worden tot verkiezingen voor de
hernieuwing van de leden van de raad gezien het mandaat zal uitgeoefend worden
door de verkozen leden van het comité, moet bij het invoeren van de resultaten
van het comité, op de hiertoe bestemde plaats vermeld worden dat de onderneming
een raad heeft die samengesteld is uit leden die verkozen werden bij de
verkiezing van de leden van het comité.
Afdeling 6. - Electronisch stemmen
Tot electronisch stemmen kan worden overgegaan onder de volgende voorwaarden :
1. Het informatica-systeem dat aangewend wordt, moet beantwoorden aan volgende
voorwaarden :
1° in overeenstemming zijn met de wettelijke en reglementaire bepalingen die de
verkiezing van de personeelsafgevaardigden in de raden en de comités regelen;
2° volgende gegevens registreren die moeten opgenomen worden
in het proces-verbaal :
- de datum van de verkiezingen
- het betrokken orgaan
- het nummer van het stembureau
- het betrokken kiescollege
- het aantal kiezers die aan de stemming hebben deelgenomen (in geval van
gemeenschappelijk kiescollege, brengt elke kiezer twee stemmen uit)
- het aantal blanco stemmen
- het aantal lijststemmen
- het aantal uitgebrachte lijststemmen enkel ten voordele van kandidaten van de
lijst
- het aantal stemmen behaald door elke kandidaat
- het aantal effectieve mandaten per lijst
- de naam en de voornaam van de gewone verkozenen per lijst
- de naam en de voornaam van de plaatsvervangende verkozenen per lijst
3° een beeldscherm tonen dat bij het begin van de
kiesverrichting een overzicht geeft van alle lijstnummers en letterwoorden van
de kandidatenlijsten; wanneer de kiezer een lijst kiest, moeten de namen van
alle kandidaten verschijnen in de volgorde van hun voordracht; deze overzichten
moeten een waarborg van neutraliteit bieden;
4° niet toelaten dat een ongeldige stem wordt geregistreerd;
de kiezer moet uitgenodigd worden om zijn stem opnieuw uit te brengen. Wanneer
meer naamstemmen worden uitgebracht op een lijst dan er toe te kennen zetels
zijn of wanneer één of meerdere naamstemmen worden uitgebracht tegelijk met een
lijststem, moet het beeldscherm een bericht tonen dat de kiezer erop wijst dat
hij teveel naamstemmen heeft uitgebracht op een lijst of dat hij moet kiezen
tussen een lijststem en één of meerdere naamstemmen zonder evenwel het aantal
toe te kennen zetels te overschrijden. De kiezer moet vervolgens worden
uitgenodigd om zijn stemming te herbeginnen;
5° de nodige waarborgen bieden inzake betrouwbaarheid en
veiligheid en de onmogelijkheid verzekeren van elke manipulatie van de
geregistreerde gegevens evenals het geheim der stemming;
6° het gebruik opleggen van verschillende magnetische kaarten
wanneer de stemming tegelijk plaatsvindt voor de raad en het comité;
7° de bewaring verzekeren van de resultaten van de stemming
en van de mogelijkheid tot controle van de stemverrichtingen en van de
resultaten door de arbeidsgerechten.
Een systeem van electronisch stemmen mag enkel worden
gebruikt :
- indien het vergezeld is van een attest van de fabrikant dat het systeem
beantwoordt aan de voorafgaande voorwaarden;
- indien de fabrikant ondersteuning kan waarborgen in geval van technische
problemen die rijzen op het ogenblik van de verkiezingen;
- indien het werd neergelegd bij de dienst inspraakorganen van de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Belliardstraat 51, te 1040 Brussel,
alwaar een attest zal worden overhandigd.
2. De beslissing om over te gaan tot electronisch stemmen moet met unanimiteit
genomen worden door elke betrokken raad of comité.
De raad of het comité zal voorafgaandelijk ingelicht zijn van
de bovenvermelde.
Deze beslissing is het voorwerp van een vermelding in het bericht dat de datum
van de verkiezingen aankondigt.
3. Vorming
De leden van de stembureaus, de plaatsvervangende voorzitters en secretarissen,
de getuigen en de kiezers, moeten een passende opleiding krijgen. Elk
kiescollege moet afzonderlijk stemmen. De getuigen van het hoofdbureau kunnen de
encodering van de kandidatenlijsten bijwonen.
4. Electronisch stemmen en stemming per brief
In geval van stemming per brief moeten de nodige waarborgen
worden geboden om de geheimhouding te bewaren.
Met het oog daarop mag bij het electronisch stemmen de stemming per brief enkel
gebeuren via het hoofdstembureau. Van dat bureau moeten ook de eerste tien
kiezers die zich aanmelden en niet de leden van dit stembureau mogen zijn, per
brief stemmen. De regels betreffende de stemming per brief moeten ook hier
nageleefd worden, hetgeen betekent dat de stembrieven van de genoemde kiezers,
zoals voor de stemmers per brief, in blanco briefomslagen gestopt worden en
gevoegd worden bij de omslagen met de stembrieven van de stemmers per brief.
De telling van de stemmen per brief zal daarna op
electronische wijze gebeuren in het hoofdstembureau in aanwezigheid van de
getuigen, hetgeen betekent dat elke omslag opengemaakt zal worden en de
voorzitter een electronische stem zal uitbrengen overeenkomstig de voorkeur die
op de stembrief aangeduid werd. Wanneer de stembrief meer naamstemmen telt dan
er toe te kennen zetels zijn of in geval dat er tegelijkertijd één of meer
naamstemmen en een lijststem uitgebracht werden, wordt deze stem beschouwd als
een lijststem.
Wanneer electronisch gestemd en geteld wordt, dient de verdeling van de mandaten
en de aanwijzing van de verkozenen niet noodzakelijk electronisch te geschieden.
Het moet mogelijk zijn bij elke betwisting van het resultaat
van de verkiezingen een hertelling van de stemmen te laten plaatsvinden. Met het
oog daarop moeten de electronische dragers die voor de verkiezingen hebben
gediend, in de onderneming verzegeld bewaard blijven.
Afdeling 7. - Na dag Y
7.1. Y + 1 : Afsluiting van de kiesverrichtingen
Uiterlijk daags na de sluiting van de verrichtingen overhandigt de voorzitter de
documenten die voor de verkiezingen hebben gediend, in verzegelde omslagen aan
de werkgever.
In geval dat de verkiezingen zich uitspreiden over meerdere opeenvolgende dagen,
wordt de afsluiting van de kiesverrichtingen uitgevoerd op de laatste dag.
De werkgever bewaart de documenten gedurende een periode van 25 dagen die volgt
op de dag van de sluiting van de kiesverrichtingen. In geval van beroep bezorgt
de werkgever de documenten aan het bevoegde rechtsorgaan.
Als er geen beroep wordt ingesteld of nadat de definitieve
beslissing van het rechtsorgaan van beroep is gevallen, mag de werkgever 25
dagen na het einde van de kiesverrichtingen de stembiljetten vernietigen.
7.2. Y + 2 : Aanplakking van de uitslagen van de verkiezingen samenstelling van
de raad of het comité
Uiterlijk twee dagen na de sluiting van de kiesverrichtingen wordt door de
werkgever op dezelfde plaatsen waar het bericht met de datum van de verkiezingen
hing, een bericht aangeplakt met de uitslag van de stemming en de samenstelling
van de raad of het comité.
Dat bericht vermeldt duidelijk en nauwkeurig alle
personeelsafgevaardigden en alle werkgeversafgevaardigden alsmede hun
plaatsvervangers. Het moet aangeplakt blijven tot de vierentachtigste dag die
volgt op deze van de stemming.
De werkgeversafgevaardigden en hun plaatsvervangers moeten een leidende functie
uitoefenen zoals deze is bepaald in het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt en dus over de bevoegdheid beschikken om de werkgever te
vertegenwoordigen en te verbinden.
7.3. Y + 15 : Beroep bij de arbeidsrechtbank
Binnen de 13 dagen na de aanplakking van de uitslag van de stemming kunnen de
werkgever, de werknemers, of de betrokken representatieve werknemers- en
kaderledenorganisaties beroep instellen bij de arbeidsrechtbank met een verzoek
tot gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van de verkiezingen of van de
beslissing de procedure stop te zetten of een verzoek tot verbetering van de
verkiezingsuitslagen.
Een beroep wordt eveneens binnen dezelfde termijn ingesteld in het geval dat de
leden van de werkgeversafvaardiging niet één van de leidinggevende functies,
zoals omschreven tijdens de preëlectorale procedure, bekleden.
7.4. Y + 69 : Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is
gemaakt
De arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt,
doet uitspraak uiterlijk binnen de 67 dagen na aanplakking van de uitslag der
stemming. Zij kan inzage eisen van de processen-verbaal en van de stembiljetten.
Het vonnis wordt onmiddellijk ter kennis gebracht aan de werkgever, aan ieder
der gewone en plaatsvervangende verkozenen, aan de betrokken representatieve
werknemers-en kaderledenorganisaties, aan de sociaal inspecteur-districtshoofd
van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten en aan de
directeur-generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van
de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, belast met de
inspraakorganen.
7.5. Y + 84 : Hoger beroep tegen deze beslissing bij het arbeidshof
Het Arbeidshof neemt kennis van het hoger beroep tegen
beslissingen in eerste aanleg van de arbeidsrechtbanken betreffende een verzoek
tot gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van de verkiezingen of van de
beslissing de procedure stop te zetten of een verzoek tot verbetering van de
verkiezingsuitslagen of in het geval dat de leden van de werkgeversafvaardiging
niet één van de leidinggevende functies zoals omschreven tijdens de
preëlectorale procedure, bekleden.
De termijn om in hoger beroep te gaan bedraagt 15 dagen na de kennisgeving van
het vonnis, dus ten laatste 84 dagen na het resultaat van de stemming.
7.6. Y + 86 : Verwijdering van de aangeplakte berichten
Volgende berichten moeten aangeplakt blijven tot de 84e dag
na het resultaat van de stemming :
1) de datum van de verkiezingen aangeplakt op dag X
2) de verkiezingskalender aangeplakt op dag X
3) de kiezerslijsten aangeplakt op dag X
4) de kandidatenlijsten aangeplakt op dag X + 40
5) de samenstelling en de verdeling van stembureaus aangeplakt op dag X + 60
6) de overhandiging van de oproepingsbrieven voor de verkiezing X + 80
7) het resultaat van de stemming aangeplakt op dag Y + 2
7.7. Y + 144 : Beslissing van het arbeidshof
Het arbeidshof waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, doet uitspraak binnen de 75
dagen die volgen op de uitspraak van het vonnis van de arbeidsrechtbank, dus ten
laatste 144 dagen na het resultaat van de stemming.
De nieuwe verkiezingsprocedure vangt aan binnen de 3 maanden
die volgen op de definitieve nietigverklaring.
De kandidaten die werden voorgedragen voor verkiezingen die zijn nietig
verklaard, genieten dezelfde bescherming als de overige kandidaten.
7.8. Eerste vergadering van de nieuwe raad of van het nieuwe comité
Is geen beroep tot nietigverklaring van de verkiezingen of tot nietigverklaring
van de aanwijzing van een werkgeversafgevaardigde ingesteld, dan wordt de eerste
vergadering van de raad of van het comité gehouden uiterlijk binnen 30 dagen na
het verstrijken van de door de Koning vastgestelde termijn van beroep of binnen
30 dagen na de gerechtelijke beslissing tot geldigverklaring van de
verkiezingen.
De in het voorgaande lid bepaalde algemene regel is evenwel
alleen dan van toepassing wanneer geen bijzondere bepalingen in de
huishoudelijke reglementen voorkomen waarbij een kortere termijn wordt gesteld.
Indien een beroep tot nietigverklaring van de verkiezingen of tot
nietigverklaring van de aanwijzing van een werkgeversafgevaardigde werd
ingesteld, blijft de oude raad of het oude comité zijn taken uitvoeren tot de
samenstelling van de nieuwe raad of het nieuwe comité definitief is geworden.
7.8.1. Wijze van aanduiding van een secretaris
Bij ontstentenis van akkord over de aanwijzing van de
sekretaris van de ondernemingsraad en bij ontstentenis van bijzondere bepalingen
in het huishoudelijk reglement, wordt de secretaris aangeduid door de
representatieve werknemersorganisatie of door de representatieve
kaderledenorganisatie waarvan de lijst het grootste aantal stemmen heeft
behaald.
Indien er verschillende huishoudelijke reglementen van toepassing zijn, wordt
alleen datgene toegepast dat opgesteld is door het paritair orgaan waartoe het
grootste aantal werknemers behoort die deel uitmaken van de onderneming.
Het secretariaat van het comité wordt verzekerd door de
Interne Dienst, wanneer bij de werkgever één comité moet opgericht worden.
Wanneer een werkgever meerdere technische bedrijfseenheden heeft waarvoor een
comité moet opgericht worden, wordt het secretariaat van het comité verzekerd
door de afdeling van de Interne Dienst, die is opgericht voor de technische
bedrijfseenheid waarvoor het desbetreffende comité is opgericht (artikel 23 van
het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking
van de comités voor preventie en bescherming op het werk).
7.8.2. Wijze van vervanging van een lid van de werkgevers- en de
werknemersafvaardiging.
7.8.2.1. Vervanging van een lid van de werkgeversafvaardiging
De lijst van de leidinggevende functies bepaald op dag X - 35
en eventueel gewijzigd door de arbeidsrechtbank, evenals bij wijze van
aanduiding, de lijst met de leden van het leidinggevend personeel opgenomen in
het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt of in de bijlage ervan,
wordt bewaard tot de volgende verkiezingen op de plaats waar het
arbeidsreglement van de onderneming wordt bewaard.
Wanneer de nieuwe leidinggevende functies gecreëerd worden na de datum van de
aanplakking van het resultaat van de verkiezingen, kan de in het vorig lid
bedoelde lijst aangepast worden.
In dit geval legt de werkgever schriftelijk een voorstel tot aanpassing van de
lijst voor aan de raad of het comité. Hij vermeldt eveneens, bij wijze van
aanduiding, de naam van de personen die deze leidinggevende functies uitoefenen.
Deze raad of dit comité deelt zijn opmerkingen mee aan de
werkgever binnen de maand volgend op de overlegging van het voorstel aan de raad
of het comité. Vervolgens deelt de werkgever, schriftelijk, zijn beslissing mee
aan de raad of het comité en plakt hij deze aan in de lokalen van de onderneming
op de plaats waar het arbeidsreglement bewaard wordt. Binnen de zeven dagen
volgend op de aanplakking van deze beslissing, is een beroep hiertegen mogelijk.
Wanneer een lid van de werkgeversafvaardiging zijn leidinggevende functie in de
onderneming verliest, kan de werkgever de persoon aanduiden die dezelfde
functies waarneemt en die dezelfde bevoegdheden heeft om de werkgever te
vertegenwoordigen en te verbinden.
Wanneer de functie van een lid van de werkgeversafvaardiging
wordt afgeschaft, kan de werkgever een persoon aanduiden die één van de
leidinggevende functies van de lijst der leidinggevende functies uitoefent.
Bij de vervanging van een gewoon lid van de werkgeversafvaardiging wordt
voorrang gegeven aan de functie.
Dit houdt in dat het gewoon lid kan vervangen worden door een persoon die geen
deel uitmaakte van de onderneming op het ogenblik van de vorige sociale
verkiezingen of die geen leidinggevende functie uitoefende op dat ogenblik.
De aanduiding van een vervanger kan het voorwerp zijn van een beroep bij de
arbeidsgerechten in de maand volgend op het ogenblik waarop de
personeelsafgevaardigden kennis hebben genomen van de vervanging. Dit beroep is
onderworpen aan de regels bepaald in de punten 7.3. 7.4. en 7.5.
7.8.2.2. Vervanging van een lid van de werknemersafvaardiging
7.8.2.2.1. Vervanging van een gewoon lid
Wanneer het mandaat van één of meerdere gewone leden een einde neemt, worden
dezen achtereenvolgens vervangen door :
1° de plaatsvervangers van dezelfde lijst in de volgorde waarin ze werden
verkozen;
2° de niet-verkozen kandidaten van dezelfde lijst in de volgorde van het aantal
stemmen dat zij behaalden en die van een bescherming van vier jaar genieten..
Indien er geen plaatsvervangende leden meer zijn en indien er
geen niet-verkozen kandidaten die vier jaar beschermd worden meer zijn, wordt
een gewoon lid wiens mandaat een einde neemt vervangen door de niet-verkozen
kandidaat van dezelfde categorie en van dezelfde lijst die het grootste aantal
stemmen heeft bekomen, die enkel van een bescherming van twee jaren geniet. Deze
kandidaat voltooit het mandaat en geniet van een bescherming tot op de datum
waarop de bij de volgende verkiezingen verkozen kandidaten worden aangesteld.
7.8.2.2.2. Vervanging van een plaatsvervangend lid
Indien een plaatsvervangend lid gewoon lid wordt of indien
zijn mandaat een einde neemt, vervangt de niet-verkozen kandidaat van dezelfde
categorie en van dezelfde lijst die het grootste aantal stemmen heeft bekomen,
deze in de hoedanigheid van plaatsvervangend lid en voltooit hij zijn mandaat.
Deze niet-verkozen kandidaat mag geen niet-verkozen kandidaat bij een
opeenvolgende kandidaatstelling zijn die slechts geniet van een bescherming van
twee jaar zelfs indien hij het grootste aantal stemmen heeft behaald. Dit
betekent dat voor de vervanging van een plaatsvervangend lid, alleen de
niet-verkozen kandidaten die van dezelfde bescherming genieten als de gewone en
plaatsvervangende leden, in aanmerking mogen worden genomen.
HOOFDSTUK 3. - Samenvatting van de verkiezingskalender
De verkiezingsprocedure duurt 150 dagen.
X = datum van de aanplakking van het bericht tot aankondiging van de datum van
de verkiezingen.
Y = X + 90 dagen = datum van de verkiezingen.
X - 60 dagen
1. Schriftelijke mededeling door de werkgever aan de
vakbondsafvaardiging over de aard, de gebieden en de graad van zelfstandigheid
en afhankelijkheid van de zetel ten opzichte van de juridische entiteit. Wanneer
reeds een orgaan werd opgericht, schriftelijke informatie door de werkgever aan
de raad of aan het comité over de wijzigingen die zich in de structuur van de
onderneming hebben voorgedaan en over de nieuwe criteria van zelfstandigheid of
afhankelijkheid van de zetel ten opzichte van de juridische entiteit.
2. Schriftelijke mededeling door de werkgever aan de
werknemers, aan de raad en aan het comité, of bij ontstentenis ervan aan de
vakbondsafvaardiging van het aantal personeelsleden per categorie (arbeiders,
bedienden met inbegrip van de kaderleden en het leidinggevend personeel,
jeugdige werknemers), rekening houdend met het aantal personeelsleden dat op dat
ogenblik in de onderneming wordt tewerkgesteld.
Wanneer een raad moet worden opgericht in deze fase van de
verkiezingsprocedure, is er nog geen beslissing betreffende het
"kaderpersoneel", deze worden dus in de categorie van de bedienden geteld.
3. Schriftelijke mededeling door de werkgever aan de raad en
het comité of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging van de functies van
het leidinggevend personeel door hun benaming en inhoud te verduidelijken,
alsmede, ter verduidelijking bij wijze van aanduiding, de lijst van personen die
deze functies uitoefenen.
In deze lijst worden de leidinggevende functies vermeld en de personen die ze
uitoefenen en die niet tot de technische bedrijfseenheid behoren.
4. Schriftelijke mededeling door de werkgever aan de raad en
het comité of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging van de datum van de
aanplakking van het bericht waarbij de datum van de verkiezingen wordt
aangekondigd en de beoogde datum voor de verkiezingen.
5. Indien de onderneming ten minste 100 werknemers
tewerkstelt en ten minste 30 bedienden telt, schriftelijke mededeling door de
werkgever aan de raad of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging van de
functies van de kaderleden en, bij wijze van aanduiding, van de lijst van
personen die deze functies uitoefenen.
N.B. De schriftelijke mededeling en inkennisstelling mag gebeuren in het
proces-verbaal van de raad en het comité, of in een nota aan de leden van deze
organen of, bij ontstentenis hiervan, in een nota aan de leden van de
vakbondsafvaardiging. Een afschrift van al deze schriftelijke informatie moet
gezonden worden naar de zetel van de representatieve werknemersorganisaties.
X - 60; X - 35 dagen
6. Raadpleging door de werkgever van de raad, het comité, of
bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging over :
a) het aantal technische bedrijfseenheden of juridische entiteiten waarvoor
organen moeten worden opgericht en over hun beschrijving;
b) de indeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun
beschrijving en grenzen of de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in
technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen;
c) de functies van het leidinggevend personeel, alsmede over de lijst van
personen die deze functies uitoefenen.
7. Indien de onderneming ten minste 100 werknemers
tewerkstelt en ten minste 30 bedienden telt, raadpleging door de werkgever van
de raad, of bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging over de functies van de
kaderleden, alsmede over de lijst die, bij wijze van aanduiding, door de
werkgever werd verstrekt.
X - 35 dagen
8. Na raadpleging van de organen, die ingelicht werden :
- schriftelijke inkennisstelling door de werkgever aan de raad, het comité of
bij ontstentenis ervan aan de vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een
vakbondsafvaardiging aan de werknemers van zijn beslissing betreffende :
a) het aantal technische bedrijfseenheden of juridische entiteiten waarvoor
organen moeten worden opgericht, met hun beschrijving en hun grenzen;
b) de functies van het leidinggevend personeel, alsmede bij wijze van
aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen.
- schriftelijke inkennisstelling door de werkgever aan de
raad en het comité of, bij ontstentenis ervan, aan de vakbondsafvaardiging of,
bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, aan de werknemers en aan de
representatieve werknemersorganisaties van zijn beslissing betreffende de
indeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun
beschrijving en grenzen of de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in
technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen.
- schriftelijke inkennisstelling door de werkgever aan de
raad, of bij ontstentenis ervan aan de vakbondsafvaardiging, aan de werknemers
van zijn beslissing betreffende de functies van de kaderleden, alsmede, bij
wijze van aanduiding, betreffende de lijst van de personen die deze functies
uitoefenen.
X - 28 dagen
9. Beroep door de betrokken werknemers, de betrokken
representatieve werknemers en kaderledenorganisaties bij de bevoegde
arbeidsrechtbank tegen de beslissing van de werkgever of tegen de ontstentenis
van beslissing betreffende de punten vermeld in 8.
X - 5 dagen
10. Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak
aanhangig werd gemaakt.
X
11. Vaststelling van het aantal mandaten per orgaan,
verdeling van de mandaten per categorie en eventuele verhoging van het aantal
mandaten na akkoord tussen de werkgever en de betrokken representatieve
organisaties van werknemers en van kaderleden die kandidaten hebben voorgedragen
voor de betrokken categorie.
Aanplakking door de raad of het comité, of bij ontstentenis
hiervan door de werkgever van een bericht met de vermelding van de datum en de
uurregeling van de verkiezingen, het adres en de benaming van de technische
bedrijfseenhe(i)d(en) waar de raden of de comités moeten worden opgericht, het
aantal mandaten per orgaan en per categorie, de voorlopige kiezerslijsten of de
plaatsen waar zij kunnen worden geraadpleegd, de lijst van de leden van het
leidinggevend personeel met vermelding van de benaming en de inhoud van de
leidinggevende functies en de lijst van de kaderleden of de plaatsen waar deze
lijsten kunnen worden geraadpleegd en de data die uit de verkiezingsprocedure
voortvloeien, de persoon of de dienst door de werkgever belast met het versturen
van de oproepingsbrieven voor de verkiezing.
Dit bericht moet gedagtekend worden.
Het aangeplakte bericht moet in overeenstemming zijn met het proces-verbaal van
de raad of het comité, inzonderheid inzake de datum en het uurregeling van de
verkiezingen.
Indien er in de raad of het comité geen akkoord wordt bereikt
over de datum en de uurregeling van de verkiezingen, wordt deze datum en de
uurregeling vastgesteld door de sociaal inspecteur-districtshoofd van de
Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied.
Een afschrift van dit bericht en van het akkoord betreffende de vermeerdering
van het aantal leden van de personeelsafvaardiging wordt gezonden naar de
sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de
sociale wetten van het ambtsgebied van de onderneming en naar de representatieve
werknemersorganisaties.
Een afschrift van de voorlopige kiezerslijsten wordt eveneens gezonden naar de
representatieve werknemersorganisaties, wanneer er in de onderneming geen raad
of comité bestaat. Dezelfde afschriften worden gezonden naar de representatieve
kaderledenorganisaties indien er een raad moet worden opgericht.
Het afschrift van het bericht dat gezonden werd naar de
representatieve werknemersorganisaties en/of naar de representatieve
kaderledenorganisaties moet vergezeld zijn van een afschrift van de lijst van de
leden van het leidinggevend personeel en van de lijst van het kaderpersoneel
indien deze lijsten niet voorkomen in het bericht.
De werknemers kunnen bij hun vertegenwoordigers inzage krijgen van de documenten
met de verschillende berichten die de werkgever hun moet bezorgen en tijdens de
verkiezingsprocedure moet aanplakken in de onderneming.
X + 7 dagen
12. Bezwaar ingediend bij de raad of het comité, of bij
ontstentenis ervan bij de werkgever, in verband met de kiezerslijsten, de
vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en per categorie, van de lijst
van het leidinggevend personeel, van de lijst van de kaderleden.
X + 14 dagen
13. Beslissing van de raad of van het comité, of bij
ontstentenis ervan van de werkgever over de bezwaren ingediend over de
onderwerpen bedoeld in 12.
14. Aanplakking van een rechtzetting in geval van wijziging
van de punten bedoeld in 12.
X + 21 dagen
15. Beroep ingesteld door de betrokken werknemers of door de
betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties bij de bevoegde
arbeidsrechtbank tegen de kiezerslijsten, de vaststelling van het aantal
mandaten en per orgaan en per categorie, de lijst van het leidinggevend
personeel, de lijst van het kaderpersoneel.
X + 28 dagen
16. Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij het beroep is
ingesteld en kennisgeving van deze beslissing aan de raad of het comité, aan de
werkgever, aan de betrokken representatieve werknemers- en
kaderledenorganisaties en aan de betrokken werknemers.
17. Definitieve afsluiting van de kiezerslijsten, van de
vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en per categorie, van de lijst
van het leidinggevend personeel, van de lijst van het kaderpersoneel.
N.B. De definitieve afsluiting van de kiezerslijsten, van de vaststelling van
het aantal mandaten per orgaan en per categorie, van de lijst van het
leidinggevend personeel, van de lijst van het kaderpersoneel mag gebeuren :
- bij het verstrijken van de bezwaartermijn indien geen enkele klacht werd
ingediend (X + 8 dagen);
- bij het verstrijken van de termijn voor beroep tegen de beslissing van de raad
of het comité indien een klacht werd ingediend maar geen beroep werd ingesteld
tegen de beslissing van de raad of het comité (X + 22 dagen);
- op het ogenblik dat het arbeidsgerecht zijn vonnis velt aangaande een beroep
tegen de beslissing van de raad of het comité (X + 28 dagen ).
X + 35 dagen
18. Indiening van de kandidatenlijsten door de
representatieve werknemersorganisaties.
In de ondernemingen die minstens 15 kaderleden tewerkstellen, indiening van de
kandidatenlijsten tot verkiezing van de personeelsafgevaardigden die de
kaderleden vertegenwoordigen door :
- de representatieve organisaties van kaderleden;
- ten minste 10 pct. van de kaderleden van de onderneming.
19. Beslissing door de werkgever om de kiesprocedure stop te
zetten wanneer geen enkele kandidaat werd voorgedragen. Aanplakking van deze
beslissing op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt, en verzending van een afschrift van deze aanplakking naar de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
X + 40 dagen
20. Aanplakking door de werkgever of door zijn afgevaardigde
van een bericht dat de namen van de kandidaten vermeldt.
N.B. De lijsten moeten gerangschikt worden overeenkomstig de volgorde
vastgesteld bij loting. De namen van de kandidaten worden er ingeschreven in de
volgorde van hun voordracht. Dit bericht wordt aangeplakt op dezelfde plaatsen
als het bericht dat dedatum van de verkiezingen aankondigt.
21. Aanwijzing van de voorzitter en van de plaatsvervangend
voorzitter van elk stembureau door de raad of het comité, of bij ontstentenis
ervan door de werkgever in akkoord met de vakbondsafvaardiging, of, bij
ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, door de werkgever in akkoord met de
betrokken representatieve organisaties van werknemers en van kaderleden.
N.B. De voorzitter mag niet onder de kandidaten gekozen worden.
X + 47 dagen
22. Klacht van de betrokken werknemers evenals van de
betrokken representatieve organisaties van werknemers en van kaderleden met
betrekking tot de kandidatenlijsten.
X + 48 dagen
23. Verzending door de werkgever van de opmerkingen bedoeld
in 22, naar de betrokken representatieve organisaties van werknemers en van
kaderleden
X + 54 dagen
24. Eventuele wijzigingen van de kandidatenlijsten door de
betrokken representatieve organisaties van werknemers en van kaderleden of
wijzigingen aan de namen van de kandidaten op schriftelijk verzoek van dezen aan
de werkgever. Verzoek van de kandidaten om een verbetering aan hun naam of
voornaam aan te brengen.
25. Bij gebrek aan akkoord over de aanwijzing van de
voorzitters en van de plaatsvervangende voorzitters van de stembureaus,
aanwijzing door de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie
Toezicht op de sociale wetten.
26. Aanwijzing door de voorzitter van elk stembureau van zijn
secretaris evenals van een plaatsvervangende secretaris.
27. Aanwijzing door de raad of het comité, of bij
ontstentenis ervan door de voorzitter van elk stembureau, van 4 bijzitters.
X + 56 dagen
28. Aanplakking door de werkgever of door zijn afgevaardigde
van de kandidatenlijsten eventueel gewijzigd door de vrouwelijke en mannelijke
kandidaten (gebruikelijke voornaam, verbetering van naam of voornaam) en door de
representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties.
29. Akkoord van de betrokken representatieve werknemers- en
kaderledenorganisaties over de stemming per brief.
30. Verzending van een afschrift van het akkoord bedoeld in
29 aan de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op
de sociale wetten.
X + 60 dagen
31. Aanplakking door de raad of het comité of bij
ontstentenis, door de werkgever, van een bericht dat de samenstelling van de
stembureaus en de indeling van de kiezers per bureau aankondigt.
N.B. Een afschrift van dit bericht moet verzonden worden naar de organisaties
die kandidaten hebben voorgedragen.
X + 61 dagen
32. Beroep door de betrokken werknemers, de betrokken
werknemers- en kaderledenorganisaties, de werkgever tegen de kandidatenlijsten.
N.B. In geval er geen klacht is, moet het beroep van de werkgever ingesteld
worden binnen de 5 dagen volgend op de termijn voor het indienen van klachten (X
+ 52 dagen).
X + 70 dagen
33. Aanwijzing van de getuigen voor de representatieve
organisaties die kandidaten hebben voorgedragen.
X + 75 dagen
34. Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak
aanhangig is gemaakt, inzake het beroep tegen de kandidatenlijsten.
35. Beslissing door de werkgever om de kiesprocedure stop te
zetten wanneer de arbeidsrechtbank alle kandidaturen geannuleerd heeft.
Aanplakking van deze beslissing op dezelfde plaatsen als het bericht dat de
datum van de verkiezingen aankondigt, en verzending van een afschrift van deze
aanplakking naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
X + 76 dagen
36. Vervanging van de kandidaten, na raadpleging van de
werkgever, door de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve
kaderledenorganisaties of de kaderleden die kandidaten hebben voorgedragen in de
volgende gevallen :
- bij het overlijden van een kandidaat;
- bij het ontslag gegeven door een kandidaat uit zijn betrekking in de
onderneming;
- wanneer een kandidaat ontslag neemt uit de representatieve
werknemersorganisatie of de representatieve kaderledenorganisatie die hem heeft
voorgedragen;
- bij de intrekking door de kandidaat van zijn kandidatuur;
- bij de wijziging van categorie van een kandidaat.
De kandidaten waarover de rechtbank geoordeeld heeft dat ze
niet voldeden aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, mogen niet vervangen worden
indien ze geen deel uitmaakten van de onderneming op de 30ste dag voorafgaand
aan de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen
aankondigt.
De nieuwe kandidaat zal naar keuze van de organisatie die zijn kandidatuur heeft
voorgedragen, op de lijst voorkomen hetzij op dezelfde plaats als de kandidaat
die hij vervangt, hetzij als laatste kandidaat aan het einde van de lijst.
37. Aanplakking door de werkgever van de eventuele
vervangingen bedoeld in 36.
X + 77 dagen
38. Definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten.
X + 79 dagen
39. Ten laatste aan de vooravond van het versturen van de
oproepingsbrieven voor de verkiezing, schrapt de raad of het comité, bij een
beslissing genomen met eenparigheid van stemmen, de werknemers die geen deel
meer uitmaken van de onderneming op het ogenblik waarop de beslissing wordt
genomen, van de kiezerslijsten.
Bij ontstentenis van een raad of een comité, wordt deze
beslissing genomen door de werkgever met het akkoord van alle leden van de
vakbondsafvaardiging.
Deze beslissingen zijn niet vatbaar voor beroep.
40. De kiesprocedure wordt stopgezet aan de vooravond van het
versturen of het overhandigen van de oproepingsbrieven voor de verkiezing :
- wanner één enkele kandidatenlijst werd neergelegd met een
kandidatenaantal dat gelijk is aan of lager dan het aantal toe te wijzen gewone
mandaten. In dit geval moet een kiesbureau worden samengesteld voor de betrokken
personeelscategorie. Het bureau sluit het het proces-verbaal af en vermeldt
hierin de reden waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden. Deze kandidaten
zijn automatisch verkozen;
- geen enkele kandidatenlijst werd neergelegd voor één of
meerdere personeelscategoriëen maar één of meerdere lijsten werden ingediend
voor minstens één andere personeelscategorie. In dit geval sluit het kiesbureau
dat samengesteld is voor de categorie die het grootste aantal kiezers telt, het
proces-verbaal af en vermeldt hierin de reden waarom er geen stemming heeft
plaatsgevonden.
X + 80 dagen
41. Overhandiging of verzending van de oproepingsbrieven voor
de verkiezing.
42. Verzending door de voorzitters van de stembureaus van de
oproepingsbrieven en de stembiljetten in geval van stemming per brief.
X + 90 dagen = Y
43. Dag van de verkiezingen en van de stemopneming.
44. Toezenden door de voorzitter voor de raad en voor het
comité :
- van het origineel van de processen-verbaal naar de sociaal
inspecteur-districtshoofd;
- van een afschrift van de processen-verbaal naar de werkgever;
- van een afschrift van de processen-verbaal, bij een ter post aangetekende
brief, naar de betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties;
De statistische gegevens worden tegelijkertijd verzonden naar
de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De verzending gebeurt
overeenkomstig de nadere regelen vastgesteld door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid
en Sociaal Overleg.
Y + 1 dag
45. Overhandiging, door de voorzitter aan de werkgever, in
verzegelde omslagen, van de documenten die voor de verkiezingen hebben gediend.
Y + 2 dagen
46. Aanplakking van de samenstelling van het orgaan door de
werkgever :
- personeelsafvaardiging : resultaat van de stemming;
- werkgeversafvaardiging : gewone en plaatsvervangende afgevaardigden.
Y + 15 dagen
47. Beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de
verkiezingen of van de beslissing de procedure stop te zetten of een verzoek tot
verbetering van de resultaten van de verkiezingen, of tegen de afvaardiging van
de werkgever.
Y + 25 dagen
48. Bewaring door de werkgever van de documenten die gediend
hebben voor de verkiezingen. In geval van beroep, wordt de bevoegde rechtbank in
kennis gesteld van de documenten. Bij ontstentenis van beroep of nadat de
definitieve beslissing van het rechtsorgaan van beroep is gevallen, mag de
werkgever de stembiljetten vernietigen.
Y + 69 dagen
49. Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak werd
aanhangig gemaakt.
Y + 84 dagen
50. Beroep.
Y + 86 dagen
51. Einde van de verplichte aanplakking van de verschillende
berichten.
Y + 144 dagen
52. Beslissing van het Arbeidshof.
N.B. In geval van nietigverklaring van de verkiezingen vangt de nieuwe
verkiezingsprocedure aan binnen de 3 maanden die volgen op de definitieve
nietigverklaring.
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld