Overzicht recente wetteksten
BS 05.10.02
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit n° 78 van 10 november 1967,
betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen inzonderheid artikel
9, gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001;
Gelet op de wet van 27 juni 1921, waarbij aan de verenigingen
zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut
rechtspersoonlijkheid wordt verleend en zijn wijzigingen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën,
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 21 december 2001
over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van
een maand;
Gelet op advies van de Raad van State, gegeven op 5 maart
2002, met toepassing van art. 84, 1e lid, 1, van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen en algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan
onder :
1° praktijkvoerende artsen : erkende huisartsen, huisartsen
in beroepsopleiding en algemeen geneeskundigen met verworven rechten;
2° huisartsenkring : een vereniging, welke alle vrijwillig
toegetreden praktijkvoerende artsen groepeert, die binnen een welbepaalde
geografisch omschreven en aaneengesloten zone hun beroepsactiviteit uitoefenen,
ten einde de opdrachten geformuleerd onder hoofdstuk II van onderhavig besluit
uit te voeren;
3° huisartsenwachtdienst : een uitgewerkt beurtrolsysteem dat
regelmatige en normale verstrekking van huisartsgeneeskundige zorgen aan de
bevolking garandeert en dat wordt beheerd door praktijkvoerende artsen binnen de
huisartsenzone, zoals bedoeld in artikel 1, 5°, van dit besluit;
4° huisartspraktijkpermanentie : een beschikbaarheid van de
huisartsgeneeskunde ten aanzien van het patiëntenbestand van één of meerdere
praktijken;
5° huisartsenzone : een aaneengesloten geografisch gebied van
één of meerdere gemeenten - of deel van een gemeente in de grote agglomeraties
van Antwerpen, Charleroi, Gent en Luik - dat tot het werkgebied van een
huisartsenkring behoort.
Art. 2. Om te worden erkend en erkend te blijven, moeten de
huisartsenkringen voldoen aan de hiernavolgende bepalingen.
HOOFDSTUK II. - Opdrachten
Afdeling I. - Vertegenwoordiging
Art. 3. De huisartsenkring treedt op als vertegenwoordiger
van de huisartsen van de huisartsenzone en is het lokaal aanspreekpunt voor de
huisartsen en voor het lokale beleid ter implementatie van het lokale
gezondheidsbeleid.
Hiertoe :
1° kan de kring initiatieven nemen ter promotie van de
eerstelijnsgezondheidszorg in het algemeen en van de huisartsenwerking in het
bijzonder;
2° neemt de huisartsenkring initiatieven ter optimalisatie
van de multidisciplinaire samenwerking tussen de eerstelijnszorgverstrekkers;
3° poogt de huisartsenkring samenwerkingsovereenkomsten af te
sluiten met het ziekenhuis (of ziekenhuizen), teneinde de continuïteit van de
patiëntenzorg te waarborgen;
4° optimaliseert de huisartsenkring toegankelijkheid van de
huisartsgeneeskunde voor alle patiënten van de huisartsenzone.
Afdeling II. - Organisatie van de huisartsenwachtdienst
Art. 4. De huisartsenkring organiseert één
huisartsenwachtdienst binnen de gehele huisartsenzone. Deze
huisartsenwachtdienst kan bestaan uit meerdere onderdelen om samen één
huisartsenwachtdienst voor de gehele huisartsenzone te vormen.
Art. 5. De huisartsenwachtdienst dient te beantwoorden aan de
volgende normen :
1° bij de aanvraag tot erkenning dient minimaal de
huisartsenwachtdienst geregeld tijdens de weekends en feestdagen;
2° indien binnen één huisartsenzone meerdere
wachtdienstonderdelen worden georganiseerd, mogen er geen geografische
overlappingen bestaan, noch gebiedsdelen die niet gedekt worden binnen deze
huisartsenzone;
3° per huisartsenkring dient een huishoudelijk reglement
omtrent de wachtdienst te worden opgesteld, dat de praktische organisatorische
afspraken en engagementen tussen de verstrekkers regelt; het begin en eindmoment
van de wachtdienst dient hierin duidelijk te worden gepreciseerd; tevens dienen
de modaliteiten van interne kwaliteitszorg hierin gestipuleerd;
4° gedurende de tijdsperiode dat de huisartsenwachtdienst
functioneert, dient minstens één huisarts permanent beschikbaar te zijn en à
rato van één huisarts per volledige schijf van 30 000 inwoners;
5° de wachtdienst wordt op duidelijke wijze bekendgemaakt aan
de bevolking;
6° de huisartsenwachtdienst is subsidiair aan de
huisartspraktijkpermanentie. In het huishoudelijk reglement van de wachtdienst
dient de afgrenzing tussen de praktijkpermanentie en de wachtdienst geregeld;
7° de huisartsenkring maakt afspraken met de ziekenhuizen en
extra-murale specialisten teneinde een optimale afstemming te bekomen tussen de
huisartsenwachtdienst, de spoeddiensten en de dringende medische hulpverlening
in de huisartsenzone.
Art. 6. Wij kunnen na advies van de werkgroep Huisartsen van
de Hoge Raad van Geneesheren Specialisten en Huisartsen, de normen bedoeld in
artikel 5, nader bepalen.
Art. 7. Elke erkende huisartsenkring organiseert een
registratie omtrent volgende gegevens in relatie tot de organisatie van de
wachtdienst : epidemiologie, veiligheidsproblemen, patiëntenklachten, klachten
omtrent dienstverlening. Hieromtrent wordt gerapporteerd in het jaarverslag.
Art. 8. Elke erkende huisartsenkring stelt - in het kader van
de opdrachten die in dit besluit worden geformuleerd - een jaarverslag op,
inclusief een resultatenrekening. Dit verslag wordt overgemaakt aan de Minister
die de erkenning van de kringen onder zijn bevoegdheid heeft.
Art. 9. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 juli 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu,
Mevr. M. AELVOET