Overzicht recente wetteksten
BS 08.04.03
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke
pensioenen van 21 juli 1844, inzonderheid op artikel 8, § 2, vierde lid,
ingevoegd bij de wet van 25 januari 1999;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven
op 17 juni 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting
van 19 juli 2002;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 30 augustus 2002
over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van
een maand;
Gelet op de akkoordbevinding van 5 november 2002 van het
Gemeenschappelijk Comité voor alle Overheidsdiensten;
Gelet op het advies nr. 34.662/2 van de Raad van State,
gegeven op 12 februari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van
de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op het
advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Artikel 8, § 2, eerste lid, van de algemene wet
van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, aangevuld bij de
wet van 30 maart 2001, wordt aangevuld als volgt :
« 40° de premie toegekend ter uitvoering van het protocol nr. 120/2 van 28
november 2000 van het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten
betreffende het meerjarenplan voor de openbare gezondheidssector en waarvoor aan
de werkgever een financiële tegemoetkoming verleend wordt. »
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1
augustus 2001.
Art. 3. Onze Minister van Pensioenen is belast met de
uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 maart 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE