Overzicht recente wetteksten
BS 19.06.03
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, kadert
in een vernieuwing van de nomenclatuur inzake thuisverzorging, inzonderheid met
betrekking tot de verzorging van chronische patiënten, zoals de
diabetespatiënten.
In zijn advies nr. 35.530/1 van 4 juni 2003 heeft de Raad van
State geoordeeld dat de hoogdringendheid in de adviesaanvraag onvoldoende
gemotiveerd was. Uit de redenen die wij hierna uiteenzetten, blijkt evenwel
duidelijk de maatschappelijke noodzaak om dit besluit in werking te laten treden
op 1 juli 2003.
In maart 2001 werd immers aan de Overeenkomstencommissie
verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen gevraagd een aantal nieuwigheden in
die nomenclatuur op te nemen, opdat de thuisverpleegkundige beter gewapend zou
zijn om het hoofd te bieden aan een toenemende vraag van complexe chronische
thuisverzorging.
In die nieuwe nomenclatuur waarover bijna twee jaar lang
intense debatten zijn gevoerd met de partners, neemt de thuisverpleegkundige die
de diabetespatiënten begeleidt, een centrale plaats in. Er zijn bovendien ook
een aantal wijzigingen doorgevoerd die verband houden met de toediening van
geneesmiddelen langs intraveneuze, intramusculaire, subcutane of hypodermale
weg, de inlassing van een verstrekking voor de vervanging van het heparineslot
voor de verblijfscatheters en een herziening betreffende de wondzorg.
Vanaf 1 juli 2003 zullen de verpleegkundigen die de
diabetespatiënten leren hoe ze zichzelf kunnen verzorgen, een forfaitair
honorarium kunnen aanrekenen voor de individuele educatie tot zelfzorg. Dat was
tot op heden niet het geval, wat betekende dat de verpleegkundigen zich elke dag
naar de patiënt moesten begeven, meer bepaald voor het geven van
insuline-injecties, terwijl heel wat patiënten perfect konden leren zichzelf
injecties te geven.
Die educatie is noodzakelijk omdat diabetes een ingewikkelde
ziekte is waar talrijke factoren een rol spelen. De diabetesbehandeling bestaat
immers uit meer dan een insuline-injectie. De ziekte houdt in dat allerhande
leefregels in verband met de medicatie, de voeding, de fysieke activiteit, de
voethygiëne, de glycemiecontroles, enz. moeten worden nageleefd. Een goede
naleving van die leefregels is in grote mate bepalend voor het al dan niet
optreden van complicaties.
Het educatieprogramma wordt geschraagd door de referentieverpleegkundigen voor diabetologie die in samenwerking met de thuisverpleegkundige de diabetespatiënt optimaal volgen door middel van een specifiek verpleegprogramma.
Ook de huisarts of de diabetoloog wordt nauw betrokken bij
dat programma. Het traject bestaat enerzijds uit educatie tot zelfzorg voor
nieuwe patiënten die zich tot de thuisverzorging richten met een voorschrift
voor insuline-injecties. Die educatie tot zelfzorg moet worden gegeven door een
referentieverpleegkundige voor diabetologie en omvat een programma van minimum 5
uur.
Anderzijds omvat het traject een aangepast educatieprogramma
van 2 uur voor de patiënten die niet in staat zijn zichzelf injecties te geven.
Zij zullen instructies krijgen over de leefregels die moeten worden gevolgd. Die
follow-up beperkt zich niet tot de « nieuwe » patiënten. De patiënten die al
ziek zijn, hebben eveneens recht op dat programma. Het gaat feitelijk om een
groep van ongeveer 40 000 patiënten. Dit verpleegkundig traject inzake
diabetologie is een onontbeerlijke aanvulling op de diabetespas die sinds 1
maart 2003 van kracht is.
Het is de bedoeling dat die nieuwe werkmethode op basis van
zorgplannen, referentieverpleegkundigen en educatie tot zelfzorg op termijn
uitgebreid wordt tot andere problemen of chronische ziekten zoals de chronische
psychiatrie.
Die maatregelen gaan eveneens gepaard met een wijziging van
het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk
aandeel van de rechthebbenden of de tegemoetkoming van de verzekering voor
geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, want de
schrapping van het persoonlijk aandeel van de rechthebbende voor die nieuwe
verstrekkingen is een essentieel element in de nieuwe reglementering betreffende
de diabetespatiënten; die twee besluiten moeten dus terzelfder tijd in werking
treden.
In haar vergadering van 11 februari 2003 heeft de
Overeenkomstencommissie verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen met elf
stemmen voor bij één onthouding beslist de voorstellen die zijn opgenomen in het
ontwerp van koninklijk besluit, aan het Comité van de verzekering voor
geneeskundige verzorging voor te leggen. Dit Comité heeft in zijn vergadering
van 31 maart 2003 ingestemd met het ontwerp, dat vervolgens werd voorgelegd aan
de inspectie van Financiën en de Minister van Begroting in het kader van de
wettelijke begrotingsprocedure. Teneinde alsnog het besluit tijdig te kunnen
nemen en bekendmaken, werd het hoogdringend advies gevraagd van de Raad van
State.
Het is evenwel belangrijk te benadrukken dat de maatregelen
die in dit koninklijk besluit zijn opgenomen, een belangrijke stap zijn in een
langdurig proces dat ertoe strekt de thuisverpleging aan te passen aan de
evolutie van de maatschappij en inzonderheid aan de vergrijzing van de
bevolking; vele bejaarden die thuis verblijven lijden aan chronische
aandoeningen en het doel van de hier voorgestelde wijzigingen is dat deze
personen langer zelfredzaam blijven.
De inhoud van die maatregelen moet zo snel mogelijk worden
meegedeeld aan de actoren op het terrein want dit besluit moet eveneens als
basis dienen voor richtlijnen van het Verzekeringscomité dat de
opleidingsvoorwaarden zal vaststellen voor referentieverpleegkundigen voor
diabetologie en voor wondzorg; die opleidingsvoorwaarden moeten onverwijld
worden vastgesteld, opdat de onderwijsinstellingen hun programma's voor het
schooljaar 2003-2004 nog kunnen aanpassen.
Ik heb de eer te zijn,
Sire,
van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige,
en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE
4 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk
aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor
geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
inzonderheid op artikel 37, § 1, gewijzigd door de wetten van 20 december 1995,
24 december 1999 en 22 augustus 2002 en het koninklijk besluit van 16 april
1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot
vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de
tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het
honorarium voor bepaalde verstrekkingen, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole
van 4 april 2003;
Gelet op het voorstel van het Comité van de verzekering voor
geneeskundige verzorging geformuleerd op 7 april 2003;
Gelet op het advies van de Algemene Raad, gegeven op 7 april
2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven
op 16 april 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting
gegeven op 5 mei 2003;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het
feit dat dit koninklijk besluit in werking moet treden op dezelfde datum als de
overeenkomst met de kinesitherapeuten opgesteld door het Verzekeringscomité,
omdat de afschaffing van het persoonlijk aandeel van de rechthebbende voor de
verstrekkingen « schriftelijk verslag » een wezenlijk onderdeel is voor de
betrokken patiënten;
Gelet op het advies 35.459/1 van de Raad van State, gegeven
op 13 mei 2003 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van onze Minister van Sociale Zaken en
Pensioenen,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot
vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de
tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het
honorarium voor bepaalde verstrekkingen wordt een artikel 7novies ingevoegd,
luidende :
« Art. 7novies. De rechthebbende is geen persoonlijk aandeel
verschuldigd in de honoraria voor de verstrekkingen « schriftelijk verslag »
voorzien in artikel 7, § 1, 2°, 5° en 6° van de bijlage bij het koninklijk
besluit van 14 september 1984. »
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei
2003.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is
belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juni 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE