Overzicht recente wetteksten
BS 23.06.03
Deze tekst vervangt degene verschenen in het Belgisch Staatsblad nr. 222, van 19
juni 2003, op de bladzijden 32609 tot en met 32617.
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, kadert
in een vernieuwing van de nomenclatuur inzake thuisverzorging, inzonderheid met
betrekking tot de verzorging van chronische patiënten, zoals de
diabetespatiënten.
In zijn advies nr. 35.530/1 van 4 juni 2003 heeft de Raad van State geoordeeld
dat de hoogdringendheid in de adviesaanvraag onvoldoende gemotiveerd was. Uit de
redenen die wij hierna uiteenzetten, blijkt evenwel duidelijk de
maatschappelijke noodzaak om dit besluit in werking te laten treden op 1 juli
2003.
In maart 2001 werd immers aan de Overeenkomstencommissie
verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen gevraagd een aantal nieuwigheden in
die nomenclatuur op te nemen, opdat de thuisverpleegkundige beter gewapend zou
zijn om het hoofd te bieden aan een toenemende vraag van complexe chronische
thuisverzorging.
In die nieuwe nomenclatuur waarover bijna twee jaar lang
intense debatten zijn gevoerd met de partners, neemt de thuisverpleegkundige die
de diabetespatiënten begeleidt, een centrale plaats in. Er zijn bovendien ook
een aantal wijzigingen doorgevoerd die verband houden met de toediening van
geneesmiddelen langs intraveneuze, intramusculaire, subcutane of hypodermale
weg, de inlassing van een verstrekking voor de vervanging van het heparineslot
voor de verblijfscatheters en een herziening betreffende de wondzorg.
Vanaf 1 juli 2003 zullen de verpleegkundigen die de
diabetespatiënten leren hoe ze zichzelf kunnen verzorgen, een forfaitair
honorarium kunnen aanrekenen voor de individuele educatie tot zelfzorg. Dat was
tot op heden niet het geval, wat betekende dat de verpleegkundigen zich elke dag
naar de patiënt moesten begeven, meer bepaald voor het geven van
insuline-injecties, terwijl heel wat patiënten perfect konden leren zichzelf
injecties te geven.
Die educatie is noodzakelijk omdat diabetes een ingewikkelde
ziekte is waar talrijke factoren een rol spelen. De diabetesbehandeling bestaat
immers uit meer dan een insuline-injectie. De ziekte houdt in dat allerhande
leefregels in verband met de medicatie, de voeding, de fysieke activiteit, de
voethygiëne, de glycemiecontroles, enz. moeten worden nageleefd. Een goede
naleving van die leefregels is in grote mate bepalend voor het al dan niet
optreden van complicaties.
Het educatieprogramma wordt geschraagd door de
referentieverpleegkundigen voor diabetologie die in samenwerking met de
thuisverpleegkundige de diabetespatiënt optimaal volgen door middel van een
specifiek verpleegprogramma. Ook de huisarts of de diabetoloog wordt nauw
betrokken bij dat programma. Het traject bestaat enerzijds uit educatie tot
zelfzorg voor nieuwe patiënten die zich tot de thuisverzorging richten met een
voorschrift voor insuline-injecties. Die educatie tot zelfzorg moet worden
gegeven door een referentieverpleegkundige voor diabetologie en omvat een
programma van minimum 5 uur.
Anderzijds omvat het traject een aangepast educatieprogramma
van 2 uur voor de patiënten die niet in staat zijn zichzelf injecties te geven.
Zij zullen instructies krijgen over de leefregels die moeten worden gevolgd. Die
follow-up beperkt zich niet tot de « nieuwe » patiënten. De patiënten die al
ziek zijn, hebben eveneens recht op dat programma. Het gaat feitelijk om een
groep van ongeveer 40 000 patiënten. Dit verpleegkundig traject inzake
diabetologie is een onontbeerlijke aanvulling op de diabetespas die sinds 1
maart 2003 van kracht is.
Het is de bedoeling dat die nieuwe werkmethode op basis van
zorgplannen, referentieverpleegkundigen en educatie tot zelfzorg op termijn
uitgebreid wordt tot andere problemen of chronische ziekten zoals de chronische
psychiatrie.
Die maatregelen gaan eveneens gepaard met een wijziging van het koninklijk
besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de
rechthebbenden of de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige
verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, want de schrapping
van het persoonlijk aandeel van de rechthebbende voor die nieuwe verstrekkingen
is een essentieel element in de nieuwe reglementering betreffende de
diabetespatiënten; die twee besluiten moeten dus terzelfder tijd in werking
treden.
In haar vergadering van 11 februari 2003 heeft de
Overeenkomstencommissie verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen met elf
stemmen voor bij één onthouding beslist de voorstellen die zijn opgenomen in het
ontwerp van koninklijk besluit, aan het Comité van de verzekering voor
geneeskundige verzorging voor te leggen. Dit Comité heeft in zijn vergadering
van 31 maart 2003 ingestemd met het ontwerp, dat vervolgens werd voorgelegd aan
de inspectie van Financiën en de Minister van Begroting in het kader van de
wettelijke begrotingsprocedure. Teneinde alsnog het besluit tijdig te kunnen
nemen en bekendmaken, werd het hoogdringend advies gevraagd van de Raad van
State.
Het is evenwel belangrijk te benadrukken dat de maatregelen
die in dit koninklijk besluit zijn opgenomen, een belangrijke stap zijn in een
langdurig proces dat ertoe strekt de thuisverpleging aan te passen aan de
evolutie van de maatschappij en inzonderheid aan de vergrijzing van de
bevolking; vele bejaarden die thuis verblijven lijden aan chronische
aandoeningen en het doel van de hier voorgestelde wijzigingen is dat deze
personen langer zelfredzaam blijven.
De inhoud van die maatregelen moet zo snel mogelijk worden
meegedeeld aan de actoren op het terrein want dit besluit moet eveneens als
basis dienen voor richtlijnen van het Verzekeringscomité dat de
opleidingsvoorwaarden zal vaststellen voor referentieverpleegkundigen voor
diabetologie en voor wondzorg; die opleidingsvoorwaarden moeten onverwijld
worden vastgesteld, opdat de onderwijsinstellingen hun programma's voor het
schooljaar 2003-2004 nog kunnen aanpassen.
Ik heb de eer te zijn,
Sire,
van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige,
en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE
11 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur
van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
inzonderheid op artikel 35, §§ 1 en 2, gewijzigd bij de wetten van 20 december
1995, 22 februari 1998, 25 januari 1999, 24 december 1999 en 10 augustus 2001 en
het koninklijk besluit van 25 april 1997;
Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14
september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige
verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen, inzonderheid op artikel 8 van de bijlage bij dat besluit, zoals tot
op heden gewijzigd;
Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie
verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen, gegeven op 11 februari 2003;
Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige
controle, gegeven op 11 februari 2003;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole
gegeven op 26 maart 2003;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor
geneeskundige verzorging gegeven op 31 maart 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven
op 26 april 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting
van 12 mei 2003;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de
omstandigheid dat de huidige nomenclatuur niet is aangepast aan de behoeften van
de patiënten, in het bijzonder met betrekking tot de behandeling van wondzorgen
en de behoeften van de diabetespatiënten, is het noodzakelijk dat de aanpassing
zo snel mogelijk in werking treden;
Gelet op het advies 35.530/1 van de Raad van State, gegeven
op 4 juni 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en
Pensioenen,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 8 van de bijlage bij het koninklijk
besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de
geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, zoals tot op heden gewijzigd, worden de volgende
wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, 1°, I. B, wordt de verstrekking :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
14° § 2, eerste lid wordt vervangen als volgt :
« Volgende verstrekkingen worden slechts vergoed indien ze door een geneesheer
zijn voorgeschreven :
- de technische verpleegkundige verstrekkingen bedoeld in
rubriek I, B van § 1, 1°, 2°, 3° en 4°, behalve de verstrekkingen 425110,
425515, 425913, 424395, 424690 en 424852. De verstrekkingen 424255, 424410,
424550 en 424712 moeten niet worden voorgeschreven, maar mogen enkel worden
aangerekend tijdens de periode waarvoor het verzorgen van een wonde met
bioactief verband werd voorgeschreven.
- de specifieke verpleegkundige verstrekkingen bedoeld in
rubriek III van § 1, 1°, 2° en 3°;
- de verstrekkingen inzake verpleegkundige verzorging die
worden verricht in het raam van een van de forfaitaire honoraria bedoeld in
rubriek II van § 1, 1°, 2° en 3° en in rubrieken IV en V van § 1, 1° en 2°, met
uitzondering van de hygiënische verzorging;
- de forfaitaire honoraria voor de individuele educatie van
diabetespatiënten tot zelfzorg (423150) en tot inzicht (423194), het forfait
voor de opvolging van diabetespatiënten na educatie tot zelfzorg (423216) en het
opvolgingshonorarium voor verpleegkundige begeleiding van diabetespatiënten die
niet overschakelen op zelfzorg (423231 en 423334) »;
15° § 2 wordt aangevuld met het volgende lid :
"Voorschriften inzake wondzorg vermelden volgende bijkomende
elementen :
- een omschrijving van de wonde;
- de maximale frequentie van de verzorging;
- de posologie van de toe te dienen geneesmiddelen;
- de periode waarover de wonde moet verzorgd worden";
16° in § 3, 5° worden de woorden « § 5ter en § 8 » ingevoegd tussen de woorden «
§ 4, 2° » en het woord « vermeld »;
17° in § 4, 2° worden de woorden « bovenvermeld
verpleegdossier omvat » vervangen door de woorden « onverminderd de bijzondere
bepalingen van § 5ter en § 8 van dit artikel, omvat bovenvermeld verpleegdossier
»;
18° in § 4, 4° wordt het woord :
« 425154 » vervangen door de woorden "424255, 424270, 424292,
424314, 424336, 424351, 424373, 424395";
« 425552 » vervangen door de woorden "424410, 424432, 424454, 424476, 424491,
424513, 424535";
« 425950 » vervangen door de woorden "424550, 424572, 424594, 424616, 424631,
424653, 424675, 424690";
« 426355 » vervangen door de woorden "424712, 424734, 424756, 424771, 424793,
424815, 424830, 424852";
« 425132 » vervangen door de woorden « 423054, 423076, 423091 »;
« 425530 » vervangen door de woorden « 423253, 423275, 423290 »;
« 425935 » vervangen door de woorden « 423356, 423371, 423393 »;
« 426333 » vervangen door de woorden « 423430, 423452, 423474 »;
19° § 4, 6° wordt aangevuld met het volgende lid :
« Met de verstrekkingen 424395, 424690 en 424852 wordt geen rekening gehouden
bij het bepalen van de waarden in de vorige alinea. »;
20° in § 5, 2° worden de woorden « met uitzondering van de
verstrekkingen 424395, 424690 en 424852 » ingevoegd na het woord «
verzorgingsdag »;
21° in § 5, 3°, c) wordt het woord :
« 425132 » vervangen door de woorden « 423054, 423076, 423091 »;
« 425530 » vervangen door de woorden « 423253, 423275, 423290 »;
« 425935 » vervangen door de woorden « 423356, 423371, 423393 »;
22° in § 5, 3°, c) wordt de rij met de nummers 425154, 425552 en 425950
vervangen door de volgende rijen :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
23° er wordt een § 5ter ingevoegd, luidende :
« § 5ter . Nadere bepalingen inzake de honoraria bedoeld in rubriek VI van § 1,
1° :
1° Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder :
a) "diabetespatiënt" : rechthebbende bij wie de
verpleegkundige na 1 april 2003 een chronische behandeling met dagelijkse
insuline inspuiting opstart. Voor toepassing van de verstrekking 423231 en
423334 komen alle patiënten bij wie een verpleegkundige insuline inspuitingen
verleent in aanmerking;
b) "vaste verpleegkundige" : de verpleegkundige die de
patiënt doorgaans verzorgt en die het inspuiten van insuline verricht of de door
hem aangeduide verpleegkundige die hem vervangt;
c) "referentieverpleegkundige inzake diabetes" : een
verpleegkundige die beantwoordt aan de opleidingsvoorwaarden omschreven in een
richtlijn die op voorstel van de Overeenkomstencommissie
verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen door het Comité van de verzekering
voor geneeskundige verzorging wordt uitgevaardigd, en die als dusdanig
ingeschreven is bij het R.I.Z.I.V.
2° De verstrekkingen 423135, 423150, 423172 en 423194 mogen
slechts éénmaal per patiënt worden geattesteerd. Zij mogen niet geattesteerd
worden in hoofde van patiënten bij wie de forfaitaire of supplementaire
honoraria bedoeld in rubrieken IV en V van § 1, 1° of 2° worden aangerekend.
3° De verstrekkingen 423150, 423172, 423194 en 423216 mogen
niet worden aangerekend in hoofde van patiënten die rechthebbende zijn in het
kader van de revalidatieovereenkomst inzake zelfregulatie van diabetes mellitus.
4° Verstrekking 423135 kan enkel geattesteerd worden door de
vaste verpleegkundige op voorwaarde dat :
- De verpleegkundige een specifiek verpleegdossier van de
diabetische patiënt opmaakt en bijhoudt. Dit dossier maakt integrerend deel uit
van het verpleegdossier bedoeld in § 4, 2°. Het dient inhoudelijk te
beantwoorden aan een richtlijn die op voorstel van de Overeenkomstencommissie
verpleegkundigen - verzekeringsinstellingen door het Comité van de verzekering
voor geneeskundige verzorging wordt vastgelegd, en omvat tenminste volgende
punten :
- de gestandaardiseerde verpleegkundige anamnese;
- verpleegproblemen en/of de verpleegkundige diagnoses;
- de concrete verpleegplanning, inclusief het voorgeschreven
educatieprogramma en de verdere verpleegkunidge opvolging van de patiënt;
- er voorafgaandelijk overleg plaatsvond met de behandelend
arts (huisarts of geneesheer-specialist) waarbij de doelstellingen van de
verpleegkundige zorg inzake diabeteseducatie en opvolging worden besproken, en
de arts beslist of hij al dan niet educatie tot zelfzorg of educatie tot inzicht
voorschrijft. De doelstellingen worden vastgelegd in de verpleegplanning.
5° Verstrekking 423150 kan enkel verleend en geattesteerd
worden door de referentieverpleegkundige inzake diabetes.
De verstrekking 423150 kan slechts geattesteerd worden op voorwaarde dat :
- zij in totaal tenminste vijf uur beloopt, gespreid over
zittingen van tenminste 30 minuten, die inhoudelijk beantwoorden aan een
richtlijn die op voorstel van de Overeenkomstencommissie verpleegkundigen -
verzekeringsinstellingen door het Comité van de verzekering voor geneeskundige
verzorging wordt vastgelegd.
- het verpleegdossier van zowel de vaste verpleegkundige als
de referentieverpleegkundige diabetes een verslag bevat van elke educatiezitting
en een evaluatie van de resultaten.
- de resultaten van het educatieprogramma tot zelfzorg worden
overgemaakt aan de behandelend arts.
6° Verstrekking 423172 kan slechts geattesteerd worden indien
de vaste verpleegkundige tenminste twee educatiesessies van de verstrekking
423150 bijwoont, waaronder in ieder geval de laatste educatiesessie.
7° Verstrekking 423194 kan verleend en geattesteerd worden
zowel door de referentieverpleegkundige inzake diabetes als door de vaste
verpleegkundige.
De verstrekking 423194 kan slechts geattesteerd worden op voorwaarde dat :
- Zij in totaal tenminste twee uur beloopt, gespreid over
zittingen van tenminste 30 minuten, die inhoudelijk beantwoorden aan een
richtlijn die op voorstel van de Overeenkomstencommissie verpleegkundigen -
verzekeringsinstellingen door het Comité van de verzekering voor geneeskundige
verzorging wordt vastgelegd.
- het verpleegdossier een verslag bevat van elke zitting en
een evaluatie van de resultaten.
8° De verstrekking 423216 kan slechts twee maal per
kalenderjaar worden geattesteerd, en enkel op voorwaarde dat er voorafgaandelijk
:
- afspraken werden gemaakt met de behandelend arts (huisarts
of geneesheer-specialist) inzake de noodzakelijke verpleegkundige opvolging van
de patiënt. De verpleegkundige opvolging wordt door de behandelend arts
voorgeschreven. De verpleegplanning moet opgenomen worden in het specifiek
verpleegdossier van de diabetische patiënt.
- een verstrekking 423150 werd aangerekend.
9° De verstrekkingen 423231 en 423334 kunnen slechts
geattesteerd worden op voorwaarde dat de verpleegkundige begeleiding verloopt
volgens een door de behandelend arts goedgekeurd en geactualiseerd verpleegplan
en dat beantwoordt aan een richtlijn die op voorstel van de
Overeenkomstencommissie verpleegkundigen - verzekeringsinstellingen door het
Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt vastgelegd. Zij
kunnen slechts éénmaal per dag aangerekend worden, en enkel op dagen dat er een
insuline inspuiting plaatsvindt.
Nadat de verstrekkingen 423231 of 423334 werden geattesteerd,
mag geen 423150 of 423216 meer worden aangerekend. »;
24° in § 6, 3° wordt in de Nederlandse tekst het woord :
« slechts » vervangen door het woord « maximum »;
25° § 6, 4° wordt vervangen als volgt :
« 4° Voor de rechthebbenden :
- Die scores van minimum 2 behalen voor de criteria
"afhankelijkheid om zich te wassen en zich te kleden" en een score van minimum 3
voor het criterium "afhankelijkheid wegens incontinentie" van de bedoelde
evaluatieschaal, mag één toilet per dag worden aangerekend;
- Die scores van minimum 2 behalen voor de criteria
"afhankelijkheid om zich te wassen en zich te kleden" van de bedoelde
evaluatieschaal en die, op grond van een geneeskundig getuigschrift, door de
behandelend geneesheer opgemaakt overeenkomstig het model dat op voorstel van de
Overeenkomstencommissie is vastgesteld door het Comité van de verzekering voor
geneeskundige verzorging, kunnen worden beschouwd als gedesoriënteerd in tijd en
ruimte, mag één toilet per dag worden aangerekend;
- die scores van 4 behalen voor de criteria "afhankelijkheid
om zich te wassen en zich te kleden" van de bedoelde evaluatieschaal, mag één
toilet per dag worden aangerekend. »;
26° § 7, 5° wordt vervangen als volgt :
« 5° Een formulier tot kennisgeving van het verlenen van de
palliatieve zorg, bedoeld in de rubrieken IV en V van § 1, 1° en 2°, wordt door
de verpleegkundige ingevuld en moet uiterlijk binnen tien kalenderdagen na de
eerste dag van de behandeling aan de adviserend geneesheer van de
verzekeringsinstelling waarbij de rechthebbende is aangesloten of ingeschreven,
persoonlijk geadresseerd worden. Indien meerdere kennisgevingen in dezelfde
zending worden verstuurd, moet er een door de verpleegkundige ondertekende lijst
met de namen van de rechthebbenden worden meegestuurd.
Het model van dit formulier wordt door het Comité van de
verzekering voor geneeskundige verzorging vastgesteld op voorstel van de
Overeenkomstencommissie verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen.
De verpleegkundige die dergelijk formulier invult dient er zich van te
vergewissen dat de betrokken patiënt beantwoordt aan de definitie van § 5bis, 1°
van dit artikel.
Indien de termijn van tien kalenderdagen niet in acht is
genomen, is de verzekeringstegemoetkoming slechts verschuldigd voor
verstrekkingen die verricht werden vanaf de dag na de verzending van het
formulier. De poststempel geldt als bewijs voor de datum van verzending. Bij het
niet respecteren van de termijn van tien kalenderdagen kan de adviserend
geneesheer niettemin beslissen om de verleende verzorging vanaf de eerste dag
ten laste te nemen. Deze beslissing kan enkel worden genomen nadat de
verstrekker schriftelijk een aanvaardbare motivatie voor het laattijdig
kennisgeven heeft overgemaakt.
Verzet van de adviserend geneesheer impliceert weigering van
verzekeringstegemoetkoming voor alle verstrekkingen verricht vanaf de datum van
de betekening van dit verzet aan de rechthebbende, en dit tot een eventuele
andere beslissing. De poststempel geldt als bewijs voor de datum van de
betekening. » ;
27° § 8 wordt vervangen als volgt :
« § 8. Nadere bepalingen inzake wondzorg (verstrekkingen
424255, 424270, 424292, 424314, 424336, 424351, 424373, 424395, 424410, 424432,
424454, 424476, 424491, 424513, 424535, 424550, 424572, 424594, 424616, 424631,
424653, 424675, 424690, 424712, 424734, 424756, 424771, 424793, 424815, 424830
en 424852) :
1° Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder :
- « eenvoudige wondzorg » : alle wondzorg die niet valt onder
de begrippen « complexe wondzorg » of « specifieke wondzorg », inzonderheid het
aanbrengen van een verband op een eenvoudige wonde en het verwijderen van
draadjes of nietjes;
- "complexe wondzorg » : het verzorgen van :
- wonde(n) met drain met/zonder aspiratie;
- wonde(n) met wiek en/of irrigatie;
- wonde(n) met stift of uitwendige fixateur;
- twee of meer eenvoudige wonden;
- tweede- of derdegraadsbrandwonde(n), ulcus/ulcera, ent(en),
doorligwonde(n) met een oppervlakte van minder dan 60 cm2;
- stoma(ta) na colostomie, gastrostomie, ileostomie,
cystostomie, ureterostomie of tracheostomie;
- "specifieke wondzorg" :
- het verzorgen van tweede- of derdegraads brandwonde(n) of
ent(en) met een oppervlakte van 60 cm2 of méér;
- het verzorgen van een ulcus of ulcera met een oppervlakte
van 60 cm2 of méér;
- het verzorgen van diepe doorligwonde(n) die de pezen en de
beenderen aantasten;
- het debrideren van doorligwonde(n);
- "referentieverpleegkundige inzake wondzorg" : een
verpleegkundige die beantwoordt aan de opleidingsvoorwaarden omschreven in een
richtlijn die op voorstel van de Overeenkomstencommissie
verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen door het Comité van de verzekering
voor geneeskundige verzorging wordt uitgevaardigd, en die als dusdanig erkend is
door het R.I.Z.I.V.
Wondzorg die door de rechthebbende zelf of door de mantelzorg
kan worden uitgevoerd, of die aan de rechthebbende of aan de mantelzorg kan
worden aangeleerd, mag niet worden aangerekend.
2° De verstrekkingen 424255, 424410, 424550 en 424712 dekken de raadpleging van
de verpleegkundige en de evaluatie van de staat van het verband door de
verpleegkundige, met uitsluiting van iedere andere zorgverlening tijdens
dezelfde dag. Het vervangen van bioactieve verbanden moet worden aangerekend
onder de nummers 424336, 424491, 424631, 424793, 424351, 424513, 424653, 424815,
424373, 424535, 424675 of 424830.
Deze verstrekking mag in hoofde van een zelfde rechthebbende
maximaal vijftien maal per kalendermaand worden aangerekend.
3° Voor zover de verstrekkingen 424270, 424432, 424572 en
424734 het aanbrengen van zalf of van een geneeskrachtig product omvatten, mogen
zij slechts geattesteerd worden bij verzorging van de volgende huidaandoeningen
:
- zona;
- eczema;
- psoriasis;
- wratten;
- dermatomycoses;
- andere huidletsels die volgens de voorschrijvend geneesheer
een uitvoerige eenvoudige wondzorg rechtvaardigen.
Zij mogen niet worden geattesteerd voor het aanbrengen van een hydraterende zalf om doorligwonden te voorkomen.
4° De verstrekkingen 424292, 424454, 424594 en 424756 mogen
slechts worden aangerekend in de periode van vijftien dagen die een aanvang
neemt op de dag dat een heelkundige ingreep uit artikel 14, h) van deze bijlage
(verstrekkingen die tot het specialisme ophtalmologie behoren) werd verricht.
5° De verstrekkingen 424351, 424513, 424653, 424815, 424373,
424535, 424675 en 424830 kunnen slechts worden aangerekend op voorwaarde dat een
specifiek wondzorgdossier wordt opgemaakt en bijgehouden. Dit dossier maakt
integrerend deel uit van het verpleegdossier bedoeld in § 4, 2°. Het dient
inhoudelijk te beantwoorden aan een richtlijn die op voorstel van de
Overeenkomstencommissie verpleegkundigen - verzekeringsinstellingen door het
Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt vastgelegd.
6° De verstrekkingen 424373, 424535, 424675 en 424830 kunnen
slechts geattesteerd worden op voorwaarde dat de verzorging tenminste dertig
minuten in beslag nam.
Specifieke wondzorg die niet kan worden aangerekend onder de codenummers 424373,
424535, 424675 of 424830 omdat de verzorging minder dan dertig minuten in beslag
nam, mag worden aangerekend onder de codenummers 424351, 424513, 424653 of
424815.
7° De verstrekkingen 424395, 424690 en 424852 kunnen enkel
geattesteerd worden door een referentieverpleegkundige inzake wondzorg. Per
rechthebbende kunnen deze verstrekkingen slechts eenmaal per kalendermaand, en
maximaal driemaal per kalenderjaar, aangerekend worden.
Deze verstrekkingen dekken het bezoek, het toezicht en het
advies verleend door een referentieverpleegkundige inzake wondzorg, op vraag van
de verpleegkundige die de specifieke wondzorg attesteert. Ze kunnen slechts
geattesteerd worden op voorwaarde dat de aanvragende verpleegkundige aanwezig is
bij het bezoek, en dat de referentieverpleegkundige inzake wondzorg aan de
geneesheer die de specifieke wondzorg voorschreef schriftelijk verslag uitbrengt
over de evolutie van de wonde. Een kopie van dit verslag dient bewaard te worden
in het verpleegkundig dossier van de referentieverpleegkundige en in het
specifiek wondzorgdossier van de aanvragende verpleegkundige.
8° De verstrekkingen 424255, 424410, 424550, 424712, 424270,
424432, 424572, 424734, 424292, 424454, 424594, 424756, 424314, 424476, 424616
en 424771 mogen tijdens een zelfde zitting niet gecumuleerd worden met enige
andere verstrekking van dit artikel, behoudens een basisverstrekking.
De verstrekkingen 424336, 424491, 424631, 424793, 424351,
424513, 424653 en 424815 mogen tijdens een zelfde zitting niet gecumuleerd
worden met de verstrekkingen 424395, 424690 of 424852.
Indien tijdens een zelfde zitting verschillende verstrekkingen 424336, 424491,
424631, 424793, 424351, 424513, 424653, 424815, 424373, 424535, 424675 en/of
424830 verleend worden, mag de verpleegkundige enkel de verstrekking met het
hoogste tarief aanrekenen »;
28° In § 9, tweede lid, worden de woorden « I, II, IV en V »
vervangen door de woorden « I, II, IV, V en VI »;
29° § 9 wordt aangevuld met de volgende leden :
« De verstrekkingen 423113, 423312 en 423415 mogen slechts eenmaal per
verzorgingsdag geattesteerd worden. Ze mogen slechts worden verleend en
aangerekend door een gegradueerde verpleegkundige of gelijkgestelde, een
vroedvrouw, of een verpleegkundige met brevet.
Het honorarium voor deze verstrekkingen dekt de
verpleegkundige akte (het verwijderen van eerder ingebrachte heparine, het
spoelen met NaCl, en het inbrengen van een nieuw heparineslot) en het materiaal
dat vereist is om deze techniek op een medisch verantwoorde wijze uit te voeren,
zoals omschreven in een richtlijn die op voorstel van de Overeenkomstencommissie
verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen door het Comité van de verzekering
voor geneeskundige verzorging wordt uitgevaardigd.
De verstrekkingen 423113, 423312 en 423415 mogen op dezelfde
dag niet worden gecumuleerd met de verstrekkingen 423054, 423076, 423091,
423253, 423275, 423290, 423356, 423371, 423393, 423430, 423452 en 423474. »;
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2003.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is
belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juni 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE