Overzicht recente wetteksten
BS 20.11.02, Ed.1
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
inzonderheid op artikel 27, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 10 augustus
2001 en op artikel 28, § 1, gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999, 24
december 1999 en 12 augustus 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot
uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op
artikel 50, opgeheven bij het koninklijk besluit van 21 december 2001, en op G .
van afdeling VII van hoofdstuk I van titel II, vervangen bij het koninklijk
besluit van 19 maart 1997;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van
de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg,
inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de hoogdringendheid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven
op 21 november 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting
van 4 december 2001;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan
de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 32.929/1,
gegeven op 28 maart 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze
in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In titel II, hoofdstuk I, afdeling VII, van het
koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen,
gecoördineerd op 14 juli 1994, worden D. en artikel 50, opgeheven bij het
koninklijk besluit van 21 december 2001, opnieuw opgenomen in de volgende lezing
:
« D . Technische Raad voor diagnostische middelen en verzorgingsmiddelen
Art. 50
§ 1. De krachtens artikel 27 van de gecoördineerde wet
ingestelde Technische Raad voor diagnostische middelen en verzorgingsmiddelen is
samengesteld uit :
1° de voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter;
2° zeven werkende en zeven plaatsvervangende leden, artsen of
apothekers, gekozen uit de kandidaten die in dubbel aantal van dat der toe te
wijzen mandaten, worden voorgedragen door de verzekeringsinstellingen; om de
vertegenwoordiging van de verzekeringsinstellingen vast te stellen, wordt
rekening gehouden met hun respectievelijke ledentallen; elke
verzekeringsinstelling heeft ten minste recht op één mandaat van werkend lid en
één mandaat van plaatsvervangend lid;
3° zeven werkende en zeven plaatsvervangende leden, gekozen
uit de kandidaten die worden voorgedragen door de faculteiten der geneeskunde
van de Belgische universiteiten; elke universiteit draagt vier kandidaten voor;
elke universiteit heeft recht op één mandaat van werkend lid en één mandaat van
plaatsvervangend lid;
4° drie werkende en drie plaatsvervangende leden, apothekers,
waarvan twee gekozen uit de kandidaten voorgedragen door de representatieve
beroepsverenigingen van het apothekerskorps op een dubbele lijst en één gekozen
uit de kandidaten voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties van
de ziekenhuisapothekers op een dubbele lijst;
5° twee werkende en twee plaatsvervangende leden, gekozen uit
de kandidaten die in dubbel aantal van dat der toe te wijzen mandaten worden
voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties van het
geneesherencorps;
6° twee werkende en twee plaatsvervangende leden, gekozen uit
de kandidaten die in dubbel aantal van dat der toe te wijzen mandaten worden
voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties van verpleegkundigen;
7° één werkend en één plaatsvervangend lid, aangewezen door
de Minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft;
8° één werkend en één plaatsvervangend lid, aangewezen door
de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;
9° een vertegenwoordiger van de Dienst voor geneeskundige
controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. De
functie wordt waargenomen door een personeelslid van de dienst voor
geneeskundige controle, aangewezen door de leidend ambtenaar van de genoemde
dienst.
§ 2. De onder § 1, 7°, 8° en 9° vermelde leden zijn niet
stemgerechtigd. »
Art. 2. In G. van afdeling VII van hoofdstuk I van titel II,
vervangen bij het koninklijk besluit van 19 maart 1997, worden de woorden «
Technische raad voor farmaceutische specialiteiten » vervangen door de woorden «
Technische Raad voor diagnostische middelen en verzorgingsmiddelen ».
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de
maand na die waarop het is bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad .
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de
uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE